28 MEI 1998 ik hierbij wil stellen. Bij de structuurkaart, behorende bij bladzijde 6, staan onder andere potenties voor verstedelijking na 2005. Dat is interessant. Wij missen in dit verband de Haagse Beemden. Afgesproken was dat na realisatie van de huidige VINEX-locaties een politieke discussie zou plaatsvinden, op basis van een inventarisatie van alle mogelijke woningbouwlocaties en verstedelijkingslocaties. Wij denken dat de tipp-ex daar iets te ver is doorgeschoten. Wij hebben steeds, vanaf de discussie in 1993, 1994, de noordwesthoek boven de Haagse Beemden bij de toekomstige verstedelijkingslocaties betrokken, ondanks het feit dat de raad, in meerderheid, een ander besluit heeft genomen. Is dit een omissie, of is het college het gewoon niet van plan? Dat horen wij dan graag vanu. Waar het college praat over de voormalige vuilstort en het 100 hectaren bos, een doekje voor het bloeden, vragen wij ons af of een groot bos ter plekke, elders niet leidt tot intensivering van de landbouw. Wij zijn dan, gelet op de schade die daarmee wordt aangericht, veel verder van huis dan de opmerkingen die in het Stadsplan worden gemaakt. Te overwegen valt alternatieven te onderzoeken van extensieve landbouw en beheersovereenkomsten met agrariërs. Op de kaart bij het netwerk water en groen missen wij het Ulvenhoutse bostenzij het college vindt dat dit op dit moment geen bos meer is. Het Mastbos en het Liesbos staan erin, en het Ulvenhoutse bos is voor het gemak maar weggelaten. Ons inziens hoort dit bos toch ook in het voorgestelde samenhangende landschap, waarvanhet collegehoog opgeeft. Bijhetnetwerkinfrastructuurvragen wij u niet alleen rekening te houden met de stadsreiziger. Gelukkig hebben andere fracties er in het verleden al op gewezen, dat wij ook een verantwoordelijkheid hebben ten aanzien van de regioreiziger. Het college zou in een van de zeven plannen, die worden ontwikkeld, met concrete voorstellen moeten komen over de snijpunten van openbaar vervoer, fiets en auto. In tegenstelling totdatgene wat de burgemeester van Zundert beweert, is de openbareorde- en veiligheidsproblema tiek bij Hazeldonk een gezamenlijke verantwoordelijkheid, waarop zeker de centrumgemeente op eigen grondgebied beleid zal moeten zetten, dus Breda, dus u, voorzitter. Wij vragen het college ook om bij de grootschalige woningbouwlocaties tijdig rekening te houden met een op de wijken en buurten gericht voorzieningenpakket. Dit moet niet achteraf worden ontwikkeld, maar dient bij de planontwikkeling te worden meegenomen. Het gaat daarbij om gemeenschapshuizen, horecaontwikkeling et cetera, et cetera. Tot slot. Wij vinden dat om vele redenen de voorzieningen bij de Klokkenberg voor de regio behouden moeten blijven. Mocht dat, om welke reden dan ook, niet lukken, en dat zou ons bijzonder spijten, niet vanuit het oogpunt van de werkgelegenheid, maar vanuit het oogpunt van volksgezondheid, knowhow, deskundigheid en de goede naam die in dezen in vele tientallen jaren is opgebouwd, heeft het college dan al een visie op het betreffende gebied? Hierbij wordt dus uitgegaan, maar dat is ook vooruitzien, van het meest negatieve scenario. Tot zover mijn eerste termijn. De heer GEUZE Het is juist wat de heer Adank zegt, er is in de commissie niet zoveel over dit plan gesproken. Maar het heeft een hele voorgeschiedenis gehad. In de commissie heb ik gezegd, en ik wil dat hier graag herhalen, dat het communicatieve traject in dezen bijzonder goed is geweest. Dat is niet alleen voor de burgers, maar ook voor de bestuurders het geval geweest. Onze complimenten daarvoor. De status van het Stadsplan, het is een betrekkelijk nieuw begrip, houdt in dat het een goede mate van flexibiliteit kan hebben. Een en ander hangt ook af van de balanssituatie, die we nu hebben, en watje daarmee gaat doen. Daarvoor ligt een duidelijk voorstel, met een zevental aandachtspunten, om tot die uitwerkingen te komen. Ik heb ook vermeld dat de visie op het groeiende Breda, want daarvan moeten we toch uitgaan, gericht is op het uitbouwen van een groene stad met water en alles wat daar verder bijhoort, om leven en werken te kunnen veraangenamen. Dat is allemaal prima. Toch wil ik even de aandacht vragen voor datgene waarvan wij denken dat dit in de volgende fase aan de orde gaat komen, en ik weet niet hoe het college daar nu tegenaan kijkt. Er is een ontwikkeling gaande. Het woord HSL is al tal van keren gebruikt. Er is vanavond gezegd dat de HSL eerst als een bedreiging werd gezien, en nog staan velen niet te juichen, maar we moeten de kansen die deze ontwikkeling biedt benutten. Als ik denk aan het woord sleutelpro ject, en dat Breda daarin als zuidelijk knooppunt een vooraanstaande rol kan gaan vervullen, zou het wel eens kunnen zijn dat we toch iets meer verstedelijking, zeker in het spoorgebeuren, gaan krijgen dan nu misschien bij velen in gedachte is. Dat is wat ik erover wil zeggen. Het komt dus 268

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 268