21 en 22 APRIL 1998
209
stabiliseren of eventueel zal dalen, dan is dat uw inschatting. Ik wil die prognoses nog eens
zorgvuldig onder de loep nemen. Als we met voorstellen komen, dan wil ik de ontwikkelin
gen voorzien van een uitgebreidere visie en analyse. Bij D66 bestond enige verwarring ten
aanzien van de portefeuillewisseling tussen de heer Gielen en mij. Bij mij zit nog steeds sport,
bij de heer Gielen zit toerisme en recreatie. Het leisurepark en de PPP-constructie, die wij ons
met betrekking tot de ijsbaan hebben voorgenomen, hebben wij bij de heer Gielen weggelegd,
en hij is voor wat betreft dat onderdeel de projectwethouder. Dit is een normale methode. Er
is verder niets mee aan de hand, dus daarover hoeft geen verwarring te bestaan. Bij een groot
aantal sprekers speelt nog het punt met betrekking tot de armoede. Ik constateer dat met de
aanpassing van de motie van GroenLinks de bezwaren, die ik gisteren min of meer heb geuit
waarom de motie door het college werd ontraden, zijn weggenomen. Ik constateer in de
bewoordingen van de heer Adank dat er in feite inhoudelijk weinig verschil zit tussen datgene
wat de heer Adank wil en wat GroenLinks wil. Het zou jammer zijn als we de eensluidend
heid, die we vorig jaar met betrekking tot het armoedebeleid in een motie hebben neergelegd
en die we richting het kabinet hebben gestuurd, opeens, en dat proef ik een beetje uit de
standpunten die door de fracties worden ingenomen, zouden verlaten. Het college is bereid
een brief te schrijven richting de kabinetsformateur en richting de landelijke democratische
politieke partijen, waarin opnieuw wordt gewezen op de prioriteit van de armoedebestrijding,
en waarin wordt gepleit om daarvoor extra gelden uit te trekken. Ik hoop dat datgene wat hier
een strijdpunt dreigt te worden, hiermee van tafel is. Ik zou u graag willen verzoeken om de
unanimiteit van de vorige keer te willen handhaven. Ik hoop dat met deze toezegging van het
college de problemen de wereld uit zijn.
De heer SCHRODER
Wat adviseert u dan met betrekking tot de motie, voorzitter? Adviseert u het CDA en de
VVD om de motie te ondersteunen, en met het college over te nemen? Of adviseert u ons om
haar in te trekken?
Wethouder VAN RAAK
Ik adviseer u in feite om de strijdbijl te begraven, de motie in te trekken en de unanimiteit,
die wij de vorige keer op dit punt hebben ingenomen, te handhaven. Ik denk dat we daarmee
sterker staan. Als hier een motie wordt aangenomen, die door een aantal partijen niet wordt
onderschreven, dan verzwakken wij daarmee onze positie, alsmede het serieus nemen van de
problematiek.
De heer BOER
Schrijft u in uw brief aan het kabinet dan ook dat het geen lapmiddelen moeten zijn, maar dat
er echt geld per maand bij moet? Want dat is natuurlijk de enige echte oplossing voor het
probleem.
Wethouder VAN RAAK
Ik heb verwezen naar datgene wat wij de vorige keer hebben gestuurd. Ik denk dat we
inhoudelijk het beste daarop kunnen aansluiten.
Wethouder GIELEN
De heer Van Raak ging al in op de vraag van de heer Van der Westerlaken rondom de
portefeuilleverdeling leisurepark, en de heer Kruithof vroeg nog naar de stand van zaken. Ik
meen dat ik gisteravond antwoord heb gegeven op vragen van andere fracties met betrekking
tot de stand van zaken. Dat wil zeggen dat ik gisteravond heb toegezegd dat nog vóór de
zomervakantie de projectdefinitie zal worden voorgelegd aan de commissie ECG. Dat heeft
alles te maken met de portefeuilleverdeling. Dus in de commissie ECG zal de projectdefinitie
aan de orde komen. Dat is het eerste moment waarop de commissie en de raad hierover
kunnen gaan spreken. Mijnheer Van Yperen, met betrekking tot Casema kan ik natuurlijk een
heel flauw antwoord geven en zeggen dat de voormalige randgemeenten er een aantal jaren