23 JULI 1998 365 de opmerking mee te nemen dat op 21 september de tervisielegging begint. Het is ook de bedoeling, en dat naar aanleiding van een eerdere opmerking van de heer Haarhuis, om de bevolking te laten meedenken over de invulling. Ik doe mijn best. Ik hoor daarna wel of het genoeg was. Ik stuur het u begin september toe. Daarna zullen we het erover hebben of het genoeg was. De VOORZITTER Dat betekent dat we de raadsvergadering van 7 september weer opnemen in de planning. 140. 10e WIJZIGING CAR/BUWO RECHTSPOSITIE BEDRIJFSHULPVERLENERS. 141. VERGOEDINGSREGELING VRIJWILLIGERS BIJ DE GEMEENTELIJKE BRAND WEER (BULAGE VI VAN DE CAR/BUWO). 142. VERPLICHTE HERWAARDERING ONROERENDE ZAKEN IN HET KADER VAN DE WET WAARDERING ONROERENDE ZAKEN (WET WOZ). 143. INVOERING ARTIKEL 5A BEZOLDIGINGSREGELING GEMEENTE BREDA 1997 EN BESCHIKBAAR STELLEN BENODIGDE GELDEN VOOR EEN WERKGEVERSBIJ DRAGE. Akkoord. 144. JAARVERSLAG/JAARREKENING 1997. De heer DUBBELMAN De jaarrekening 1997 sluit met een zeer groot overschot. Inclusief de bijzondere baten is dat 33,5 miljoen. Maar als je ook de rentetoevoeging aan de reserves erbij betrekt, hetgeen eigen lijk juist zou zijn vanuit de comptabiliteitsvoorschriften, dan komt er een positief saldo van 43 miljoen te voorschijn. Ik weet, en ik zou anders de toorn van de financieel wethouder over me afroepen, dat je voorzichtig moet zijn met al te positief te zijn hierover, omdat een belangrijk deel van het overschot een besparing betreft op de kapitaallasten van investeringen die nog op de plank liggen. Dat is dus geen echte meevaller. Ik weet ook dat het buitenge woon positief saldo van de BSW van ongeveer 6 miljoen, en daarvoor mijn complimenten aan de directie van de BSW, en het tijdelijk overschot in het kader van het Grotestedenbeleid van 7 miljoen het positief beeld vertekenen. Maar hoe dan ook, naar het oordeel van de CDA-fractie zit er toch wat vet in de jus. Er is financiële ruimte. Dat was voor onze fractie aanleiding om een inventarisatie te maken van alle potjes die we inmiddels, heel terecht, als besluitvorming hebben gecreëerd. Ik begin met de oude 2% capaciteit, het potje van Römkens, zo onthoud ik dat, en dat is zo'n 5 miljoen. We hebben daarnaast onder meer voor de verbetering van het begrotingsbeeld 1998 10 miljoen gereserveerd en voor de verbetering van het begrotingsbeeld 1999 6 miljoen. Voorts is er nog 8,5 miljoen geblokkeerd voor het structureel sluitend maken van het meerjarenperspectief, en er is ook nog 8,5 miljoen ingevuld voor PM-risico's. Onze fractie wil niet zo ver gaan dat we zeggen dat Breda een soort suikeroompje is. Maar toch is deze jaarrekening, met alle waardering voor de opstelling en de heldere stijl, voor onze fractie, en ik heb het vertrouwen dat wij daarin niet de enige coalitiepartij zijn, aanleiding om een uitnodiging te richten aan het college. Die uitnodiging luidt: wilt u bij de opstelling van de Begroting 1999, waaraan u zeer binnenkort hard gaat beginnen, rekening houden met het uitblijven van enigerlei verhoging van met name de OZB? En mocht u erin slagen om een verlaging van de tarieven te voor schijn te toveren, dan zeggen wij als fractie: chapeau voor ons college! Wij willen het nu houden bij een uitnodiging aan het college, een vriendelijke uitnodiging, maar toch wel met een politieke ondertoon. Als het positieve beeld van de rekening al niet voldoende is, is er ook nog het regeerakkoord. En ik ben toch een onverdachte bron om het ontwerpregeerak koord nu te citeren. Wat schrijft het ontwerpregeerakkoord op pagina 72 over de ontwikke ling van de gemeentefondsuitkering? Daar schrijft het ontwerpregeerakkoord letterlijk het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 365