23 APRIL 1998
241
Wethouder GIELEN
Ik denk dat ik namens het college heb kunnen aangeven, dat wij niet menen dat hier sprake is van
een lijk.
De heer BOER
Dat is een aardige. Het leeft. Maar het zijn wel met-de-rug-tegen-de-muurkwesties. Mijn vraag
is: hoeveel komen er nog?
De VOORZITTER
Zoals u de vraag nu stelt, kan het antwoord alleen maar zijn: als wij wisten hoeveel lijken er nog
in de kast zaten, dan zouden die er niet meer zijn.
De heer BOER
Dan had u ze allang levend gemaakt, net zoals de heer Gielen.
Akkoord, met de aantekening dat de fracties van GroenLinks, de Parel van het Zuiden, de SP en
Breda Vooruit geacht wensen te worden te hebben tegengestemd.
92. EVENEMENTENNOTA GEMEENTE BREDA.
Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE
Een korte stemverklaring. Het is duidelijk dat Breda een evenementenstad is. Dat evenementen
voor de stad een grote sociaal-economische en culturele waarde hebben, is bij ons allen bekend.
Tijdens de consultatieronde in december vorig jaar bleek, dat met name de randgemeenten hier
en daar kritiek hadden. Die kritiek is in de nieuwe nota verwerkt. Wij zijn wat dat betreft zeer
tevreden. Zoals reeds is gezegd, is er geluisterd naar de burgers. Wij denken dat de gemeente
een belangrijke rol speelt en ook zal blijven spelen bij de Bredase evenementen. Met deze nota
is er een goed, nieuw beleid in gang gezet.
De heer SNIER
De PvdA ziet de nota als een voldoende basis voor een evenementenbeleid in Breda, een beleid
dat zeker in de toekomst nog meer verfijning, afstemming en maatwerk zal moeten inhouden, maar
de nota is in ieder geval een voldoende basis. Wij hopen die afstemming en verfijning, ook zeker
naar aanleiding van toekomstige evaluaties, tot stand te brengen. Een puntje willen wij extra
benadrukken, dat heb ik ook in de commissievergadering herhaaldelijk gedaan. De Partij van de
Arbeid zal sterk vasthouden aan het uitgangspunt, dat het evenementenbeleid in principe budgettair
neutraal zal moeten verlopen.
De heer TAKS
Evenementen zijnvan grootbelang voorde stad. In de eerste plaats voor het sociaal-cultureel leven,
en dat geldt dan vooral voor de kleine evenementen op de schaal van de wijken en de dorpen. De
grote evenementen zijn bovendien van groot belang voor de beeldvorming van de stad en voor
de economie. Daarom is het van groot belang dat er in de stad een helder evenementenbeleid wordt
gevoerd, dat ook op een goede wijze de dienstverlening aan de evenementenorganisatoren regelt.
Deze nota geeft wat dat betreft een hele goede regeling, die aan de wensen van de VVD-fractie
beantwoordt. Het is een beleid dat slagvaardig is, maar niet betuttelend, dat de verantwoordelijkheid
houdtbij de evenementenorganisaties zelve, en dat louter ondersteunend en voorwaardenscheppend
optreedt. Dat is in onze ogen een liberaal beleid.
De heer SCHOENMAKERS
De totstandkoming van de evenementennota heeft een lange aanloopperiode gekend. Nu ligt deze
nota ter besluitvorming voor. Er is een goed communicatietraject geweest. In vergelijking tot de
conceptnota, waarbij wij constateerden dat met name de wijken en dorpen nauwelijks in de nota
voorkwamen, vinden we dat nu wèl in de nieuwe nota terug. Het beleid is helder geformuleerd
