21 en 22 APRIL 1998
172
De heer VERPAALEN
Neen. Ik zeg dat het accent niet meer op het opplussen moet liggen, dat moet drastisch
worden teruggebracht. Daarentegen moet je nu bij nieuwbouw reeds beginnen met het al
gereedmaken van een ouderenwoning.
De heer SCHRODER
Dat ben ik wel met u eens. Maar betekent dat, dat bestaande woningen niet meer mogen
worden opgeplust? Dat vind ik een verkeerd beleid. Dat dwingt mensen om op termijn te
verhuizen.
De heer VERPAALEN
Het opplussen moet drastisch worden teruggebracht, en misschien leidt dat ertoe dat mensen
op termijn moeten verhuizen. Cultuur. Bij een werkbezoek hebben gemeenteraadsleden vele
tientallen dozen zien staan met 'oud Bredaas bouwmateriaal'. Worden er plannen ontwikkeld
om deze of wel te hergebruiken, dan wel te etaleren? Alleen opslaan heeft geen zin. Zorg.
Waarom wordt niet overwogen om het toeslagenstelsel te wijzigen? Indien twee personen,
bijvoorbeeld een broer en een zus, besluiten samen een woning te gebruiken, dus niet te gaan
samenwonen, maar samen een woning te gebruiken, worden zij gestraft, want zij zijn
plotseling voordeurdeler geworden, en in plaats van 100% krijgen zij slechts 70% van hun
uitkering. Door een wijziging op dat punt, wordt een doelmatiger gebruik van de woning
voorraad bewerkstelligd. Daar waar twee mensen elkaar kunnen helpen, zit er op die manier
wellicht ook nog voor de WVG winst in, omdat zij waarschijnlijk op een later tijdstip een
beroep op de WVG zullen doen. Veiligheid. Breda Vooruit is voorstander van het gebruik
van camera's ter beveiliging van openbare ruimten. Breda Vooruit hoopt dat op korte termijn
niet alleen het stationsgebied, doch ook grote delen van de binnenstad door camera's zullen
worden beveiligd. Milieu. Wat Breda Vooruit betreft hoeven er de komende jaren geen
regenwaterbezinkbassins te worden gebouwd. Ze kosten miljoenen, doch het effectieve nut
voor het milieu is nog niet aangetoond. Het geld kan beter worden besteed aan het langer
openstellen van het MEC. Het grotestedenbeleid. Breda Vooruit vreest dat bij het grotesteden-
beleid dezelfde fout wordt gemaakt als destijds bij de stedelijke vernieuwing. Een groot aantal
op zich wellicht succesvolle projecten wordt uitgevoerd, doch na afloop is er geen geld voor
het vervolg. Geld voor beheer na de stedelijke vernieuwing is er nauwelijks. Juist op dat punt
kunnen districten en wijkorganisaties een nuttige rol spelen, doch dan moet er wel structureel
geld worden vrijgemaakt. In dat verband is Breda Vooruit een voorstander van het uitbreiden
van het aantal districten. Teteringen, bijvoorbeeld, heeft geen enkele band met Breda-Noord,
maar toch zitten beide in één district geperst, en dat is geen goede zaak. Liever tien districten
die innerlijk een samenhang vertonen, dan vijf districten waarvan de delen als los zand aan
elkaar hangen. Nu heeft u nog de gelegenheid om structuur aan te brengen. Laat modelstatu
ten maken voor de districten, omschrijf hun rechten en plichten, regel de relatie tussen district
en wijk-, buurt- of straatorganisatie en de invloed die de gemeente op de samenstelling van
het bestuur wil hebben. Geef ze concrete taken, waaronder het maken van districtsplannen en
het beheren van de welzijnsaccommodaties. Het komt Breda Vooruit overdreven voor om
voor deze gebouwen een andere bestuursorganisatie in het leven te roepen. Breda Vooruit is
blij dat reeds nu het voorstel is gedaan om Breda aan te sluiten bij de Nationale Ombudsman.
Zolang echter het gemeentebestuur geen sancties verbindt aan het overtreden van de Regels
van het Spel, hebben deze regels nauwelijks waarde. Wel sancties eraan verbinden wil zeggen
de besluitvorming staken en het spel overdoen. Vertragingen, die daardoor optreden, kosten
geld. Breda Vooruit bepleit dan ook in de begroting een post daarvoor op te nemen.
Financiën. De ambtenaren zullen wat flexibeler moeten worden. Als zij bijvoorbeeld niet
meer bij de uitvoering van de ABW kunnen worden ingezet, zouden ze snel moeten kunnen
worden ingezet bij de uitvoering van de WVG. Dat speelt ook bij het inzetten op de deelstads-
kantoren. De rioolbelasting. Het is merkwaardig dat via de aanslag rioolbelasting de burgers
moeten betalen voor het afvoeren van vervuiling, die niet door henzelf is veroorzaakt, maar
door het regenwater. De kosten daarvan zouden uit de algemene middelen moeten worden