23 JULI 1998 375 accommodatiebeleid van de sociaal-culturele voorzieningen. Buurthuizen moeten meer gemeenschapshuizen worden en gemeenschapshuizen moeten meer buurthuizen worden. Verder wordt er gestreefd naar een uniformiteit. Maar blijkbaar weten mijn collega's absoluut niet dat er een grote diversiteit bestaat. Ik heb het genoegen gehad om tijdens de laatste DAO- vergadering Zuid-West aanwezig te zijn. Daar waren gemeenschapshuizen die alles volledig zelf deden, en er waren buurthuizen die volledig werden betaald. Het is een groot probleem om daarin uniformiteit te krijgen. Er werd ook herhaaldelijk gezegd dat, zodra de gemeente maar wat deed, zij het bijltje erbij zouden neerleggen, omdat zij met de 1.500,-- die zij van de gemeente kregen makkelijk tot een andere invulling zouden kunnen komen. Dan is het hele plan, zoals het er ligt, gelijk van de baan. Wij waarschuwen er nog een keer heel nadrukkelijk voor dat datgene wat hier gaat gebeuren erger is dan de kwaal, en wij verwachten ook binnen een heel korte termijn dat het aan alle kanten gaat kraken. Ik ben het absoluut niet eens met mevrouw Reijnen, die spreekt over uitgebreide inspraak. Neen, het is steeds opgelegd, men heeft steeds moeten praten vanuit een bestaand plaatje. Er had vanuit een nulsituatie moeten worden gepraat. Dan had men op een gegeven moment kunnen kijken wat er zou moeten gebeuren, en dat had moeten worden uitgevoerd. Dan was er een heel ander plaatje uitgeko men dan dat wat er nu ligt. Voorts zit er een enorme tijdsdruk op het hele verhaal. Wilt u überhaupt nog wat van het hele verhaal, waarbij wij grote vraagtekens plaatsen, overeind houden, dan vinden wij dat u minstens die tijdsdruk eraf moet halen en een tijdsbestek van ongeveer vijfjaar moet nemen om deze omschakeling enigszins te laten lukken. De heer KWISTHOUT Eén van de belangrijkste zaken in deze problematiek is, denk ik, de relatie tussen het bestuur van de verschillende gemeenschaps- en buurthuizen en het personeel, het schoonmaak- en het beheerpersoneel. Die kan volgens het voorstel op verschillende manieren gestalte krijgen. Ik denk dat het goed is dat er wordt gekeken naar waar de verhouding tussen bestuur en personeel goed loopt, en dat de gemeente inspeelt op die plekken waar het minder goed loopt. Maar wie heeft de beslissende stem in die verhouding? Wie zegt tegen een bestuur of tegen Vertizontaal: zo gaan we het doen? Is dat het DAO, heeft het bestuur daarin zelf in belangrij ke mate zelfwerkzaamheid, of speelt Vertizontaal daarin de belangrijkste rol? De heer VERPAALEN Het ontstaan van deze nota is te wijten aan het feit dat er te vaak problemen waren tussen het bestuur van de welzijnsaccommodaties en het personeel, alsmede het feit dat de gemeente af en toe probeerde in te grijpen, maar in wezen geen mogelijkheden daartoe had. Deze nota levert eigenlijk totaal niets op. Zij is veel te vaag. Anderen zeggen: er moet nog veel worden uitgewerkt. Ja, te veel. Zelfs na het aannemen van deze nota zullen er nog diverse variaties mogelijk zijn, zowel qua beheer als qua personeelsbeleid. Ik vind dat onjuist. Want als er een nota wordt aangenomen, dan moet er toch een bepaalde richting worden aangegeven. Derhalve heb ik de commissie de volgende suggestie voorgelegd: vraag alle besturen om vrijwillig af te treden. Maak als gemeente vervolgens universeel voor alle accommodaties gelijke statuten, waarin u uw gewenste zeggenschap wel verankert, en vervolgens benoemt u per 1 januari 1999 zoveel mogelijk besturen die uit de oude vertegenwoordigers bestaan. Dan heeft u uw invloed, dan krijgt u op een gegeven moment de uniformiteit die u wenst, en kunt u eventueel verdergaan. Dat wordt met deze nota niet bereikt. Als u voorts nog opmerkt dat u als gemeente alleen maar wilt interveniëren bij problemen als beide partijen dat willen, dan zeg ik u: dat werkt absoluut niet. Want de partij die ongelijk heeft zal nooit toestaan dat de gemeente intervenieert. Derhalve zal ik tegenstemmen. Wethouder VAN RAAK Deze nota is uitgebreid met het veld besproken en ook met de politiek. De bedoeling was om voor dit hele verhaal een zo groot mogelijk draagvlak te krijgen. We proberen zo weinig mogelijk vrijwilligers kwijt te spelen. We gaan dus zeker niet te werk zoals de heer Verpaalen suggereert: zet ze allemaal af, besluit dan zelf en kijk maar wat er terugkomt. Neen, we proberen zoveel mogelijk vrijwilligers te blijven betrekken bij datgene wat zij op dit moment aan het doen zijn in de verschillende districten in Breda. Dat betekent dat je heel rigoureus

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 375