25 JUNI 1998 308 staanplaatsen meer te verhogen dan de inflatie. Er moet op dit moment een inhaalslag worden gemaakt. Dat is akkoord, maar dan vinden wij een verhoging met bijvoorbeeld een half procent of een heel procent boven de inflatie voldoende, en niet 5,5%. Wethouder VOSSENAAR-BLOKDIJK Ik weet niet of ik dit als een stemverklaring moet opvatten, of dat daarop enige reactie nodig is. Het is bekend dat we hier te doen hebben met een inhaalslag. Dat geeft de heer Kwisthout ook al aan. De toegestane huurverhoging voor de staanplaatsen is aanzienlijk hoger dan 5,5% en de woningcorporatie beperkt zich in haar verhoging tot het percentage, dat noodzakelijk is om in evenwicht te zijn met datgene wat het Rijk kort op de subsidie hierop. Zodoende zal er geen extra probleem ontstaan. Dat is eigenlijk het enige wat ik op dit moment erover wil zeggen. De heer KWISTHOUT Ik besluit met te constateren dat de gemiddelde huurverhoging in Breda op dit moment 3,9% bedraagt, en ik nog steeds weinig reden zie om daar zover boven te gaan zitten. Voor ons had die inhaalslag wat langzamer mogen worden gemaakt. Akkoord, met de aantekening dat de fractie van de SP geacht wenst te worden te hebben tegengestemd. 117. FUSIE VAN DE BESTUURSCOMMISSIE 0V(S)0 VAN VAN COOTH SCHOLENGE MEENSCHAP MET DE STEDELIJKE SCHOLENGEMEENSCHAP GRAAF ENGELBRECHT. De heer KWISTHOUT Wij hebben in onze fractie grote twijfels bij de noodzaak van deze fusie. Wij denken dat voor ons de nadelen op langere termijn voor de leerlingen en de docenten zwaarder wegen dan de voordelen op korte termijn. We hebben ook nog een vraag daaromtrent. Wij hebben ons in de fractie afgevraagd waarom het Stedelijk Gymnasium geen deel uitmaakt van die fusiepartners. Er moet een grote brede scholengemeenschap komen, van LBO tot Atheneum, ook met de Rotonde erbij. Waarom hoort het categoriale gymnasium daar dan niet bij? Wethouder VOSSENAAR-BLOKDIJK Ik zal graag erop reageren. Wanneer men de onderwijsontwikkelingen in dit land volgt, dan is het heel duidelijk dat een aantal scholen moet fuseren om de leerlingen voor de toekomst vol doende aanbod te kunnen geven op het gebied van de vakkenpakketkeuze en de profielstromen. Dat het Stedelijk Gymnasium daarbij een uitzonderingspositie inneemt is helemaal niet zo bui tengewoon. Categoriale gymnasia sluiten zich onderling bij elkaar aan. Zij hebben in het onderwijsveld een hele aparte positie. De situatie in het Bredase is zo, dat men ook binnen het openbaar voortgezet onderwijs streeft naar een breed aanbod voor de leerlingen en een brede werkgelegenheidszekerheid voor de docenten. Vanuit die achtergrond, en zo is dat ook toegelicht door de bestuurscommissie zelve in de commissievergadering, heeft men besloten tot deze fusie. Dat is, denk ik, toch een goede zaak. TWEEDE TERMIJN De heer KWISTHOUT Wij hebben onze twijfels daarbij. Er is wel gezegd dat het op zich twee verschillende scholen blijven, maar dan wel onder een gezamenlijk bestuur, maar ik kan me zo voorstellen op termijn, als er bijvoorbeeld bij de Graaf Engelbrecht Scholengemeenschap in de MAVO-4 eindexamenklas vijf leerlingen aardrijkskunde zijn, en bij de andere school ook, dat dan op een gegeven moment die twee worden samengevoegd en dat je toch allerlei fusies krijgt. Wij zien dat niet als een voordeel voor de leerlingen en ook niet voor de leraren. Maar nog steeds is het antwoord op mijn vraag niet duidelijk. De wethouder heeft gezegd dat er brede scholengemeenschappen moeten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 308