29 JANUARI 1998
31
gelet op het bepaalde in artikel 30 van het Reglement van Orde;
stellen de raad voor om te besluiten als volgt:
De raad van de gemeente Breda,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders inzake de inspraakreactie op het Ontwerp
Tracé Besluit en het verlenen van planologische medewerking aan de uitwerking van het Tracé-
besluit onder een aantal voorwaarden en het daarbij behorende ontwerpraadsbesluit;
besluit:
onder punt 2 van het besluit toe te voegen: "ontbindende", waardoor de zin als volgt luidt:
2. planologische medewerking te verlenen aan de uitwerking van het Tracébesluit onder de
ontbindende voorwaarden dat: enzovoort;
alsmede onder punt 2 van het besluit, na het tweede gedachtestreepje toe te voegen:
- dat gedupeerden/slachtoffers/bewoners langs de route adequate oplossingen in financiële en
ruimtelijke zin krijgen aangeboden, dus naar tevredenheid van alle gedupeerden, voordat er wordt
overgegaan tot definitieve besluitvorming;
- dat er landschappelijke, ecologische en natuurcompensatie plaatsvindt volgens het provinciaal
compensatiebeginsel (alle aantastingen 1 op 1 moeten worden gecompenseerd, plus 1/3 kwaliteitstoe
slag). Zie hiervoor onder meer de reactie van de Milieuverenigingen de Groene Koepel met
betrekking tot het OTB-HSL tracé.
De door de heer Crul, namens de fractie van GroenLinks, ingediende motie luidt als volgt:
MOTIE (2)
De leden van de raad der gemeente Breda,
gelet op artikel 31 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad der gemeente
Breda;
stellen de raad voor zich uit te spreken als volgt:
De raad der gemeente Breda, in vergadering bijeen ter behandeling van het voorstel van
burgemeester en wethouders inzake de inspraakreactie op het Ontwerp Tracé Besluit en het verlenen
van planologische medewerking aan de uitwerking van het Tracébesluit onder een aantal
voorwaarden;
overwegende dat:
1. de discussie over de HSL en de A16 wordt beheerst door inpassing en uitvoering;
2. de discussie over het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid daardoor op de achtergrond is geraakt;
3. de onleefbare situatie door de passage van de HSL en de A16 van Prinsenbeek en Princenhage
en Overa moet worden voorkomen;
4. de technische mogelijkheden voor ondertunneling voorhanden zijn;
5. private financiering en de knooppuntstatus nieuwe ontwikkelingen mogelijk maken;
6. een doorbraak in denken en doen op het gebied van mobiliteit gekoppeld aan leefbaarheid,
bereikbaarheid en milieu noodzakelijk is;
7. het overleg met Rijkswaterstaat tot nu toe onvoldoende tegemoet is gekomen aan de door Breda
en de regio geformuleerde randvoorwaarden (Breda/Prinsenbeekvariant);