23 JULI 1998 383 Wethouder VAN OS Dat ontken ik ook niet. Maar er wordt door de heer Schroder gesuggereerd dat daarvoor geen aandacht is. Ik heb aangegeven dat in de commissie Middelen ook zichtbaar aandacht is voor het streven om vrouwen in de hogere functies en de activiteiten die op dat niveau plaatsvinden te benoemen. Ik kan in dat kader ook een aantal benoemingen in de leidinggevende en staffuncties in de hogere schalen noemen, dat daadwerkelijk in de afgelopen tijd heeft plaatsgevonden. Ik vind dit een teneur die mij absoluut niet aanstaat. Mevrouw HEERKENS Ik lees het anders. Dan moet mijnheer Schroder het nog maar een keer toelichten. Ik lees dat er feitelijk onvoldoende vrouwen worden benoemd. Ook als u garandeert dat er voldoende aandacht voor is, dan nog zullen wij in de commissie Middelen de vinger aan de pols houden. Ik hoop dat het naast de allochtone doelgroep prioriteit blijft om vrouwen door te laten stromen naar hogere functies. Dus geen topprioriteit voor alleen de allochtone doelgroep. Als u dat heel duidelijk kunt toezeggen, dan denk ik dat de motie, die naar een actieplan vraagt, overbodig is, want dan blijkt dat u dat gewoon doet. Wethouder VAN OS Ik doe niet anders, dus die toezegging is bij dezen gedaan. De VOORZITTER Dit lijkt mij een discussie die vooral in de commissie Middelen moet plaatsvinden, en niet nu bij gelegenheid van het feit dat hier een benoemingsvoorstel ligt. Er is een motie ingediend, en u kunt die nu behandelen, maar ik stel voor om het daar ook bij te laten. Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE Bij uw laatste opmerking, voorzitter, kan ik mij volledig aansluiten. We spreken hier over de benoeming van een directeur van de BSW. Ten aanzien van de motie die voor ons ligt merk ik met betrekking tot het besluit op dat twee leden van onze fractie hier zeer sympathiek tegenover staan. Ik wil de discussie van zo-even tussen mevrouw Heerkens en de heer Van Os niet herhalen. De heer BOER De achterliggende gedachte steunen wij helemaal. Wij vinden de voorstellen wat erg kort door de bocht. Er staat ook geen tijdpad in. Misschien dat dit in het actieplan moet worden opgenomen. In principe staan wij sympathiek tegenover de gedachte, maar de uitvoering is wat moeilijk. Misschien dat GroenLinks daarin wat genuanceerder kan zijn. De heer SCHRODER In de richting van de CDA-fractie het volgende: ik ben erg blij ben met de steun van de heren Wildeman en Dubbelman. Ik vind de beantwoording van het college uitermate flauw. Op de eerste plaats vind ik dat u de plank volstrekt misslaat door nu allochtonen in competitie te brengen, zeker omdat allochtonen, en u zult dat moeten bevestigen, ook constant de aandacht van mijn fractie hebben. Het gaat inderdaad om het signaal dat moet uitgaan van de motie. Dit is een heel specifiek geval. Ik heb dat gelardeerd met een aantal cijfers van andere zaken. Ik had nog veel meer cijfers kunnen noemen, maar dan gaan we zeker over onze spreektijd heen. Hoe dan ook, het algemene beeld is dat met name in de leidinggevende functies, in de topfunties, het percentage vrouwen, laat staan dat van de allochtonen, zeker achterblijft. Naar aanleiding daarvan hebben wij met betrekking tot de sollicitatieprocedure het hele dossier doorlopen. Noch in de profielschets, noch in de advertentie komen we überhaupt het idee tegen dat dit een prioriteit van het gemeentelijk personeelsbeleid zou zijn, zoals wij in de commissie Middelen hebben afgesproken. In de richting van de wethouder merk ik op dat ik daarbij overigens ook niet tegenkom dat bij gebleken geschiktheid de voorkeur zal uitgaan naar een allochtoon. In die zin vind ik dat zijn antwoord kant noch wal raakt. Met betrekking tot de haalbaarheid van de motie wacht ik de steun af van de andere fracties. Over de 50% valt, denk ik, op zich te twisten. Het gaat vooral om het streven, het signaal dat daar vanuit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 383