28 MEI 1998
285
De heer SCHRODER
Dat ben ik met u eens, maar u geeft aan dat, wanneer de bezwaren van de heer Boer juist zijn,
die én goed moeten worden onderzocht
Wethouder VAN RAAK
Dat doen we bij de jaarrekening, en dat doen we niet bij een voorlopige subsidietoekenning. Dat
gebeurt op een ander moment. Als je de spelregels wilt gaan veranderen, dan is het hek van de
dam. Met betrekking tot uw pleidooi voor het subsidiëren van de stichting Hergebruikhet volgende.
U heeft daarvoor al een x-aantal malen gepleit, dat weet ik. U heeft daarover ook ex artikel-48
vragen gesteld. Wij hebben in dat verhaal en in dit verhaal ten aanzien van de stichting Hergebruik
een aantal zaken meegenomen. U weet dat wij in eerste instantie de stichting Hergebruik hebben
verwezen naar het SMO, het Samenwerkingsverband Maatschappelijke Opvang. Waarom? We
hebben overal in die maatschappelijke opvang al enorm veel knelpunten. Ik wil niet dat er een
overlap gaat ontstaan, of dat er producten dubbelop komen en we tussen de instellingen een concur-
rentiesituatie krijgen. Dat is vrij simpel. Er is een beperkt budget, er zijn enorme wachtlijsten
en er zijn talloze knelpunten in de maatschappelijke opvang. U weet dat ook, en u heeft daarover
ook al een keer het woord gevoerd. Wat dat betreft is het werken met krapte. Ik constateer, in
tegenstelling tot u, dat het SMO geen subsidieverzoeken afwijst, dat doet de gemeente. Het SMO
heeft daartoe geen besluitvormingsrecht. Voorts constateer ik dat de poging om de stichting
Hergebruik en het SMO met elkaar in contact te brengen, afspraken te maken, niet lukt. Op de
een of andere manier accordeert dat slecht met elkaar, de ene partij en de andere partij kunnen
blijkbaar niet met elkaar tot afspraken komen. Dat betreur ik. Ik constateer tegelijkertijd dat er
door de stichting Hergebruik activiteiten worden aangeboden die elders ook al aanwezig zijn, en
dat geldt in feite ook voor De Nieuwe Start. Dat is een verdubbeling van het aanbod. U kuntzeggen
dat er ook andere groepen worden benaderd, en daarin heeft u gelijk, maar wat ik in dit verhaal
aangeef is een vervolgstap. U kunt dat vinden onder project nummer 24. Daar wil ik in beeld
brengen wat de producten zijn. Ik wil dat nauwkeurig onderzoeken. Daarbij worden ook de kleinere
instellingen betrokken. Aan de hand daarvan wil ik kijken of er sprake is van overlap, ofwel van
een specifieke problematiek, op basis waarvan ik binnen het beschikbare budget voor maatschap
pelijke opvang u eventueel kan voorstellen een herverkaveling te doen. Dit gebeurt niet eerder
dan na zo'n onderzoek. Want als partijen niet zelf tot inzichten kunnen komen, en zelf geen hand
reiking kunnen doen, omdat er verschil van mening blijft bestaan, en men elkaar blijft beconcurre
ren, of een rivaliserende houding blijft aannemen op het gebied van de maatschappelijke opvang,
dan kan ik niet anders. Ik denk dat we, door datgene wat we bij punt 24 aan de orde stellen, mis
schien een stapje verder kunnen komen. Wat dat betreft denk ik dat ik de motie van de Parel van
het Zuiden moet ontraden. Datgene wat de heer Verpaalen zei, beschouw ik als een stemverklaring.
TWEEDE TERMIJN
De heer BOER
Ik vind dit buitengewoon jammer. Ik begrijp ook eigenlijk niet wat hier gebeurt. De jaarrekening
1996 moet bij de wethouder bekend zijn. Ik kan me voorstellen dat hij er de finesses niet van weet,
vandaar dat ik het zo in de motie heb geschreven. Hij kan dat controleren, want ik heb hier ook
de jaarrekening en het jaarverslag liggen. Ik denk ook niet dat de wethouder eraan twijfelt dat
ik het foutief heb overgenomen, die indruk heb ik althans niet gekregen. Als de wethouder er vanuit
gaat dat ik datgene wat hier staat niet heb verzonnen, maar dat ik dat rechtstreeks uit het j aarverslag
1996 heb overgenomen, dan kan hij constateren dat er per 1 december 1996 een eigen vermogen
is van 249.795,--. Dat is een enorm bedrag. Tevens is op een gegeven moment gebleken dat
De Gaarshof ook nog eens zo'n 2 miljoen ergens in een sok heeft zitten. Een paar stichtingen
zijn wel degelijk naar het SMO verwezen. Maar als het SMO geen subsidierecht heeft, dan begrijp
ik niet waarom zij naar het SMO worden verwezen, want dan kan de gemeente het ook zelf
afwerken. Dit soort situaties geeft aanleiding tot discussie. Enerzijds blijft er veel geld op de plank
liggen, en anderzijds dreigt de stichting Hergebruik, die toch al zo'n zeven jaar bezig is, gewoon
failliet te gaan, omdat zij vanuit het SMO geen steun krijgt. Als er een subsidieaanvraag bij de