23 APRIL 1998
234
Akkoord, met de aantekening dat de fractie van Breda Vooruit geacht wenst te worden tegen
onderdeel l.a van het voorstel te hebben gestemd.
83. HET AANBRENGEN VAN AKOESTISCHE VOORZIENINGEN IN DE KLOOSTERKAPEL
AAN DE GENERAAL MACZEKSTRAAT.
De heer CRUL
Een stemverklaring. Alles wat fout kon gaan is in deze zaak fout gegaan. We hebben daarover
ook al uitvoerig in de commissievergadering gesproken. De drie belangrijkste fouten, waarvan
wij vinden dat het college daarvoor de verantwoordelijkheid draagt, zijn de volgende. Er moeten
nu extra kosten worden gemaakt; de communicatie met de buren heeft niet de schoonheidsprijs
verdiend, of is eigenlijk heel slecht geweest; twee gemeentelijke diensten, namelijk Bouw- en
Woningtoezicht en SAW, hebben zodanig gefunctioneerd, dat wij in de nesten zijn gekomen. Al
die fouten nemen niet weg dat er iets moet gebeuren. Wij zullen op grond van dat laatste met het
voorstel akkoord gaan.
De heer LEUNISSE
Ik kom nu met een heel ander verhaal dan zojuist. Herhaaldelijk, herhaaldelijk, herhaaldelijk,
hebben wij het gezegd
De VOORZITTER
Herhaal dat nog eens?
De heer LEUNISSE
Ik hoop dat het niet tegen dovemansoren is gezegd. Dat geldt speciaal voor de grote partijen: het
CDA, enzovoort. Wij hebben vanaf het begin
Wethouder VAN OS
Doe eens een poging, mijnheer Leunisse.
De heer LEUNISSE
Het is jammer dat die grote oren, die ze altijd op grote congressen meevoeren, zo verstopt zitten,
want het is, in de woorden die ik zojuist gebruikte: herhaaldelijk, niet doorgedrongen in die grote
oren. Wij hebben brieven geschreven over dit agendapunt. Men wilde niet luisteren en is gewoon
doorgegaan. Nu is men, ten einde raad, driemaal herhaaldelijk, en na maandenlang 'soepelen en
sappelen', toch maar door de bocht gegaan om ddt te doen wat wettelijk normaal is. Wij zijn blij
met dit voorstel.
De VOORZITTER
Dank u wel. Dit zie ik eigenlijk allemaal weer als stemverklaringen.
Wethouder VOSSENAAR-BLOKDIJK
Ik kan het alleen maar met u eens zijn. Ook hier is er weer sprake van een algemene blijheid, met
de aantekeningen van de heer Crul.
Akkoord.
84. AANSLUITING BIJ DE NATIONALE OMBUDSMAN.
De heer BOER
In de commissievergadering is hierover nadrukkelijk gesproken. Wij hebben steeds gezegd, ik
wil mijn buurman nietherhalen, driemaal is een beetje overdreven, dat wij de lijn naar de nationale
ombudsman te lang vinden. Wij hebben steeds gepleit voor een stedelijke ombudsman, zodanig