21 en 22 APRIL 1998
198
we het hebben over geïntegreerd beleid, dan kunnen wij dit eigenlijk niet zo goed volgen.
Tenslotte de discussie over de busbaan, waarover ik gisteren sprak. Wij hebben daarover
opgemerkt dat wij de busbaan in een wat breder verband willen bespreken. Het moet geen
herhaling worden van datgene wat vorig jaar aan de orde is geweest. Wij willen vooral het
aspect ruimtelijke ordening, dat hierin een hele grote rol speelt, zeker voor Breda, meer
benadrukt zien.
De heer SCHRODER
Ten aanzien van de motie over het armoedebeleid, die mijn fractie gisteren heeft ingediend,
deel ik u mede dat die bij dezen wordt ingetrokken. Er wordt een nieuwe motie ingediend,
die, na overleg met een aantal andere partijen, wat anders is ingericht. Ik wil het volgende
benadrukken, ook in de richting van de heer Adank, die spreekt van een papieren tijger. We
kunnen constateren dat het economisch goed gaat en dat het paarse kabinet, mijnheer Adank,
zich daarvoor op de borst klopt. Echter, het mag niet zo zijn dat, wanneer daarvoor raads-
breed een signaal komt en partijen bereid zijn zelf hun invloed bij de eigen landelijke fractie
daarvoor aan te wenden, wij die discussie laten liggen en niet proberen die steeds weer nieuw
leven in te blazen en te actualiseren. In die zin zou mijn fractie niet willen spreken van een
papieren tijger. Daarom vragen wij u dringend deze motie te steunen. Ten aanzien van de
integrale veiligheid, en aansluitend op datgene wat mevrouw Heerkens hierover heeft gezegd,
het volgende. Ook mijn fractie deelt de visie die u zojuist weergaf in een reactie op de heer
Kruithof ten aanzien van het inzetten van de 150.000,— voor politiesurveillanten. Met de
toezegging van wethouder Oomen over Park en Pendel, dat er voor het experiment wordt
gezocht naar een zaterdag of een koopzondag, nemen wij genoegen, maar wij zullen
controleren of dat ook daadwerkelijk zo gebeurt. Ten aanzien van het waterspoor het
volgende. Wij zijn uitermate teleurgesteld over de beantwoording. Ik heb de stukken er nog
eens op nagekeken. Daaruit bleek dat op 25 september 1995 hierover reeds een besluit in de
raad van Breda is genomen. Indertijd is door wethouder Van Dongen toegezegd dat de
uitkomst van het onderzoek, waartoe de raad toen had besloten, bij de bespreking van de
Kadernota 1997 aan de orde zou kunnen komen. Wij denken dat het nu toch wel lang genoeg
heeft geduurd. Wij willen het college graag steunen, in die zin dat wij u middels een motie
willen aansporen om binnen nu en twee maanden die zaak voor de raad ter behandeling
gereed te hebben. Ten aanzien van de WVG het volgende. In de tekst op pagina 11 wordt
gezegd dat er wellicht moet worden gekeken of op termijn de normstelling nog wel kan
worden gehandhaafd. Dat is iets anders dan datgene wat de wethouder gisteren zei. Hij sprak
over versobering. Ik vind dat min of meer een stap te ver, omdat er nog wordt gezocht naar
oplossingen, ook vanuit het Rijk. Ik wil graag aansluiten bij Breda '79, die zojuist wees op de
gelden die in het verleden naar de algemene middelen zijn gevloeid. Over volkshuisvesting
hebben wij ons gisteren nauwelijks uitgelaten. Er is een discussie gaande over de afstemming
tussen Breda, Etten-Leur en Oosterhout. Hierover heeft de Provincie een standpunt ingeno
men. Aansluitend op datgene wat door andere partijen gisteren in de discussie naar voren is
gebracht, de actualisering van het woningmarktonderzoek, denken ook wij dat er een
regionale afstemming moet plaatsvinden. Wij moeten niet op voorhand de uitputtende groei
van Breda gaan bepleiten, maar wij moeten regionaal bekijken waar de beste oplossingen lig
gen. Ten aanzien van de Kloosterkazerne en het Casino, waarover ik gisteravond niet heb
gesproken, het volgende. Ik wil mijn verontrusting uitspreken over dit soort ontwikkelingen,
vanwege de volgende feiten. Er worden hieromtrent op collegeniveau belangrijke keuzes
gemaakt. Het college komt met zaken naar buiten, maar aan de raad wordt geheimhouding
opgelegd. Niet alleen in financiële zin, maar ook in infrastructurele zin en in het belang van
de woonomgeving kunnen dit toch belangrijke beslissingen zijn. Wij houden ons hart vast
wanneer daarover afspraken worden gemaakt op collegeniveau en Casinoniveau. Afspraken,
die straks voor de raad weer een bindend karakter blijken te hebben. Dit brengt mij bij het
laatste punt. Toen ik vanochtend de krant opensloeg om te kijken wat de kadernota had
opgeleverd, viel mijn blik in de eerste plaats op het artikel op pagina 1 van Stad en Streek
inzake de onderhandelingen die zijn gevoerd tussen leden van het college en Amstelland en