28 MEI 1998 staat opgenomen. Bij punt 4414 uit het jaarverslag, reiskosten vrijwilligers, staat een bedrag van 3.540,-. Dit blijkt voor maar één vrijwilliger te zijn geweest, die 25,- per dag kreeg om op en neer te rijden naar Baarle-Nassau. Dat lijkt ons heel veel. Er waren ook mensen die geen vergoeding kregen, en die kwamen uit Etten-Leur. Uit het algemeen verslag bleek, dat het aantal bezoekers dat in het jaarverslag is opgenomen veel te hoog was. Gemiddeld zouden dat er 30 moeten zijn, maar volgens de mensen die er hebben gewerkt waren dat er slechts 15. Het aantal opgegeven bezoekers, 6.491, is derhalve twee keer te hoog. Bovendien zijn er ook nogal veel dubbeltellingen. In de bijlage van het jaarverslag staat de hulpvraag van de bezoekers. Er is 46 keer gevraagd naar kleding, 238 keer naar douchen, 103 keer naar eten, 580 keer naar telefoneren en naar een privé- gesprek is 397 keer gevraagd. Dat zijn indrukwekkende aantallen, maar voor de mensen die er in 1996 hebben gewerkt blijkt dat er nooit kleding is uitgereikt, dat maar één persoon mocht dou chen, dat eten nooit werd verstrekt en dat je zelfs je eigen meegenomen boterham niet binnen mocht opeten. Telefoneren was verboden en er zijn maar enkele privégesprekken geweest. Dat geeft aan dat het jaarverslag aan alle kanten rammelt. Ook het aantal vrijwilligers, dat in het jaarverslag staat opgegeven, blijkt gemiddeld twee keer te hoog te zijn. Er wordt gesproken van 30 tot 34 vrijwilligers, terwijl het er maar hooguit 15 zijn geweest. In die zin denken wij dat het buitenge woon slecht is dat 't Opstapje geld kan krijgen. Voorts blijkt ook nog dat 't Opstapje in 1996 een omzet heeft gedraaid van 231.000,-, waarvan bijna 49.000,- exploitatieresultaat is. Daar komt nog 50.000,— van de gemeente bij en een kleine bijdrage van 375,— van derden, zodat de nettowinst 99.000,- bedraagt. Eind 1996 was het eigen vermogen al 250.000,-. Het vermogen per 1 januari 1998 schatten we op 330.000,—Er is een aantal andere stichtingen dat hard roept om geld. Deze stichtingen worden door de gemeente verwezen naar het SMO. Het SMO wijst hun verzoeken om subsidie af. Wij kunnen niet begrijpen dat op een gegeven moment een stichting als 't Opstapje, dat zichzelf eigenlijk heel goed kan bedruipen en, naar onze mening, helemaal geen sociale instelling meer is, wel 130.000,- krijgt. Wij hebben zojuist ook nog gehoord, maar ik weet dat niet zeker, omdat ik het jaarverslag niet heb gekregen en er ook niet naar heb gevraagd, maar dat zal ik morgen onmiddellijk doen, dat De Gaarshof ongeveer 2 miljoen in de sok heeft zitten. De stichting Hergebruik roept al jaren, en u heeft aan het begin van de vergadering gehoord hoe hard ze roept, om geld. Wij hebben hierover ook verschillende malen artikel 48-vragen gesteld. Juist de stichting Hergebruik werkt met de moeilijkste mensen, met ex-verslaafden, die in bijna onmogelijke situaties leven, maar toch ook nog werken en hun best doen om niet meer aan het spul te komen. Ik heb grote bewondering voor de stichting Hergebruik en voor datgene wat de jongens en meisjes daar doen. De nieuwe stichting die is opgericht, als een soort vervanger voor 't Opstapje, de stichting De Nieuwe Start en waarvan ik zojuist lees dat zich al 15 jongeren hebben aangemeld, roept ook heel dringend om geld. Wij verzoe ken u dan ook, en wij hebben daarvoor een motie gemaakt, om de 130.00,— voor de stichting 't Opstapje niet aan deze stichting uitte geven, maar om die 130.000,- wel te blijven bestemmen voor opvang en uit te zoeken of van die 130.000,— de stichting Hergebruik en de stichting De Nieuwe Start zouden kunnen worden betaald. De stichting Hergebruik heeft 103.000,-- nodig om voorlopig weer even uit de zorgen te zijn. De motie dien ik hierbij in. De VOORZITTER Door de heer Boer is een motie ingediend. Deze voldoet aan de formele vereisten, is voldoende ondertekend en maakt onderdeel uit van de beraadslagingen. De door de heer Boer, namens de fractie van de Parel van het Zuiden, ingediende motie luidt als volgt: MOTIE (2) De leden van de raad der gemeente Breda, gelet op artikel 31 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad der gemeente Breda; 281

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 281