29 JANUARI 1998 29 wijzen op het openbaar vervoer karakter van al deze plannen samen, de shuttle naar het noorden en het oosten, de HOV, waarmee we nog bezig zijn, enzovoort, enzovoort. Vele discussies en ontwikkelingen lijken de komende tijd in een gezamenlijk perspectief terecht te komen, wat in hoge mate een integraal denken en besluiten vereist. De discussie over het stadsplan zou hier, bij voorbeeld, mede bundelend kunnen werken. Uitdrukkel ijk willen wij daarbij toch ook vermelden dat we hierbij niet beogen Breda te veel in een monofunctievervoer en -mobiliteit te oriënteren. Dat zou de stad geen goed doen. Wel is de gedachte van een vervoersknooppunt een onderwerp waarnaar, in onze optiek, onderzoek moet worden gedaan. Een sterke economisch gezonde stad, met veel werkgelegenheid en een stevige uitstraling kan de uitdagingen naar de toekomst beter aan. De heer VAN DER WESTERLAKEN Na de uitvoerige behandeling in de commissie, kunnen we nu kort zijn. Na het besluit van de Tweede Kamer vorig jaar was en is D66 van mening dat, gelet op de belangen van onze inwoners, maar ook vanuit economisch oogpunt, we het 'neen' moesten laten varen, en dat we binnen de financiële en planologische kaders van het PKB moesten gaan samenwerken met Rijkswaterstaat, om zo voor Breda een zo optimaal mogelijke inpassing van de nieuwe infrabundel te krijgen. Nu zeker is dat de HSL wordt aangelegd, is het onze verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat deze aanleg voor ons woon-, werk- en leefklimaat op een zorgvuldige wijze gebeurt. Voor Breda is het van het allergrootste belang de kansen zo maximaal mogelijk te benutten en de nadelen tot een minimum te beperken. Vorig jaar hadden we een lange lijst met punten van aandacht die in het OTB dienden te worden meegenomen in het overleg met Rijkswaterstaat. Een groot aantal is nu opgenomen, waarvoor onze waardering. Een aantal moet nog verder worden uitgewerkt, en ik wil me nu beperken tot een aantal punten en niet alle punten die wij in de commissie aan de orde hebben gesteld. Ik wil beginnen met de shuttleverbinding. D66 is van mening dat die tot aan het station moet worden aangelegd, en dat de uitvoering gelijktijdig met de aanleg van de HSL dient plaats te vinden. Hierover moet vooraf helderheid zijn, en we moeten daaraan vasthouden. Dat is ook in het belang van datgene wat Breda in de toekomst misschien gaat doen in het kader van het vervoersknooppunt. Breda zal dan één van de zes vervoersknooppunten in Nederland worden. Punt van aandacht blijft ook de informatie en de communicatie met de inwoners. Wij verzoeken u om samen met de Provincie en met Rijkswaterstaat snel zekerheid te geven, met name als het gaat om de herhuisvesting. Tenslotte de kosten. Hierover is vanavond al door meerdere partijen iets gezegd. Breda wordt geconfronteerd met extra werkzaamheden, die niet uit leges en dergelijke worden gedekt. Ook D66 is van mening dat deze kosten door het Rijk moeten worden vergoed. Zo zijn wij onder andere van mening dat bijvoorbeeld de kosten, die broodnodig moeten worden gemaakt voor archeologisch onderzoek, ook onder deze rijksvergoeding moeten vallen. Over het bereikbaarheidsplan hebben we in de commissie ook uitvoerig gesproken. Tot besluit nog het volgende. Bij gebrek aan financiële middelen bij Rijkswaterstaat wensen wij geen bezuinigingen op architectuur en op de milieumaatregelen. De heer CRUL Ik wil nog even ingaan op het voorstel hieraan voorafgaand over de schadeclaims. Het was inderdaad zo, zoals de wethouder zei, dat ik in de commissie voor ben geweest. Het was ook al heel laat, maar dat is niet de reden. Ik dacht dat ik van de fractie voor dat voorstel wel een gunstig advies zou kunnen krijgen. Maar we hebben op dit moment vijf nieuwe fractieleden, een kweek vijver voor de volgende verkiezingen, en je komt dan in de fractie terug en dan kan er wel eens een ander standpunt worden ingenomen. En achteraf ook terecht, denk ik zelf, gezien de argumenten die ik vanavond heb genoemd. Ik wil nog even terugkomen op de commissievergadering over deze zaak. De wethouder heeft mij daar verweten dat ik een selectief geheugen heb. Ik heb dat niet ontkend. Maar ik heb zaterdag even naar de televisie gekeken naar de VVD-kopstukken, ik merk dit op omdat de wethouder daarvan ook deel uitmaakt, en ik heb een aantal mensen aan het woord gehoord over ons Edje Nijpels. Nou, als zij die dat naar voren brachten, Vonhoff, Wiegel en anderen, geen selectief geheugen hadden, dan weet ik het niet meer. Ik verkeer dus best in redelijk gezelschap. Ik heb van dit voorstel in de fractie verslag gedaan van de commissiever-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 29