21 en 22 APRIL 1998 176 De VOORZITTER Zullen we dit in het fractievoorzittersoverleg doen? De heer AD ANK Dat lijkt mij niet verstandig, voorzitter. Ik wil hier toch even op ingaan. Ik ben blij dat de heer Schroder, al is het wat laat, zich in die zin bij de coalitie aansluit. Bij de aanbieding van het programakkoord hebben wij afgesproken, dat op basis van het structurele beleid van deze stad de raad in een vroegtijdig stadium een politiek bestuurlijk openbaar debat houdt. Dat wil niet zeggen dat er op dat moment collegebesluiten moeten liggen of richtinggevende college- besluiten, maar dat de raad over onderwerpen, waarover het college van zins is de mening van de raad te vragen, een politiek debat houdt. Dat is de insteek waarvoor wij twee jaar geleden hebben gekozen, en daaraan moeten we langzamerhand handen en voeten geven. Overigens dient een en ander binnen de kaders van de Regels van het Spel plaats te vinden. De heer BOER Ik vind dit een beetje een onzinnige discussie, omdat de leden, die nu aan de woord zijn, met uitzondering van GroenLinks, lid zijn van het college en omdat dit een monistisch systeem is en geen dualistisch systeem. De collegepartijen zijn veel eerder dan de andere partijen geïnformeerd over datgene wat er gaat gebeuren. Dat was in het verleden zo, en ik denk dat dit tegenwoordig nog zo is, hoewel, als ik deze discussie volg, lijkt het of dat niet meer het geval is. De VOORZITTER Ja, dat is veranderd. Ik nodig de wethouder uit om verder te gaan. Wethouder VAN OS Het element dat de heer Adank op tafel legt sluit, naar mijn mening, aan aan mijn beantwoor ding op het tweede element waarover mevrouw Heerkens heeft gesproken. Als er goede voor beelden zijn van waar dat kan gebeuren, dan ben ik daarvoor in. U weet dat ik op andere terreinen ook met gemeenten in discussie ben om te kijken hoe je die aanpak vorm zou kunnen geven, als het gaat over een beleidsdebat op onderdelen. Waar begint dan de raad met besturen, welke piketpaaltjes slaat de raad? Dat betekent ook wat voor de besluitvorming, want als zich al iets binnen de raad heeft afgespeeld, dan zal de raad zich daaraan ook moeten conformeren. Is dat niet het geval, dan krijgen we natuurlijk een hele rare discussie met elkaar. Die elementen zijn ook aan de orde als je bijvoorbeeld een klankbordgroep instelt. Dan dien je nadrukkelijk met elkaar af te spreken waar de politieke beleidslijn van de raad in eerste instantie ligt, en zo zal je de discussie, wat mij betreft, ook moeten voeren. Dat het op onderdelen breder moet gebeuren, misschien in deze raad, daar kan ik mij wel iets bij voorstellen. Maar wij zullen moeten nagaan wat daartoe de mogelijkheden zijn, mevrouw Heerkens. Overigens heb ik daarmee geen moeite, want ik denk dat dit het debat alleen maar verlevendigt. De heer BOER Bij interruptie. Mijnheer Van Os, u doet voorkomen alsof u geen deel uitmaakt van de raad, maar u bent deel van de raad. Wethouder VAN OS Ik voer een discussie met leden van de raad, mijnheer Boer, dat heeft u goed gezien, en dat vind ik prettig. Ik geloof niet dat andere leden van de raad daarmee moeite hebben, of wel? Neen, oké. Ten aanzien van de kadernota is het toch wel van belang dat we blijven redeneren vanuit het programakkoord. Wat dat betreft is het college van mening dat er geen hogere prioriteitstelling ligt in het kader van de lastenverlichting, zoals de VVD-fractie vraagt, maar dat die ligt binnen de randvoorwaarden van het programakkoord. Het college dankt menige fractie als het gaat om de positieve woorden die zijn uitgesproken over de vorm waarin deze

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 176