28 MEI 1998 fonds sociale vernieuwing is na 1998 hoegenaamd leeg. In het bijzonder doelen wij hier op de experimentele bijdrage aan de dienstenwinkel Haagse Beemden. De Stichting Ouderenwerk Breda, Vertizontaal en het Instituut voor Maatschappelijk Werk moeten ervan doordrongen zijn dat bij het slagen van dit experiment het zeker niet zo is, dat deze activiteit, met de inzet van een gemeentelijke bijdrage kan worden gecontinueerd, dan wel kan worden uitgebreid naar andere districten. Zijn deze welzijnsinstellingen hiervan voldoende doordrongen? In de vorm van een stemverklaring met betrekking tot de activiteit preventieve woonbegeleiding het volgende. Wij blijven van oordeel dat alle woningbouwcorporaties zich deze problematiek zouden moeten aantrekken. De corporaties moeten niet uitsluitend aandacht vragen voor woningbouw, maar moeten ook aandacht hebben voor bewoners. Wat dat betreft zouden de woningbouwverenigingen, met uitzondering van de Woningbouwvereniging Volkshuisvesting, een voorbeeld kunnen nemen aan 't Koetshuis in Bavel. Deze instelling participeert in dit project dankzij een beroep op externe fondsen. Daarmee onderkent zij, als hulpverlenende instantie, de noodzaak van deze activiteit nadrukkelijk. De heer BOER Onze fractie is bij de behandeling van dit punt in de commissie niet aanwezig geweest. Ik was toen ziek en ik heb dat ook gemeld. Bij het doornemen van het vele geld dat u wil laten doorstromen naar allerlei welzijnsvoorzieningen, heb ik dezelfde opmerking die het CDA heeft geplaatst bij het eenmalig gebeuren. We hebben dat vaker gezien en dat kan heel erg vervelend uitpakken. Verder heb ik nog wat concrete vragen. Ten aanzien van woonconsumenten, punt 3 op pagina 3 van het raadsvoorstel, meenden wij dat het bedrag wat hoger was. Dat is nu 86.000,—. Hoe werkt dat verder naar de toekomst? Dit is een belangrijke ondersteuning. Over de uitbreiding dagop vangvoorzieningen vraag ik enige informatie over hoe dat precies zit en waarvoor dat is. Ik heb dat in de stukken niet kunnen terugvinden. De meeste problemen hebben wij met punt 6: gemeentelijkebijdragepassantenopvang/'t Opstapje. De stichting't Opstapje is in 1990 opgericht, en heeft een handel in tweedehands meubelen en spullen opgezet. De bedoeling is dat met het geld, dat deze handel oplevert, mensen kunnen worden opgevangen, in de zin van een dagopvang, en dat er nog wat andere zaken kunnen worden geregeld. Sinds enkele weken horen wij dat het daar niet goed gaat, en dat 't Opstapje veel minder sociaal bezig is, dan eigenlijk op basis van haar statuten mag worden verwacht. Sinds de aanstelling van de coördinatrice, mevrouw Heerkens, in april 1994 worden oude vrijwilligers, die daar al jaren werkten, op een soms grove manier de deur gewezen. Sommigen mogen zelfs niet eens meer binnenkomen. Velen hadden teveel en te deskundig commentaar op de nieuwe maatregelen van mevrouw Heerkens. Dat de mooiste stukken die werden opgehaald zomaar verdwenen, was ook voor hen een doorn in het oog. Verder zou er in 1996 met het subsidie van het Julianafonds een doucheproject zijn opgezet, om daklozen te laten douchen, en daarvan is ook een wasmachine aangeschaft, om hun kleren te laten wassen. Echter, hiervan mogen geen daklozen gebruikmaken. Ook worden daklozen, die bij 't Opstapje een postadres vragen om van daaruit een aanvraag te doen bij de Sociale Dienst, verplicht om te werken. Sinds de komst van mevrouw Heerkens zijn de prijzen van de goederen dusdanig verhoogd dat de minima, waarvoor het allemaal is bedoeld, de goederen niet meer kunnen betalen. Het principe van het tegen een zo laag mogelijke prijs verkopen van de gratis opgehaalde goederen is inmiddels verlaten, 't Opstapje is hierdoor een commerciële instelling geworden, die te weinig oog heeft voor de sociale problemen. De vrijwilligers die daar werken kregen niet eens een vrijwilligersvergoeding, terwijl dat in bijna alle welzijnsinstellingen te doen gebruikelijk is. Die vergoeding bedraagt momenteel 100,- per maand. In dit kader past ook het volgende. De stichting 't Opstapje heeft, omdat zij door de hoge omzet btw-plichtig was geworden, een tweede stichting in het leven geroepen, de stichting HerinstapDe opbrengsten kunnen nu worden gedeeld en beide stichtingen zijn niet meer btw-plichtig. Dat is een slimme commerciële zet, maar die kan ook leiden tot ondoorzichtige handelingen. Wij hebben het jaarverslag 1997 van de stichting Herinstap opgevraagd, maar de gemeente is daar nog steeds mee bezig, dus wij hebben dat niet gekregen. Wel hebben we het jaarverslag 1996 gehad. We hebben dat laten becommentariëren door de ervaringsdeskundigen, oftewel de vrijwilligers van 't Opstapje. Daaruit blijkt dat het doucheproject, waarvoor het Julianafonds in 1996 ongeveer 12.000,- had gefourneerd, niet in het jaarverslag 280

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 280