29 JANUARI 1998 die bereidheid er bij de partijen wel is, maar dat aan de samenwerking door met name de BOS wel hele zware eisen worden gesteld. Met name de eis, dat in het toekomstig bestuur minimaal 50% van de bestuursvertegenwoordiging vanuit de BOS zitting zou moeten nemen, acht ik onredelijk. In die zin heeft die samenwerkingspoging niets opgeleverd. In de richting van de heer Schroder, want ik dacht dat hij daarop doelde, maar in ieder geval doelde mevrouw Reijnen daarop, wil ik graag toezeggen om jaarlijks de representativiteitstoets aan u voor te leggen. Ik denk dat de wet dat ook van ons vraagt. Voorts is het, naar mijn mening, ook goed dat, als die zendmachti ging aan de BRTS wordt verleend, want dit betreft een advies aan het commissariaat, wij jaarlijks met de BRTS overleggen over de stand van zaken. Ik had ook liever gezien dat de lijst voorzien was van een toelichting. Maar de lijst wordt niet aan het college toegezonden, de lijst wordt aan het commissariaat toegezonden, enhet commissariaat legtons dedoordepartijeningediendelijsten voor ter beoordeling op basis van de representativiteit. Dat hebben wij zo objectief mogelijk proberen te doen. Dat is een lastige opgave. Ook ik heb, ondanks herhaalde toezeggingen, en in het gesprek is mij door de BOS nog verzekerd dat ik een actuele lijst zou krijgen, tot vanmiddag drie uur die lijst niet ontvangen, tenzij die lijst na drie uur op mijn bureau is afgegeven. Van een actuele lijst van de BOS heb ik dus nog geen kennis kunnen nemen. Ik heb wel kennis kunnen nemen van de nieuwe lijst van de BRTSHet college is niet voornemens het voorstel terug te nemen. Wij hebben, naar aanleiding van de discussie in de commissie ECG, hierover in het college nog gesproken, en wij zijn niet voornemens om het voorstel aan te houden, omdat dit tot een onnodige vertraging zal leiden, zoals ik ook reeds in de commissie heb aangegeven. De VOORZITTER Wenst iemand gebruik te maken van de tweede termijn? Niemand. Dan gaan we over tot de besluitvorming. Wie is tegen dit voorstel? De heer KWISTHOUT Ik wil graag een stemverklaring afleggen. Ik zal voor het voorstel stemmen, omdat ik het met het uiteindelijke besluit, om de BRTS de zendtijd te gunnen, wel eens ben, maar met die aantekening dat ik ontevreden ben over de wijze waarop de procedure is gevolgd. Akkoord, met de aantekening dat de fractie van GroenLinks geacht wenst te worden te hebben tegengestemd. 8. AANKOOPPROGRAMMA. 9. NADERE EISEN VAN WELSTAND CONFORM ARTIKEL 9.1, LID 2 VAN DE BOUWVER ORDENING 1993 VOOR DE OOST-WEST FLANK. Akkoord. 10. AANWIJZEN NUVERHEIDSSINGEL GEDEELTE NIEUWE HAAGDUK EN SCHORSMO LEN ALS D-TERREIN. De heer SCHELTENS Graag willen wij aangeven hoe wij over dit soort zaken denken. Het gaat hier over parkeertarieven, parkeerterreinen en andere tarieven. Het gaathier over auto's en dus gaat het over de automobiliteit. Wij hebben het idee dat je de automobiliteit, waarvan wij als raad hebben afgesproken dat wij die in Breda zouden terugdringen, niet kunt beïnvloeden, dus ook niet kunt terugdringen door gebruik te maken van het prijsmechanisme. Dus eigenlijk hebben wij het idee dat het op dat vlak allemaal niet zoveel uitmaakt. Maar hoe kun je die automobiliteit vervolgens wel terugdringen? In onze ogen kan dat door het aanbieden van een alternatief. Ook bij dit voorstel zeggen wijwe gaan gezamenlijk de automobiliteit terugdringen, en daarbij praten we niet over de tarieven voor de parkeerplaatsen, maar wij bieden voor dit terrein een alternatief aan. Dit is een uitstekende locatie om een overdekte en bewaakte fietsenstalling neer te zetten. Ik wil nog even het volgende 18

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 18