- 25 JUNI 1998 339 De heer KWISTHOUT Ik ben in de commissievergadering ingegaan op de ontstaansgeschiedenis van de hele problematiek. Ik zal die nu niet verder meer toelichten. Het had te maken met het feit dat de gemeente in het verleden bij de verkoop van Het Turfschip voor een dubbeltje op de eerste rang wilde zitten, enerzijds om af te zijn van de exploitatie, en anderzijds om de gelegenheid te kunnen bieden om daar beurzen te houden. Wij zien alles bij elkaar weinig in de oplossing die het college nu voorstelt. In tegenstelling tot de stadsadvocaat en andere partijen zijn wij van mening dat hier geen sprake is van wilsovereenstemming. Immers, Het Turfschip heeft nadrukkelijk gesteld dat men 8.000 vierkante meter wilde verkopen en op de andere 1.600 vierkante meter een hotel wilde bouwen. Dat laatste is problematisch om redenen die u allen zult begrijpen. Aangezien een deel van de wilsuiting dus niet relevant is, vervalt dus de overeenkomst, want er is geen wilsovereen stemming. Ik kom op het punt van de sloop. Als de rechter de koopovereenkomst voor de 8.000 vierkante meter goedkeurt, dan wil dat nog steeds zeggen dat Het Turfschip met de overige 1.600 vierkante meter mag doen wat zij wil. Dat houdt dus in dat men het meteen sloopt om er een hotel te gaan bouwen. In die optiek is het slopen door Het Turfschip op die locatie, het vrijmaken van opstallen, teneinde op de 1.600 vierkante meter een hotel te realiseren, dus wel degelijk gerechtvaardigd. De heer DE ROOS Ter interruptie. U stelt nu dus dat de huidige opstallen zijn gelegen op die 1.600 meter. De heer KWISTHOUT Neen, ik heb het over een deel van de locatie van Het Turfschip, zoals u ook op de kaart kunt zien. Het is alleszins logisch dat Het Turfschip dan ook de rest zal willen slopen, omdat je niet een half Turfschip kunt laten staan en om het restant heen een hotel kunt bouwen, zoals in de koopovereenkomst staat. Verder zijn wij weinig optimistisch over de kans van de gemeente in relatie tot Het Turfschip, waar het de schadeclaim in verband met oneerlijke concurrentie betreft. De gemeente zou op alle punten wel eens bot kunnen vangen en dan ernstig in de problemen kunnen raken. Wat wij willen voorstellen is dat de gemeente en Het Turfschip opnieuw gaan onderhandelen, met als insteek het openhouden van Het Turfschip tot de nieuwe locatie gereed is, en het uit de rechtszaal houden van de zaak. De heer VERPAALEN Het valt mij op dat dit college het klaarblijkelijk nodig acht om fouten, althans gepretendeerde fouten, uit het verleden weer goed te maken. De eerste gepretendeerde fout was het dichtgooien van de haven, die nu zo nodig weer open moet. Een tweede fout zou zijn geweest het verkopen van Het Turfschip, want dat moeten we nu weer zo nodig, desnoods in gedeeltes, terugkopen. Ik denk dat beide beslissingen destijds goed zijn geweest. Bij Het Turfschip was er sprake van een voortdurend exploitatieverlies en dat is ook de reden waarom op dit moment Het Turfschip zegt dat men ermee wil kappen. Om die reden zou het voor mij acceptabel zijn als wij zouden zeggen dat wij het niet doen. Ook de prijs zoals die is berekend, mevrouw Heerkens wees reeds daarop, is voor mij onaanvaardbaar hoog, want Het Turfschip krijgt de waarde van een stuk van de gemeentegrond. Toch heb ik mij in de commissie vóór verklaard en dat kwam: a. omdat er een toezegging is geweest dat de gemeente Breda niet tot een verdere exploitatie zal overgaan, en b. omdat de verdere ontwikkeling budgettair neutraal zou zijn. Als het gemeentebelang moet prevaleren, kan ik in die omstandigheden akkoord gaan, maar wel met alle nodige twijfels vandien. Wethouder GIELEN Diverse fracties hebben al correct aangegeven dat het vanavond gaat om de vraag van het college om in te stemmen met de aankoop van het grootste gedeelte van Het Turfschip-complex, waarbij het, denk ik, goed is dat nogmaals wordt onderstreept welk doel het college daarbij voor ogen heeft. Dat doel is zeker niet om direct te slopen, maar om te kunnen doorexploiteren ten behoeve van de Bredase evenementen. Die vraag is aan ons voorgelegd vanuit de Bredase gemeenschap. Overigens geldt dit zo lang dat nodig zal blijken te zijn, want een nieuwe evenementenhal in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 339