25 JUNI 1998 334 Naar onze mening is in de aankoopprijs de maximaal mogelijke opbrengst van zowel de 8.000 vierkante meter van dat deel van de ondergrond van Het Turfschip, alsook van het deel van de naast Het Turfschip gelegen grond, die eigendom is van de gemeente, meegerekend. Dat betekent dus, dat hebben wij in de commissie ook al gezegd, dat wij in feite, voor wat betreft dit deel, al zijn opgeschoven naar een niet tenminste budgettair neutraal, maar budgettair neutrale ontwikkeling. Dat betekent dus dat we een heel constructieve houding hebben laten zien. Natuurlijk heeft de gemeente dat ook gedaan, omdat de gemeente daarbij belang heeft. Het uiteindelijke doel, vinden wij, is het verwerven van het gehele terrein om juist de ontwikkelingen aan het Chasséveld in eigen hand te hebben, en om ook een eenvoudiger traject te bewerkstelligen met betrekking tot de Kloosterkazerne. De resterende 1.600 vierkante meter wenst, tot nu toe althans, Van der Valk te behouden om, zo zegt men vanuit die kant, een hotelontwikkeling daar mogelijk te maken. Tenzij, en dat maken wij er dan maar van, er een prijs voor wordt betaald, die in geen verhouding staat tot het geaccepteerde aanbod voor de 8.000 vierkante meter. Blijkbaar is Van der Valk de mening toegedaan, dat er meer geld uit de verkoop van de grond kan worden gehaald, maar tot nu toe is verder niet concreet gemaakt, dat welke grootschalige ontwikkeling dan ook aan het Chasséveld, met opbrengstmogelijkheden la rekenmethode Van der Valk, ook mogelijk zou zijn binnen het bestemmingsplan. De hele benadering die wij hebben getoond, zowel in de commissie als nu, is niet ondernemersonvriendelijk noch ondernemers vriendelijk. De kern van het conflict van de gemeente met Van der Valk is dat er zakelijk niet tot overeenstemming kan worden gekomen. Zoals wij het dossier hebben bekeken bedingt Van der Valk een prijs, die ver uitgaat boven de prijs van de gemeente, die heeft gerekend met een optimale ontwikkeling die maximaal wordt toegerekend aan Van der Valk. Met andere woorden: Van der Valk vraagt gewoon veel te veel geld voor zijn grond. De Partij van de Arbeid-fractie ziet niet in waarom we de miljoenen moeten wegdragen naar het Van der Valk-concern, zonder dat daaronder een redelijke grondprijstechnische onderbouwing ligt. Gezien de zakelijke positie die Van der Valk zich heeft verworven, moet een eventueel bod ten aanzien van de 1.600 vierkante meter, ik dacht dat me vrouw Boidin daarop ook heel duidelijk doelde, in verhouding zijn met het geaccepteerde bod dat nu voor ons ligt. Ik verwijs nogmaals, ik heb dat ook in de commissievergadering in uw richting gedaan, naar de zinsnede in het raadsvoorstel, dat het totale terrein tenminste budgettair neutraal kan worden geëxploiteerd. Dat betekent dat het vanuit de kant van de gemeente een heel redelijk voorstel is, want ik kan me ook nog wat anders voorstellen bij dat terrein. Maar dat blijft dus De heer BOER Ter interruptie. U bedoelt de 6 miljoen die is aangeboden, zoals dat in de krant stond? Mevrouw HEERKENS Ik ga niet in op wat voor bedragen dan ook. Ik heb geprobeerd om het betoog zo op te bouwen dat ik een aantal dingen duidelijk maak, zonder daarin wat voor bedragen dan ook te noemen. Ik dacht dat dat De VOORZITTER niet hoort. Mevrouw HEERKENS niet de bedoeling was. Het moet zich verhouden met het geaccepteerde bod dat nu voor ons ligt. Het is ook om die reden dat wij hebben gesteld, dat het voorkómen van een hotelontwikkeling aan het Chasséveld zeker gewenst is, maar niet ten koste van elke prijs, omdat in de visie van de fractie van de Partij van de Arbeid een hotelontwikkeling daar niet rampzalig is. Met andere woorden: het is ons geen miljoenen extra waard. Wij gaan akkoord met het voorstel tot aankoop en wij wensen het college sterkte met de verdere procedures die volgen. Wij hebben er geen behoefte aan een spagaat te maken, zoals de VVD-fractie blijkbaar nodig vindt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 334