21 en 22 APRIL 1998 Wethouder OOMEN Ja natuurlijk. Mevrouw HEERKENS Het is fijn om dat nog een keer extra te horen. Wethouder OOMEN In de richting van Breda '97, waar werd gesproken over de differentiatie van de afvalstoffen heffing, het volgende. Ik heb dat ene punt als voorbeeld genoemd. Ik heb u ook gezegd dat er een plan in voorbereiding is, waarbij aandacht wordt geschonken aan differentiatie. Ik wil u vragen om het college de tijd te geven om dat verder uit te werken en te zijner tijd, als u het plan krijgt voorgelegd, kunt u daaraan uw conclusies verbinden, of uit trekken, of ter discussie stellen. Met betrekking tot het achterstallig onderhoud wil ik u wijzen op het buitenruimteplan, waarin straks mogelijkheden zullen worden vermeld om binnen de bestaande budgetten te schuiven. Als uw raad de kadernota aanvaardt, dan kan er in het kader van het aantal nieuw te bouwen woningen van 200 naar 400 enige financiële ruimte ontstaan, die direct ten goede komt aan de portefeuille Stadsbeheer. Op die twee punten wilde ik u even attenderen. De VVD-fractie sprak over een sobere en stille Grote Markt tijdens de winter maanden. Ik geef toe dat dit het geval is. Toch denk ik dat destijds bij de inrichting van de Grote Markt, hieraan een bepaald concept ten grondslag heeft gelegen. Het inrichten van de Grote Markt tijdens de wintermaanden, misschien denkt u aan mobiel groen of iets dergelijks, ik weet niet precies waarop u doelt, zal problemen geven ten aanzien van de functie van de Markt. Ik denk aan de De heer KRUITHOF Bij interruptie. Waaraan wij dachten is eventueel een carrousel of een ijsbaan, en in dat opzicht een mobiele ijsbaan. En daarin volgen wij D66. Wat u nu ineens met mobiel groen gaat doen, dat is mij niet geheel duidelijk. Wethouder OOMEN Ik geef daarmee aan, dat u daarmee de Markt een ander aanzicht zou kunnen geven. U had het over een cleane buitenruimte, en u sprak over de middelen die daarbij worden gebruikt. Ik kan u zeggen dat het college op het standpunt staat dat het in dezen tot nu toe gevoerde beleid van de gemeente Breda gehandhaafd blijft. Ik denk dat ik hiermee in het kort de vragen heb beantwoord. Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Ik wil nog even terugkomen op de opmerkingen met betrekking tot de VINEX. Het CDA heeft het over de VINEX en over de productie. Ik was een beetje in de war met de productie die ik in de gaten moet houden, maar ik heb begrepen dat u het anders bedoelt. U bedoelt gewoon: halen we de cijfers en klopt de planning? Met het plannen zijn we op schema. De voortgang is nu afhankelijk van externe factoren, zoals inspraak en dergelijke, en hoe je daarmee verdergaat. Dat zijn planningsproblemen, die heb je altijd. Ik geef in dat opzicht geen garanties, anders zou ik daarmee alle klankbordgroepen en inspraakgroepen behoorlijk monddood kunnen maken. Die moeten we serieus nemen. Komen er op- en aanmerkingen, dan kan het uitlopen. Maar globaal halen we de planning. Op de quickscan komt mevrouw Vossenaar terug, want die wordt door haar dienst gemaakt. Wij hebben afgesproken dat de quickscan ter kennisname in de commissie RO komt. De heer Van Yperen zegt: u bent helemaal vergeten wat meer te zeggen over de VINEX. Ik hoop dat nu goed te maken. Hij had het over de buurgemeenten, en ook GroenLinks had het daarover. Wij hebben vele malen overleg met de buurgemeenten, dat heet het regio-overleg. Dat wil echter niet zeggen dat wij dan ook gelijk tot afstemming komen. De afstemming op dit punt is een andere dan toen Breda met Etten-Leur en Oosterhout afspraken had over het inlopen van de productie, waarbij Breda tijd kreeg om de beduidend ingewikkelde problemen op een rij te zetten, omdat wij 212

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 212