21 en 22 APRIL 1998
174
brandende vraag die ik aan u moet stellen, voorzitter. Is het een speciale dag vandaag? Ik zag
bij u de vlag uithangen. Daarmee wilde ik eindigen.
De VOORZITTER
Dan bent u maanden niet meer over de Rijsbergseweg geweest. Ik schors de vergadering met
20 minuten.
SCHORSING
De VOORZITTER heropent de vergadering.
BEANTWOORDING COLLEGE.
De VOORZITTER
Het woord is nu aan het college. Elk collegelid krijgt voor de beantwoording tien minuten. In
verband met het feit dat dit de kadernota betreft beginnen we met de wethouder Financiën, de
heer Van Os, en vervolgens in de volgorde van het college.
Wethouder VAN OS
Ik denk dat het goed is om in de beantwoording van het college nadrukkelijk te wijzen op de
status die de kadernota in het Bredase bestuurmodel, zoals dat zo fraai heet, heeft. De
kadernota geeft de richtingen aan, waaraan het college denkt en waarover wij met uw raad
willen debatteren, om te komen tot de Concernbegroting van de gemeente Breda voor het jaar
1999. In onze ogen is dat ook het moment waarop het beleidsdebat, waarover de Partij van de
Arbeid spreekt, moet worden gevoerd. Daarom hebben wij de behandeling rond de kadernota
gewijzigd. Wij proberen in de kadernota een totaaloverzicht te geven en u zo integraal
mogelijk de hoofdlijnen van beleid te presenteren als het gaat over de ontwikkelingen op het
terrein van wonen, werken, zorg en cultuur. Dat is, denk ik, het evenwicht dat moet worden
aangebracht en afgezet tegen de beschikbare middelen, zowel budgettair als op het terrein van
de investeringen. Als ik het over budgettair heb, proberen wij u ook aan te geven wat de
eigen ontwikkelingen zijn, wat de ontwikkelingen van het Rijk zijn et cetera, et cetera, maar
ook gaat het om datgene wat wij aan investeringsruimte hebben. In de kadernota vindt u
daarvan een aantal overwegingen terug. Dat laatste, dus dat evenwicht in budgettaire
middelen en datgene wat wij noodzakelijk achten, heeft het college ertoe gebracht op bepaalde
terreinen structurele middelen voor de WVG beschikbaar te stellen, en op bepaalde terreinen
eenmalige middelen voor de WVG beschikbaar te stellen. Datzelfde geldt voor het onderwijs
veld, waarover uw raad sprak. En dat allemaal
De heer SCHRODER
Bij interruptie. Begrijp ik daaruit dat het college afstand neemt van de suggestie van de Partij
van de Arbeid om bijvoorbeeld een beleidsdebat te voeren? Daarmee, en dat was de motive
ring daarbij, zou het primaat van de raad bij de besluitvorming beter tot zijn recht komen.
Dat lijkt mijn fractie wel een goede gedachte.
Wethouder VAN OS
Wat ons betreft ligt dat beleidsdocument hier op tafel.
De heer SCHRODER
Het vervelende van het beleidsdocument is, dat het vastligt. Morgenavond stemt iedereen
voor het beleidsdocument, zoals het er ligt. Daarin zijn de keuzes al gemaakt. Dat is gebeurd
na een uitvoerig collegedebat, en ik neem aan dat dit zorgvuldig is gegaan. Een wat opener
beleidsdebat zou toch wat meer duidelijkheid geven over de vraag: wie beslist er nou politiek?