23 JULI 1998 387 De heer BOER Naar aanleiding van de discussie in onze fractie over dit onderwerp merk ik op dat er bij ons toch gelijksoortige gevoelens leven als bij GroenLinks. Wij hebben voorbeelden gekregen hoe beleggers in de stad met huurders kunnen omgaan, door in een koude winter een vrouw met haar kind zonder verwarming te zetten. Ze schakelen gewoon de verwarming uit. Er waren weer nieuwe ontwikkelingen in de watersfeer, zodanig dat zij straks waarschijnlijk zonder water zit. Dat heeft niet zozeer hierop betrekking, maar er werd wel op gewezen dat dit mogelijkheden zijn die een belegger heeft om op een gegeven moment de huurders het leven zuur te maken. Wij zijn daar zeer van geschrokken. Wij willen ons beslist aansluiten bij de vraag van GroenLinks om sterke garanties, en niet alleen, zoals hier staat, dat er niets zal veranderen, maar ook de garantie dat ze niet worden weggepest en dat de gemeente de verantwoordelijkheid blijft houden als dat op een gegeven moment wel gebeurt, en daarvoor goede oplossingen vindt. Als we het gebouw verkopen aan een aantal beleggers, en ik ga er even vanuit dat zij niet kwaadwillend zijn, maar als ze dat wel zijn, dan moet het natuurlijk zo zijn dat de huurders daartegen worden beschermd. Wij zijn benieuwd naar uw antwoord in eerste instantie. De heer KWISTHOUT Wij hebben moeite met dit voorstel, en wel om een aantal redenen. De geplande herbestem ming en het nodige onderhoud van dit pand zullen ongetwijfeld gevolgen hebben voor de huurders in verband met de huur, die waarschijnlijk flink zal gaan stijgen. Het gebouw zelf kan misschien niet worden herontwikkeld, maar het gebied daarentegen is zeer aantrekkelijk voor bijvoorbeeld uitbreiding van de winkels in de Eindstraat. Dat is commercieel veel en veel aantrekkelijker dan de exploitatie van woningen. Het is zeker niet ondenkbaar dat de belegger uiteindelijk zal proberen de huurders hier weg te krijgen, door bijvoorbeeld aanhoudende huurverhogingen, om zo het gebied te kunnen herontwikkelen, de grond goed te kunnen gebruiken om de winkels daar uit te breiden en er inderdaad een goede belegging mee te hebben gedaan. Wij hebben ook een principiële reden om hiertegen te zijn. Wij zijn tegen het onttrekken van woningen aan het collectief sociaal bezit en die over te laten gaan naar een belegger. Wethouder GIELEN Van het standpunt van de SP-fractie was ik schriftelijk op de hoogte gebracht, en dat is als zodanig ook in de commissie medegedeeld. Toch wil ik kort ingaan op datgene wat de heer Kwisthout opmerkt. Naar aanleiding van de angst die er in zijn ogen bestaat rondom de uitbreiding van winkels in dat gebied het volgende. Het zal u bekend zijn dat nog niet zo lang geleden het bestemmingsplan Binnenstad is vastgesteld. Daarin staat exact de winkelvloerop pervlakte aangegeven. Van uitbreiding kan dus geen sprake zijn, tenzij een distributie- planologisch onderzoek aantoont dat er in de binnenstad nog ruimte is voor uitbreiding. Niet op die locatie, wel in die nabijheid. Ten aanzien van dat distributie-planologisch onderzoek heeft de raad bij de kadernota ingestemd om daarvoor middelen beschikbaar te stellen. Uw angst is, denk ik, onterecht. De heer Boer vraagt naar garanties dat de huidige huurders niet worden weggepest. Die kunt u van de gemeentelijke overheid natuurlijk nooit krijgen, tenzij wij eigenaar zijn. Het gemeentelijk Grondbedrijf heeft zich nooit opgesteld, dat staat ook duidelijk in het raadsvoorstel, als pandeigenaar of als verhuurder. Dat wordt niet gezien als een kerntaak. Als zodanig heeft het college geen moeite met het afstoten van dit object, omdat we ook weten dat de huurovereenkomst door de kopende partij zal worden gerespecteerd. De huurders kunnen te allen tijde een beroep doen op bescherming vanuit de Huurwet, en dat is voor ons voldoende garantie om dit object aan u, als gemeenteraad, voor te leggen voor verkoop. TWEEDE TERMIJN De heer SCHRODER Ik vind het antwoord weinig geruststellend. Natuurlijk is die huurbescherming er, echter, die staat niet in de Huurwet, maar dat terzijde. Het is juist dat de nieuwe verhuurder de huurover-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 387