28 MEI 1998 stellen de raad voor zich uit te spreken als volgt: De raad der gemeente Breda, in vergadering bijeen ter behandeling van het voorstel van burge meester en wethouders inzake de sociale vernieuwing: afwikkeling 1997 en herzien bestedingsplan 1998; overwegende dat: - de stichting 't Opstapje onderdeel uitmaakt van het SMO (Samenwerkingsverband Maatschappelij ke Opvang); - deze stichting samen met De Gaarshof (Baarle-Nassau), Wijdeveld (Bavel) en passantenverblijf 't IJ, als zogenaamde "cluster lang" onder één bestuur vallen; - dit bestuur de meerderheid vormt binnen het SMO en dus de macht heeft; - de stichting 't Opstapje volgens het jaarverslag 1996 een eigen vermogen heeft van 249.795,—; - de bruto-omzet in 1996 231.213,— bedroeg; - het exploitatieresultaat in 1996 48.869,- bedroeg, zodat de totale nettowinst inclusief de gemeentelijke subsidie van 50.000,- en een kleine bijdrage van 375,— van derden 99.244,— bedroeg; - de cijfers over 1997 niet veel van die van 1996 zullen afwijken; - het eigen vermogen per 1 januari 1998 geschat kan worden op 330.000,-; - geconstateerd kan worden dat de stichting 't Opstapje een rijke stichting is die zichzelf volledig kan bedruipen; - de stichting Hergebruik en de stichting De Nieuwe Start dringend geld nodig hebben om hun opvangwerk voor ex-verslaafden en vastgelopen jongeren te kunnen blijven doen; - beide stichtingenbij herhaling subsidiehebben gevraagd aan de gemeente, daar zijn doorverwezen naar het SMO die vervolgens de subsidieverzoeken afwees; - in het voorliggende voorstel voor 1998 130.000,- direct, dus niet eens via het SMO, aan 't Opstapje ter beschikking wordt gesteld; besluit: -de/ 130.000,-- voor 1998 niet aan 't Opstapje te verstrekken; - het college van burgemeester en wethouders opdracht te geven dit aan de coördinatrice van 't Opstapje, mevrouw Heerkens, mede te delen; - de 130.000,-- wel voor de opvang te blijven bestemmen; - het college van burgemeester en wethouders opdracht te geven binnen die doel steil ing een nieuwe bestemming te zoeken en daarbij speciaal te letten op de situatie van de stichting Hergebruik en de stichting De Nieuwe Start; en gaat over tot de orde van de vergadering. De heer VERPAALEN In de commissievergadering heb ik mij gekeerd tegen de punten 24 en 26 en deswege kan ik niet voor het voorstel zijn. Wethouder VAN RAAK In de richting van de heer Coppens het volgende. Ik denk dat de instellingen er wel degelijk van doordrongen zijn dat continuering niet vanzelfsprekend is. Dat hoort bij een project en men moet dat weten. Anderzijds dreigt er soms een traditie te ontstaan dat projecten blijvend zouden moeten worden gesubsidieerd, maar daardoor is er van een projectmatig karakter in feite nauwelijks meer sprake. Ik denk dat een toekomstige financiering aan de orde kan zijn, doordat de instellingen het zelf gaan financieren, dus met een eigen bijdrage van de instellingen. Dat zal primair op tafel komen. Je kunt ook zeggen: we geven ze, om deze activiteit te behouden, een taakopdracht in het kader van het innovatietraject. Dan moeten ze in ieder geval als taak meenemen gedrieën te 282

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 282