29 JANUARI 1998 35 van de groene hoofdstructuur en niet voor alle aantastingen. Als je het hele tracé, zoals u dat zegt, zou willen compenseren, dan zou dat zo'n 400 hectare in beslag nemen. Ik denk dat dat weer, en wij hebben dat gezegd, maar ook de agrarische organisatie heeft het daarover gehad, sterk conflicteert met de agrarische functie. Naar mijn mening moeten we hier gewoon realistisch zijn en zeggen: laten we die 57 hectare, die gepland is, ook financieel veilig stellen. En dan komen ook al die zaken aan de orde van: een beetje meer bij De Kuil en dit en dat, dus al die punten die we met elkaar hebben geformuleerd. We hebben elkaar daarvoor hard genoeg nodig. Nogmaals, ontbindend, dat is dubbelop. Wij vinden dat niet nodig. Van de eerste toevoeging, die u voorstelt, zeggen wij dat dit wettelijk niet kan. De tweede toevoeging strookt niet met het provinciaal beleid en nogmaals, heel veel agrariërs zouden u allerminst dankbaar zijn met dit punt. Als je het goed beschouwt, dan zie je een hele goede mix van datgene wat in de commissie keer op keer is gezegd: haal eruit wat erin zit. Alhoewel, als ik naar de economische ontwikkelingen kijk dan heb ik wel geleerd dat je niet kunt blijven stilstaan en de anderen de kastanjes uit het vuur laten halen, door een motie of een amendement in te dienen, waarin je zegt: ik doe er nog wat dingen bij, dan kan ik later 'neen' zeggen. Laten we eerlijk zijn, niemand krijgt alles in het leven. Maar als u gewoon meestemt heeft u eigenlijk 90 tot 95 van uw wensen gehaald. Dat zijn de wensen die velen heb ben, en daarmee is niets mis. Op het economisch belang zijn diverse sprekers ingegaan. De heer Kwisthout zei op een gegeven ogenblik: het college is geboeid. Maar ik wil dat niet verder doorvoeren. In de commissie heb ik wel geleerd om heel voorzichtig te zijn met mij positief uit te laten over de HSL, want dan werd ik ook behoorlijk op de vingers getikt. De heer KWISTHOUT Er staat in de inspraaknotitie letterlijk: 'De gemeente Breda kan zich in hoofdlijnen vinden in het Ontwerp Tracé Besluit'. Nu zegt u dat u zich voorzichtig uit wil laten over de HSL. Ik vind dit niet voorzichtig. Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Neen, u voelt mijn aarzeling niet goed aan. Ik heb geleerd heel voorzichtig te zijn. En ik heb nog niets gezegd, ik ben nog helemaal niet aan het woord geweest over de voor- of nadelen. Daar heeft de raad mij op gewezen. Die heeft gezegd: mens, doe eens niet zo pessimistisch, daar zitten zaken waarop je eens moet letten. Dat heeft iets te maken met een vervoersknooppunt, en met hoe de positie van Breda is, waar liggen wij. Ik houd dat nog een beetje af. Wij doen dat voorzichtig. Ik zeg wel toe dat het college zich daarover zeker moet buigen, en moet kijken hoe we ons gaan positioneren, hoe belangrijk we worden op de noord-zuid as. Ik denk dat dit heel belangrijk is, maar ook dat het dringen is. Als ik kijk naar Utrecht, naar Amsterdam, naar Rotterdam, naar Den Haag, naar Arnhem, en dat wij door Rijkswaterstaat worden verzocht om ons alsjeblieft in deze rij te begeven, dan denk ik inderdaad dat uw duwen nodig is. Maar zo heb ik u wel meer nodig. U wijst mij op goede zaken, u zegt: haal eruit wat erin zit, voer die kosten op en doe wat met dat vervoersknooppunt. Dat is ook een uitnodiging van Rijkswaterstaat en wij moeten dat doen. Maar ik doe dat voorzichtig. Misschien ga ik na u de voordelen tellen, want dat durf ik nu dus nog niet. Wat u zegt is waar, je zult verbeteringen nodig hebben: een verbetering bij Breda/Prinsenbeek, een verbetering voor de bedrijventerreinen bij de Haagse Beemden, verbeteringen bij de stationsom geving. Die impulsen hebben we buitengewoon hard nodig. We moeten hiernaar kijken. De heer Haarhuis en ook anderen zeggen: onderzoek dat in samenhang, en kijk dan ook naar het economisch profiel. Van het vervoersknooppunt en de herhuisvesting heb ik toegezegd dat we daarop in de commissie terugkomen, en we zullen daarin soepel zijn. TWEEDE TERMIJN De heer VAN DER HULST Ik heb nog een punt openstaan, waarop u niet bent ingegaan. Dit betreft de ontwikkeling van het stationsgebied specifiek. Daarvoor liggen plannen. Ik vroeg u of het mogelijk is dat de aanleg van de shuttleverbindingen de ontwikkeling vanhet stationsgebiedhand inhand kunnen optrekken, zodat bij het gereedkomen van de shuttleverbinding ook het stationsgebied helemaal is voorbereid.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 35