25 JUNI 1998 347 is een aantal zaken wel vertaald, zoals het GMP en het ecologische beheer. Daarmee zijn wij erg blij, dat hebben wij in de commissie ook al aangegeven. Er wordt gesproken over duurzaam materiaalgebruik. Dat zijn allemaal zaken, die weer wél worden vertaald in het Buitenruimteplan. Dus aan de ene kant zien we dat een aantal zaken wél wordt vertaald naar en aansluit op relevante beleidsterreinen en aan de andere kant zien we bij de inhoudelijke keuzes en bij de gebiedsplannen geen aansluiting of vertaling. We zien geen visie. De vraag die wij hier stellen is derhalve: waarom worden deze inhoudelijke keuzes gemaakt, op grond van welke argumenten gebeurt dit, wat is uw visie hierop en waarom is er bij de gebiedsplannen niet méér aansluiting op relevante beleidsvelden? De heer VAN DER WESTERLAKEN Zoals al is aangegeven hebben wij in een tweetal discussies in de commissie uitgebreid deze beleidsnota besproken. De nota is ook besproken met bedrijven, instellingen en organisaties van bewoners. Wij kunnen ons in grote lijnen vinden in de doelstelling: schoon, heel en veilig. D66 heeft in de commissie extra accenten gelegd op de ecologie, het langzaam verkeer en het duurzaam beheer. De uitwerking, dat heb ik begrepen en mevrouw Van Weezei heeft daarover ook al gesproken, gaat nog plaatsvinden in afzonderlijke deelnota's. Wij wachten die af en wij komen dan uitgebreid hierop terug. In elk geval zijn onze verwachtingen hooggespannen wat dat betreft. De heer SCHRODER Ik stel vast dat het Buitenruimteplan sinds de behandeling in de commissie niet is veranderd. Ik vraag er dus acte van dat daarin in ieder geval is opgenomen, dat er geen chemische bestrijding van onkruid zal plaatsvinden. Dus als dat een raadsbesluit is dan vraag ik van de wethouder Milieuzaken een keiharde toezegging om dat uit te voeren en niet daaraan te gaan tornen, zoals hij naar mijn gevoelen van plan is. De heer BOER Over dat laatste punt hebben wij in de commissie gesproken.Ik meen dat GroenLinks door de bocht ging toen het punt van het chemisch schoonmaken aan de orde kwam. Werd er in het geval dat de veiligheid in gevaar zou komen, geen uitzondering gemaakt? U hebt op een gegeven moment gezegd dat het natuurlijk veilig moest zijn. Als de veiligheid in het geding zou komen, dan zou er wel ruimte voor chemische schoonmaakmiddelen moeten zijn. De wethouder wilde daarvoor ook de ruimte hebben. Onze grote zorg is dat Breda steeds 'groener' wordt, vooral de straten en de stoepen. Ik heb in de commissie gezegd dat die op een gegeven moment ook een gevaar voor de veiligheid kunnen opleveren. Het is ook niet altijd schoon, zoals dat wordt bedoeld en ervaren door de burgers. Maar groen is het wel, vooral bij electrische huisjes en der gelijke groeit het groen echt boven de huisjes uit. Dat kun je vanuit een oogpunt van natuur De VOORZITTER Dat zijn bomen. De heer BOER hoog schatten. Neen, het zijn nog geen bomen, maar ze kunnen het wel worden. Het is onkruid, dat niet wordt weggehaald. Zeer vele groepen vinden dat prachtig, maar een aantal andere groepen vindt het niet prachtig. Zeker het mosachtig groen, dat op trottoirs en straten aan het groeien is, kan als het een beetje nat is gevaar opleveren. Ik denk niet dat dat de bedoeling is. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat we een map van de stad zouden ontvangen, waarin overzichtelijk zou worden aangegeven waar wel en waar niet intensief wordt schoongemaakt. Dat plan is van de baan, begreep ik in de commissie. Wij betreuren dat. In wezen houd je een redelijk leeg plan over. Dat is ook in de andere commissies aangegeven. Er moeten nog allerlei andere nota's worden uitgewerkt. Als men ons een overzicht had verstrekt, waarop was aangegeven op welke wijze en hoe vaak de straten en buurten worden onderhouden, dan hadden we tenminste wat kunnen beslissen. Nu is het een beetje lucht. Ik ben benieuwd wat de wethouder te vertellen heeft.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 347