21 en 22 APRIL 1998
184
bekabeling van het buitengebied. Niet voor niets zijn de voormalige randgemeenten er niet in
geslaagd om die te realiseren. Dat geeft enigszins aan hoe complex de materie is. Wij zijn in
onderhandeling met Casema, en, mijnheer Van Yperen, niet voor niets staat het daarom
opgenomen in de risicoparagraaf van de kadernota. Ik hoop op zo kort mogelijke termijn
nadere mededelingen te kunnen doen over hoe de onderhandelingen met Casema verlopen.
Voor de bedrijventerreinenplanning vragen de heren Adank en Kruithof terecht de aandacht
van het college. Steenakker-Noord, Hoogeind II en Hazeldonk III zijn in ontwikkeling. We
kunnen amper voldoen aan de grote vraag die momenteel op Breda afkomt voor bedrij
venterreinen. Om u een indicatie te geven: 100 hectaren. Met de drie genoemde bedrij
venterreinen kunnen we 70 tot 75 hectaren netto uitgeven om bedrijven te realiseren. Er
wordt, mijnheer Kruithof, inderdaad gedacht aan het op een meer duurzame manier ontwik
kelen van bedrijventerreinen. Het concept dat de Provincie onlangs heeft gepresenteerd voor
de A16- en A17-locaties is daarvan een goed voorbeeld. Ik heb al in andere verbanden
aangegeven dat Breda in ieder geval voor wat betreft zijn regionale verantwoordelijkheid
hierin zal participeren, omdat wij ook inzien dat er binnen het grondgebied van Breda onvol
doende ruimte is. Voorts zou het onverantwoord zijn om verder door te gaan met het
ontwikkelen van bedrijventerreinen. Daarom moet er in regionaal verband worden gezocht
naar nieuwe ruimte. Gesproken is over een multifunctioneel sportcomplex. Kennelijk is het
voor het CDA ook een nieuwtje, dat het college heeft besloten dat dit in de portefeuille van
ondergetekende thuishoort. Onlangs heeft het college de startnotitie hieromtrent vastgesteld.
Dat wil zeggen dat het college voornemens is om nog vóór het zomerreces de projectdefinitie
aan de raad te gaan voorleggen, waarin ook wordt ingegaan op mogelijk ruimtelijke conse
quenties. Het idee dat de heer Adank daarbij heeft opgevoerd is een optie, maar naar de
mening van het college niet de meest wenselijke. Wij zullen het meer in de periferie van de
stad gaan zoeken. Mijnheer Kwisthout, wellicht is dat voor u een reden om wel bij de
commissie ECG aanwezig te zijn, want ook de ijsbaan zal in dat verband in de commissie
ECG aan de orde komen. Waar was u, mijnheer Kwisthout, toen het grotestedenbeleid
uitgebreid in de commissie aan de orde kwam? Waar was u
De heer KWISTHOUT
Waar waren wij toen? Voorzitter, ik wil u nog eens even duidelijk maken dat wij, zeker als
eenmansfractie, onze eigen prioriteiten stellen en zelf uitmaken wat voor ons belangrijker is:
een commissievergadering volgen, dan wel op een andere manier ons als partij profileren. U
kunt ons verwijten dat wij niet naar een commissievergadering gaan, maar u kunt ons niet
verwijten dat wij tegen een onderwerp stemmen dat op de raadsagenda staat, omdat wij niet
naar een commissievergadering zijn gegaan en daar ons verhaal niet hebben gedaan.
Wethouder GIELEN
Waar was u, mijnheer Kwisthout, toen het weerstandsvermogen van de gemeente aan de orde
kwam en er een fundamentele besluitvorming plaatsvond rondom de voeding van het
volkshuisvestingsfonds? Waar was u toen wij een fundamentele discussie over het economisch
profiel van deze gemeente hebben gevoerd? Ook daarbij was u niet aanwezig. Met betrekking
tot cultuureducatie het volgende. De heer Kruithof acht het ambitieniveau van de conceptnota
wat te hoog. Ik heb goede nota genomen van de opmerkingen, zoals die in de raadscommissie
zijn geplaatst. Dat heeft tot op heden in ieder geval geleid tot een fors aantal wijzigingen, en
ik ben voornemens om op korte termijn het college de definitieve nota te gaan voorleggen. Ik
heb dus goede nota genomen van datgene wat er in een uitgebreide commissievergadering is
besproken rondom de conceptnota. Ik heb daarmee, denk ik, ook een antwoord gegeven op de
vraag dienaangaande van de heer Van der Westerlaken. De nota Archeologie is in aantocht en
is ambtelijk in concept gereed. De fractie van Breda Vooruit stelt nog enkele kleine vragen.
Gesproken is over oud Bredaas bouwmateriaal, dat in kisten zit. Ik weet niet precies wat er in
de kisten zit, maar ik ga ervan uit dat de directeur van het Bredaas Museum de meest
waardevolle stukken in het nieuwe museum zal exposeren. Ik kan derhalve niet direct
antwoord geven op uw vraag wat er met die materialen gebeurt. Er is in ieder geval aandacht