21 en 22 APRIL 1998 163 De VOORZITTER U heeft nog één minuut. De heer BOER en daar wil de PvdA ook naar luisteren. Dat is prima. Wij weten dat dit een beladen onderwerp is. Ik daag iedereen uit om met adequate oplossingen te komen. Echte oplossingen en geen geklets in de ruimte. De burgers hebben er recht op. Het is voor ons niet langer acceptabel dat vooral de oudere burgers van Breda hun huis niet meer uit durven, en dat zij bang zijn om een klacht in te dienen. Er moet een organisatie komen van burgers, die dag en nacht bereikbaar is om de bedreigde burgers te helpen. De overheid is blijkbaar niet meer in staat om binnen de wetgeving de nodige veiligheid te garanderen en dus zal de burger, desnoods binnen een wat minder wettelijk kader, dat zelf moeten doen. Het rapaille, en met nadruk toch dit woord, mag niet de overhand krijgen. De achting voor de politie is toch al tot een bedenkelijk peil gezakt. Ze wordt vaker gezien als punchbal, dan als vertegenwoordiger van de wet. En geef toe, we hebben het met z'n allen daarnaar gemaakt. Het zijn geen handhavers meer van de wet, maar geüniformeerde opbouwwerkers geworden. Het pleidooi van de PvdA om dat soort werk meer te doen, geeft dat ook aan. Voor dat blauw op geitenwollen sokken heeft de ontspoorde jeugd in Nederland weinig ontzag meer. Mevrouw HEERKENS U toont zo weinig begrip voor de jeugd, mijnheer Boer, en daarom ben ik zo blij dat ik zojuist afstand heb genomen van de manier waarop u naar de jongerenproblematiek kijkt. Wat een eenzijdigheid, zeg. De heer BOER Het is gewoon ontleend aan de vraag van de burgers. De VOORZITTER Ja, maar uw tijd is om. De heer KWISTHOUT Bij naruptie. Ik ben het niet vaak met mevrouw Heerkens eens. De heer Boer geeft vaak een goede analyse, maar hier ziet hij de problemen wel erg eenzijdig. De problematiek van de jeugd en de jeugdcriminaliteit heeft ook alles te maken met de sociale achterstand, en niet alleen met een bepaald onmenselijk gedrag. Dat gedrag wordt veroorzaakt door het feit dat de mensen geen perspectief meer hebben. De heer BOER Ik heb dat ook genoemd. Ik heb duidelijk gezegd dat de jeugd recht heeft op een goede opleiding, een goede scholing en regulier werk. Maar als dat op een gegeven moment niet voldoende aanwezig is, en het is ook vaak door andere partijen gezegd: de ouders kunnen het niet meer aan en ze worden op straat losgelaten, dan is er niemand meer die ze opvangt en dan moet er toch met de harde hand De VOORZITTER U heeft dat reeds gezegd, en uw tijd is om. De heer BOER worden ingegrepen. Ik mag reageren op interrupties, voorzitter. Voor het overige vind ik dat u erg veel van mijn tijd heeft afgetrokken naar aanleiding van mijn interrupties. U wilde een levendig debat, maar u geeft daar de tijd niet voor. De VOORZITTER Uw fractie is om 20.50 uur begonnen en het is nu 21.02 uur.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 163