21 en 22 APRIL 1998 199 Heijmans in de zaak Bastion-plus. Ik vind het werkelijk van de gekke, het lijkt wel een bananenrepubliek, als je ziet wat daar, los van de raadsbesluiten die zijn genomen en de visie van de raad over de ontwikkeling van wel of geen Bastion-plus, dus het bouwen boven de Bredestraat, is gebeurd. Er was hierover een eenduidig standpunt door de raad ingenomen. Projectontwikkelaars hebben daar stukken grond gekocht, maar volledig voor eigen rekening en voor eigen risico, met kennelijk speculatieve bedoelingen. Dat mag. In die zin kan ik die economische visie niet tegenhouden. Maar ik zie geen enkele reden waarom het college in de richting van deze partijen toezeggingen zou doen, en deze partijen tegemoet zou willen komen door daar gronden terug te kopen. Grond, waarvan wij als raad hebben gezegd dat wij daar geen bouwplannen hebben. Het is van de zotte om vervolgens toezeggingen te willen doen, aanbiedingen te doen, dat er woningbouwlocaties ter grootte van vierhonderd tot zeshonderd woningen als een soort compensatie zullen worden weggegeven. Met dat verleden kampen wij in de commissie RME nog dagelijks. Er zijn toezeggingen van 20 jaar geleden, die nu nog steeds worden ingevuld, omdat ook toen colleges aan ontwikkelaars toezeggingen hebben gedaan en hebben gezegd: u mag daar en daar bouwen. Op dit moment zitten wij met stukken grond, die wij eigenlijk graag zouden willen ontwikkelen, maar dat kunnen we niet, omdat daarop teveel claims liggen, en het college dat soort toezeggingen van indertijd zal moeten nakomen. Als ik het standpunt van het college ten aanzien van de procedure die op dit moment aan de gang is begrijp, en zoals dat in de brief richting de raad is geformuleerd, dan zie ik geen enkele reden tot het nakomen van toezeggingen, want het college zegt: er is geen enkele toezegging gedaan. Waarom is het college dan wel op dit niveau bezig geweest om, voor de raad uit, buiten de raad om, zonder ruggespraak te houden met de raad, in deze zin concessies te willen doen? Ik vind dit schandaleus, en ik vind het tekenend voor het beeld dat ik gisteren heb proberen weg te zetten van de wijze waarop hier de laatste anderhalf tot twee jaar politiek is bedreven. Ik wil graag de toezegging van het college dat er binnen nu en twee weken over deze zaak schriftelijk volledige openheid van zaken aan de raad wordt gegeven. Als die toezegging er niet komt, dan zal ik op dat punt een motie indienen. De VOORZITTER Door de heer Schroder zijn twee moties ingediend. Deze voldoen aan de formele vereisten, zijn voldoende ondertekend en maken onderdeel uit van de beraadslagingen. De door de heer Schroder, namens de fractie van GroenLinks, ingediende moties luiden als volgt. GEWIJZIGDE MOTIE De leden van de raad der gemeente Breda, gelet op artikel 31 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad der gemeente Breda; stellen de raad voor zich uit te spreken als volgt: De raad der gemeente Breda, in vergadering bijeen ter behandeling van de Kadernota 1999; overwegende dat: - een groot aantal politieke partijen in hun landelijke programma's de aandacht vraagt voor het bestrijden van de armoede; - de armoede door die partijen anno 1998 onaanvaardbaar wordt geacht. De overige niet- landelijke partijen geregeld blijk hebben gegeven van hun sociale instelling; - de kloof tussen arm en rijk steeds breder wordt; - arm Nederland onvoldoende profiteert van de zeer rooskleurige economische situatie;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 199