25 JUNI 1998 313 stellen van de gevraagde financiële middelen gaan wij akkoord. Na een zorgvuldige afweging van de argumenten van de Schoolraad en de wethouder betreffende de financiering van de onderwijsmonitor, stemmen wij ook in met de voorgestelde financiering daarvan. Uit ervaring blijkt dat de thuissituatie, de achtergrond van kinderen meer invloed heeft op het schoolsucces van kinderen dan de school. Daarom vindt het CDA het heel belangrijk om zwaar in te zetten op projecten, die bedoeld zijn om de participatie van de ouders te bevorderen. Daarnaast kunnen ook hogere en hoogopgeleide allochtonen, vanuit hun eigen zekere en stevige positie in onze Nederlandse samenleving, een rol spelen bij het voorkomen van onderwijsachterstand van allochtone leerlingen. Probeer ze bijvoorbeeld in te schakelen bij de huiswerkbegeleiding, dan zal hun voorbeeldfunctie ook de jongeren kunnen stimuleren. In de krant van gisteren stond daar over een interessant artikel. Ook zouden er in probleemwijken experimenten kunnen worden opgestart waarin werkloze allochtonen, die gezag hebben in de wijk, de scholen bijstaan bij de begeleiding van de allochtone leerlingen en hun ouders. Wij dringen bij u erop aan om deze suggesties serieus te bekijken en zo mogelijk te betrekken bij de verdere uitwerking van het onderwijsachterstandenplan. De heer HAARHUIS Vernieu wing van onderw ij sbeleiddat bestr ij d ing van onaanvaardbare achterstanden en tweedel ing in de samenleving beoogt, is voor ons van essentiële betekenis. Het is natuurlijk niet het enige onderwerp van beleid dat zich daarmee bezighoudt, maar wel een belangrijk onderwerp. Wij zijn ervan overtuigd dat problemen met betrekking tot de leefbaarheid in buurten en wijken voor een groot deel ook beginnen bij achterstanden en aansluitingsproblemen in het onderwijs. Het is dus heel essentieelDe raamnota en het voorliggend uitwerkingsplan getuigen ook van projecten, die bestrijding op dit punt versterken en dat wordt door ons positief beoordeeld. Het CDA heeft in de commissiebehandeling en ook zojuist bij de raadsbehandeling, al indringend gewezen op een aantal aspecten en mogelijkheden om ouders intensief te betrekken bij het onderwijs en ook om aansluiting te zoeken bij andere groeperingen in wijken en buurten met achterstandsproblema- tieken, die betrokken kunnen worden bij het onderwijs. Wij zijn er heel blij mee, dat het CDA dat zo uitspreekt. Het versterkt ook onze visie om in wijken en buurten te zoeken naar samenwerking op alle mogelijke vormen van projecten, die dat soort problematiek kunnen be strijden. Onze fractie is blij met deze opmerkingen, maar wij maken die ook niet voor niets. De risico's voor het ontstaan van achterstanden in de samenleving en sociale problematieken worden gecreëerd op heel jonge leeftijd, daar waar de ouders, ik sluit nogmaals aan bij het CDA, nog heel veel invloed hebben op hun kinderen. Het klinkt enigszins paradoxaal bij een nota over het onderwijs, maar juist deze voorschoolse periode is van groot belang. Een verschuiving en een accentuering in deze richting is welkom en noodzakelijk. Een grotere rol van de school in de buurt en de wijk, menen wij, kan een belangrijke bijdrage zijn om de breuken te helen. Wat ons dan ook in de nota enigszins tegenviel was de wat flauwe beschrijving van het begrip 'vensterschool', of: de brede school. Er zijn vele verschillende termen voor. In onze optiek wordt te veel in de nota de suggestie gewekt dat alle mogelijke vormen van kansbenutting tussen de wijk en de school niet veel meer zouden zijn dan een gebouwenbeleid. De wethouder heeft ons tijdens de commissiebehandeling al ervan overtuigd dat we dat te negatief lezen en dat zo'n interpretatie ook volstrekt niet de hare is. Ik zou het op prijs stellen voor het verslag en ook voor de toekomst, dat de wethouder nog eens wil bevestigen, dat de ontwikkelingen in de richting van vensterscholen vooral een onderwijs-, opvoedings- en welzijnsfilosofie betreffen, en dat het pas in tweede instantie een beleid is waarbij de samenhang van gebouwen mogelijk en soms wenselijk is. De vensterschool is nooit een panacee voor de oplossing van alle kwaden, wel ver dienen de verschillende vormen van de op dit gebied reeds bestaande experimenten in andere steden navolging. Het wordt tijd dat de gemeente Breda zich daarmee ook serieus bezighoudt. De beschikbaarheid van de middelen noodzaakt ons om voor de datum van 1 augustus aanstaande het onderwijsachterstandenplan vast te stellen, als vervolg op de uitwerking van de eerder vastgestelde kadernotitie. Wij menen dat wij met dit plan op de goede weg zijn, maar dat de plannen voor echte beleidsveranderingen, en mevrouw Lamers wees er ook al op, de intenties en de uitwerkingen tussen het werkveld, de overheid en de gemeente pas in de nabije toekomst

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 313