28 MEI 1998 273 zoals u dat onlangs nog in uw ontmoeting met Belgen heeft verwoord. Want daar ligt op een gegeven moment toch de grote toekomst. In onze visie zal de invloed uit Den Haag steeds verder vervagen. Na 2050 hebben we echt niets meer met Den Haag te maken. Dan gaat het over de eigen regio. Over de consequenties daarvan staat weinig in het Stadsplan. Enkele specifieke zaken die wij missen zijn de volgende. Er wordt ergens gezegd dat Breda in een verkeersruit ligt. Dat geldt wel voor de zuidelijke, de oostelijke en de westelijke kant, maar niet zozeer voor de noordelijke kant. Wij pleiten toch voor een snelle oplossing tussen de A27 en de A16, zodanig dat het verkeer anders wordt geleid dan nu door het noordelijk stadsdeel. Wij missen ook een oplossing voor het gat tussen de Haagse Beemden en de rest van de stad. Het CDA pleit voor nog meer bebouwing, nog verderop boven de Bredestraat. Er zullen wel redenen zijn om dat De heer AD ANK Bij interruptie. Daarvoor heb ik niet gepleit. Ik heb gepleit voor een politieke discussie. Dat heb ik ook al in 1994, 1995 en 1996 gedaan, tijdens de discussie toen de heer de Bruijn nog wethouder was, en de politiek een draai heeft gemaakt om alleen onder de Bredestraat te bouwen en de landingsbaan te laten voor wat die is. De CDA-fractie heeft toen gepleit voor een politiek bestuurlijke discussie over toekomstige woningbouwlocaties. Niet meer en niet minder. Daarmee kan de politiek, en ook u mijnheer Boer, een afweging maken op basis van argumenten. En die ontbreekt. De heer BOER Indecommissieheeftuheelnadrukkelijkgepleitvoorwoningbouwboven de Bredestraat, letterlijk, zonder daar iets aan af te doen. Dat was gewoon uw conclusie. Het is nu al moeilijk, ik ervaar het, want ik woon al een tijdje in de Haagse Beemden, om in de binnenstad je contacten te hebben, want je hebt echt het gevoel dat je net zo goed in Oosterhout had kunnen wonen. De afstand is veel te groot. Die moet worden opgevuld door het gat dat op bladzijde 11a zo duidelijk staat weergegeven. Ook de pijlen geven dat aan. Ten aanzien van de zeven punten moeten we maar afwachten hoe die verder worden uitgewerkt. We geven het Stadsplan het voordeel van de twijfel De heer VERPAALEN Als de gemeente een pluim verdient, zul je die moeten geven. Ik denk dat de gemeente met dit Stadsplan een pluim heeft verdiend. Er is een prima inspraak geweest. Datgene wat er is uitgerold is een prima uitgangspunt voor verdere discussies. Ik vind het onjuist om nu al allerlei wensen of accenten te willen neerleggen, zoals een aantal raadsleden heeft gedaan. Het is juist een voordeel dat het een totaal beschrijvend, relatief neutraal karakter draagt, want daardoor is er een verder inspraaktraject mogelijk, en kan er ook discussie over de verdere plannen plaatsvinden. Indien er wel concrete voorstellen waren gedaan, dan lagen ze vast en was er geen discussie mogelijk. Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Er is heel veel gezegd. Ik denk dat voor sommigen het Stadsplan vaag lijkt, voor anderen ziet het er wat bedreigend uit, maar dat geeft precies aan wat het Stadsplan is. Voor de een kan het een bedreiging zijn, voor de ander gaat het niet ver genoeg. Het college heeft de uitgangspunten waarover kon worden gediscussieerd vastgesteld. Een van de sprekers sprak over meer peper. Als je dit vergelijkt met kookkunst en de daarbij behorende smaakmakers, dan kun je van smaak verschillen. Maar ik denk dat ieder aan zijn trekken komt, en dat degene die van peper houdt misschien wel het meest aan zijn trekken komt. Want het is niet uitgesloten dat er zeer gepeperde discussies gaan komen. Dat zie je vanavond al bij de discussie over het buitengebied, want zo'n zaak is niet mis te verstaan. Nu kunt u wel zeggen: wat heeft dat met het Stadsplan te maken? Als je de Stadsplangedachte in je hoofd hebt, zul je dat toch onwillekeurig meenemen. Het is toch die paraplu waar je onder zit, en waarbij je de ene keer natregent en de andere keer niet. Ik wil niet zeggen dat hij lekt, maar het is wel zo datje niet precies kunt bepalen waar de breedte zit. De heer Van der Westerlaken vraagt hoe het zit met de evaluaties. Na iedere cyclus volgt een evaluatie, en op die momenten zullen we hierover spreken. Dan kun je ook strenger worden, of zaken versoepelen, of veranderen enzovoort. Maar dan altijd wel beargumenteerd, niet zomaar.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 273