21 en 22 APRIL 1998
179
Mevrouw HEERKENS
U zegt: het heeft elders al wat beter gestalte gekregen dan in Breda. Volgens mij heeft het in
Breda nog absoluut geen gestalte gekregen.
De VOORZITTER
Jawel. Ik noem bijvoorbeeld Mejus. Dat is toch een
Mevrouw HEERKENS
Maar ik doel hierbij op het integraal veiligheidsbeleid. U zegt dat dit bij de partners tussen de
oren zit. Maar het is toch bekend dat justitie het op dit moment laat afweten, als het gaat om
de jongerenproblematiek, terwijl die zo hoog op de agenda staat. Ik hoop dat u de ernst
daarvan inziet en dat u in het driehoeksoverleg daarvoor ook nadrukkelijk de aandacht vraagt.
Want dat beleid staat of valt ook met het feit of justitie voorwaarden stelt, met andere
woorden een stok achter de deur houdt in de richting van de aanpak van de jongeren. De
lokale overheid kan dan voor de preventieprojecten zorgen.
De VOORZITTER
U kunt ervan verzekerd zijn, en ik ben bereid in de commissie AZ hierop nog een keer een
toelichting te geven, dat we met grote nadruk bij justitie erop hameren dat zij haar rol en
functie, maar ook haar verantwoordelijkheid daarvoor dient te nemen. U heeft ook een
presentatie gehad van de officier van justitie in de commissie AZ, waarbij over dit punt is
gesproken en over de arrangementen die mogelijk zijn. De Parel van het Zuiden spreekt over
de burgerwachten en heeft een motie ingediend die daarmee heeft te maken. Wij vinden dat
het gewapende toezicht, het geweldstoezicht een exclusieve taak is van de overheid. Daarnaast
kan er sprake zijn van buurtpreventie, waarbij alle buurtbewoners en actoren in de buurt
betrokken zijn, maar dit mag niet met zich meebrengen dat er sprake kan zijn van gewapende
burgerwachten. Daar voelen wij niets voor. De activering van buurtpreventie behoort tot het
integraal veiligheidsbeleid, en daar sta ik ook volledig achter.
De heer SCHRODER
Mag ik het college uitnodigen om toch in iets stevigere bewoordingen van deze motie afstand
te nemen. Ik vind het een heel enge motie.
Mevrouw HEERKENS
Ik wil mij daarbij graag aansluiten. Ook wij hebben ons geërgerd aan de formulering van de
motie. Ik vind dat dit niet moet kunnen.
De VOORZITTER
Ik ben nog niet toe aan de bespreking van de motie. De motie is een verwerpelijke. Wij
voelen niets voor de overname van deze motie en wij wijzen haar dus ook af. De toonzetting
is helemaal verwerpelijk.
De heer BOER
Bij interruptie. Wij hebben ons wel degelijk gerealiseerd dat deze motie tot irritaties zou
leiden, maar wij hebben deze motie opgezet naar aanleiding van gesprekken die wij met
burgers hebben gehad. Daarbij was sprake van angst en intimidatie. Dat zijn verhalen die wij
al jarenlang horen. Elke keer wordt er heel veel gedaan om dat te voorkomen, maar het blijft
bestaan. En dat is de intentie van het verhaal, dat wij vandaag hebben gehouden. Wij vragen
ons af of u zich dat voldoende bewust bent. Als u op een gegeven moment dit soort woorden
gebruikt om de motie af te kraken, dan moet u echt eens een keer met die mensen gaan
praten.