23 JULI 1998 382 Wethouder VAN OS Ik vind dat de steekproef die de heer Schroder zojuist voorlas volstrekt onder de maat is. Met de aanhef van de motie, waar het gaat om de directie-, staf- en leidinggevende functies, ben ik het niet met hem eens als hij zegt dat er geen aandacht voor zou zijn. Wij hebben nadrukke lijk in de rapportages, die regelmatig in de commissie Middelen aan de orde komen, de voortgang gemeld, en er fs ook voortgang op dit terrein. U weet ook dat daarover een hele discussie is geweest. U noemt een aantal voorbeelden die met name te maken hebben met personele mutaties in het kader van de herindeling. U weet dat wij daarvoor andere regelin gen hadden, en dat het bestaand personeel op zijn minst moest kunnen terugkomen op hun functie. In dat verband vind ik uw steekproef niet juist. Ik ben het dus niet eens met het feit dat daaraan onvoldoende aandacht wordt gegeven. Ik vind dat er voortgang zit in dat geheel. Ik weet, en daarvoor had ik even overleg nodig met collega Van Raak, dat er excuses zijn aangeboden voor het feit dat de advertentie, die via het GITP is gelopen, inderdaad fout is. Ons voorkeursbeleid had daarin moeten staan. Zelfs daar wens ik een kanttekening bij te maken, dat met algemene instemming van de commissie Middelen ook is afgesproken dat je eens keuzes zou moeten maken in je doelgroepenbenadering. We hebben daar afgesproken dat we de allochtonen dit jaar en volgend jaar tot speerpunt willen maken. In dat verband zou ons college de motie willen ontraden. TWEEDE TERMUN De VOORZITTER Wie wenst naar aanleiding hiervan het woord? Mevrouw HEERKENS Ik begrijp nu dat in de discussie in de commissie Middelen de groep allochtonen tot speerpunt is gemaakt, Wethouder VAN OS Zonder dat de aandacht voor de andere groepen daarmee teloorgaat. Maar je moet daarin kiezen. Mevrouw HEERKENS Dan ben ik het nog niet helemaal met u eens. Ik zie het toch iets genuanceerder. Ik vind het heel goed dat er meer allochtonen aan werk worden geholpen. Maar waar het hier ook om gaat, en dat is, denk ik, omdat vrouwen al veel langer als speerpunt en als doelgroep worden genoemd, dat ook op andere niveaus de doorstroom van vrouwen binnen het ambtelijk appa raat aan de orde moet komen. Overigens kan ik dat in deze motie niet helemaal overzien. Wel denk ik dat het goed is, en ik begrijp dat ook uit de discussies in de commissie Middelen die worden teruggerapporteerd, dat daarvoor regelmatig aandacht is. Ik wil u wel verzoeken om ook dat heel nadrukkelijk in het oog te houden, en het niet af te doen met: de topprioriteit ligt bij de allochtone doelgroep. Daarnaast is het zo dat in de overwegingen niet wordt geschreven dat er in onvoldoende mate aandacht is voor maar dat er onvoldoende vrouwen worden benoemd in directie-, staf- en leidinggevende functies. Dat is feitelijk zo, en daarvoor heeft u redenen gegeven, maar vervolgens vind ik Wethouder VAN OS Neen, mevrouw Heerkens, dat is feitelijk niet zo als u naar de cijfers van de gemeente Breda zou kijken. En daar gaat het mij dus wel om. Mevrouw HEERKENS U kunt toch niet ontkennen dat we ernaar streven om meer vrouwen in hogere functies te krijgen?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 382