25 JUNI 1998
314
op gang zullen komen. In onze optiek is er sprake van een wat voorzichtige aanloop. Overigens
is de fractie van de Partij van de Arbeid blij met de ruimere armslag in dit uitwerkingsplan voor
de huiswerkbegeleiding. De samenhang tussen deze projecten en de overige projecten en het beleid,
gericht op probleemgroepen, is van grootbelang. Tenslotte de opmerkingen van de Schoolraad.
Ook onze fractie is van mening dat, als je kijkt naar het percentage van de overhead die wordt
benut, het volstrekt verantwoord is de monitor uit dezelfde middelen te betalen. We sluiten ons
op dat punt ook aan bij het standpunt van het college.
De heer SCHOENMAKERS
'Kansen voor kinderen' is de titel van dit onderwijsachterstandenplan. Het zijn niet alleen kansen
voor kinderen, maar het zijn kansen voor totale gezinnen die in een achterstandssituatie leven.
Ik kan me helemaal aansluiten bij datgene wat van de zijde van het CDA en van de Partij van
de Arbeid naar voren is gehaald. Het kind staat centraal bij dit onderwijsachterstandenplan. Maar
het gaat niet alleen om schoolprestaties, zodat kinderen betere kansen krijgen op de arbeidsmarkt,
maar ook om het kind voor te bereiden en toe te rusten om zich te kunnen manifesteren in onze
multiculturele samenleving. Voorkomen moet worden dat kinderen het onderwijs voortijdig
verlaten, waardoor ze onvoldoende startkwalificaties hebben voor de arbeidsmarkt, met als gevolg
langdurige werkloosheid en een mogelijke kans dat ze in het criminele circuit terechtkomen. Dit
alles vraagt om een geïntegreerde aanpak van het onderwijsveld met welzijns- en maatschappelijke
organisaties, het jeugd- en jongerenbeleid en de kinderopvang, omdat deze achterstanden ook
worden bestreden vanuit deze en andere beleidsterreinen. Het is tevens een belangrijke
ondersteuning van het armoedebeleid. De financiering van deze projecten vraagt ook om extra
financiële ondersteuning vanuit de rijksoverheid. Nu alle politiekepartijen bij de afgelopen verkie
zingen onderwijs hoog in het vaandel hebben, hopen wij dat dit bij de kabinetsformatie zichtbaar
zal worden. De rijksoverheid heeft een aantal onderwijstaken gedecentraliseerd naar de gemeenten,
en dat is best een goede zaak. Maar laat deze zelfde overheid dan ook zorgen voor aanvaardbare
financiële middelen. Via de media hebben wij kunnen vernemen dat bij de kabinetsformatie het
terugdringen van de wachtl ij sten voor taal lessen b ij al lochtonen prioriteit heeftMet de speerpunten
van het plan kunnen wij instemmen, vooral met het tegengaan van achterstanden in de voor- en
vroegschoolse periode, de projecten die daarvoor aanhangig worden gemaakt en de actie die zal
worden ondernomen om het voortijdig schoolverlaten tegen te gaan. De in het plan genoemde
gezamenlijke verantwoordelijkheid van de ouders, het onderwijs, de maatschappelijke organisaties
en de gemeente, spreekt ons aan. Ook zijn wij blij dat er overeenstemming over dit plan is met
het onderwijsveld. Wij betreuren het dat er over de financiering van de monitoring met de
Schoolraad geen eenheid van denken bestaat. Wij zijn van mening dat de monitoring moet worden
bekostigd uit het onderwijsachterstandenbudget. De geleidelijke overgang van het OVG naar het
onderwijsachterstandenbeleid vinden wij juist, omdat dan in deze periode een aanzet kan worden
gegeven om te komen tot een operationalisering van de beleidsuitgangspunten. Ik zou mij ook
willen aansluiten bij het pleidooi van de Partij van de Arbeid over de vensterscholen, want ook
wij vinden dit een prachtig middel om aan onderwijsachterstanden een halt toe te roepen.
De heer CRUL
Dit is een belangrijk voorstel volgens iedereen in de commissie, maar ook volgens GroenLinks.
Een van de belangrijke dingen, de heer Schoenmaker heeft ook erover gesproken, is dat het een
gezamenlijke zaak moet worden van de overheid, de ouders, het onderwijsveld en het maatschappe
lijke veld. De heer Van Veen, die hier vroeger korte tijd gemeentesecretaris is geweest, misschien
kennen de mensen hem nog wel, heeft namens de Schoolraad in de commissie ingesproken. Ik
ben er niet zo vrol ijk van geworden, want hij kwam met een aantal punten waaruit niet kon worden
geconcludeerd dat het onderwijsveld staat te trappelen om aan deze zaak te beginnen. Dat vinden
wij jammer. Het is een heel belangrijke zaak, maar er is toch veel huiver in het onderwijsveld,
heeft hij gezegd, bij alle andere zaken die, terecht, al op het onderwijsveld afkomen. Als de
financiering niet rond zou komen, dan zouden ze niet meedoen. Ik heb in die vergadering tegen
hem gezegd dat ik dat chantage vond, want zo moetje toch niet met elkaar omgaan, als je elkaar
voor de eerste keer over een onderwerp spreekt. Je zou dat wel de vijfde keer kunnen doen, maar