25 JUNI 1998 333 De heer SCHRODER Ik spreek u niet tegen. Maar het klonk dreigend. Zo is het niet alleen door mij opgevat, maar ook door de sociaal-democratische politica. De heer TAKS Ik wilde alleen maar duidelijk zijn. En dat noemt u dreigend. Appreciatie is uw persoonlijke zaak. Wij zijn het met elkaar eens dat in ieder geval een duidelijk standpunt op zijn plaats is in zo'n belangrijk debat, mijnheer Schroder. Ik zei al dat wij, om de redenen die ik zojuist heb geschetst, akkoord gaan met dit voorstel. Het is wel zonder al te veel geestdrift. Nogmaals, wij weten heel goed welk belang het zwaarst behoort te wegen. Ik wil er nog iets aan toevoegen. Wij doen een klemmend beroep op het college om niet te blijven stilzitten tot het moment dat de rechter heeft gesproken. Ons advies luidt: college, keer terug naar de onderhandelingstafel. De heer SCHOENMAKERS Dit voorstel tot aankoop van 8.000 vierkante meter van de circa 9.000 vierkante meter van de ondergrond van de Turfschip-locatie is, naar ik mag aannemen, een van de merkwaardigste voorstellen die de raad van de gemeente Breda ooit heeft bereikt. Om een verdere exploitatie van evenementen mogelijk te maken en voor de optimalisering van de stedelijke ontwikke lingskansen is deze locatie van groot belang. Wij betreuren het dan ook dat niet de totale ondergrond op dit moment wordt aangekocht. Merkwaardig is ook de schijnbare tegenstelling tussen het vrij van opstallen opleveren en het waarborgen van de voortgang van de evenementen. Ik zou mij willen aansluiten bij de vraag die door mevrouw Boidin is gesteld: zou de Turfschip directie kunnen worden ontslagen van het vrij van opstallen opleveren? Een andere merkwaardig heid is dat de verkoper de wilsovereenkomst met de koper ontkent. Mijn fractie constateert dat deze wilsovereenkomst er is. Op de brief van 13 februari 1998 van de directeur RME, waarin een bod wordt uitgebracht op de 8.000 vierkante meter, heeft de Turfschip-directie middels haar advocaat op 27 maart jongstleden laten weten, het bod onvoorwaardelijk te aanvaarden. En deze De heer KWISTHOUT Bij interruptie. Volgens mij heeft Het Turfschip gezegd: wij willen die 8.000 vierkante meter verkopen en op die andere 1.600 vierkante meter een hotel bouwen. Volgens mij maakt dat een deel uit van de wens die Het Turfschip heeft geuit om daar een hotel te realiseren. De heer SCHOENMAKERS Ik accepteer dat ook. Ik neem voor kennisgeving aan dat de directie van Het Turfschip dat wil, maar ik meen uit de stukken te hebben kunnen constateren dat het van het begin afaan de bedoeling is geweest om het hele terrein aan te kopen. Wij hadden graag gezien dat dat ook inderdaad mogelijk was geweest. De brief van de advocaten van 27 maart is door de gemeente afgedekt met een brief van 21 april. Het gehele onderhandelingstraject overziende, komt mijn fractie tot de conclusie, dat het niet helemaal de schoonheidsprijs verdient. Toch zijn wij van mening dat uw college er alles aan heeft gedaan om tot een gunstig resultaat te komen. Ik ben het met uw college eens, dat de gemeente zich niet door wie dan ook onder druk moet laten zetten. De juridische touwtrekkerij betreuren wij. Wij hadden ook graag gezien dat er nog verder zou zijn onderhandeld, maar uit de gegevens die wij hebben, moeten wij toch constateren dat daarin weinig heil is gezien. Ten aanzien van de financiering kan ik u namens onze fractie mededelen, dat deze voor ons aanvaardbaar is, zij het dat wij deze beschouwen als een bovengrens. Verder gaan wij er vanuit dat de exploitatie van de grond tenminste budgettair neutraal zal kunnen geschieden. Mevrouw HEERKENS Voor ons ligt de aankoop van het grootste deel van de ondergrond van Het Turfschip voor een prijs, dat hebben wij ook al in de commissievergadering gemeld, waaruit wat de Partij van de Arbeid betreft een constructieve houding van de gemeente blijkt. Blijkbaar beviel het aanbod, want in een brief van 27 maart werd dit ook geaccepteerd door de directie van Het Turfschip.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 333