23 JULI 1998 390 De heer DE ROOS Het punt is in de commissie uitgebreid aan de orde geweest. Ik heb het mee teruggenomen naar de GroenLinks-fractie. Ook daar is het uitgebreid besproken. We hebben hier te maken met een moeilijke afweging. Enerzijds betreft het de realisering van het bestemmingsplan in de Groene Hoofdstructuur, anderzijds lijkt het voor de hand te liggen dat daar op logistiek, transport- en distributiegebied activiteiten moeten gaan plaatsvinden. Voorts heb je ook nog de natuurcompensatie van 12 hectaren die gaat plaatsvinden, als gevolg van de uitbreiding van het bedrijventerrein Hazeldonk III met 25 hectaren. Het standpunt van de GroenLinks-fractie is dat wij tegen het raadsvoorstel inzake de vaststelling van het bestemmingsplan Hazeldonk III zijn, ten dele als gevolg van het feit dat er wordt gebouwd in de Groene Hoofdstructuur, ondanks het gegeven dat er natuurcompensatie plaatsvindt. Verder spreekt ons het argument aan dat wij het hebben over een verouderd concept-bedrijventerrein waar het ontbreekt aan water en spoorwegverbindingen. Het andere punt is dat er naar onze mening onvoldoende tegemoet is gekomen aan de wensen tot inpassing, gerechtvaardigde wensen, van de buurtvereniging Diunt, die stelt dat er meer en betere fietsvoorzieningen moeten komen en dat het niet zo mag zijn dat bebouwing kan plaatsvinden tot maximaal 30 meter, hetgeen een horizonvervuiling kan gaan opleveren voor de bewoners die daarvan last hebben en daar vlakbij wonen. Er is ook gevraagd naar het beter kunnen weren van vrachtverkeer op de Hazeldonksestraat. Naar de mening van de GroenLinks-fractie is daaraan onvoldoende tegemoetgekomen. U kunt dit ook opvatten als een stemverklaring. Wij zijn tegen het raadsvoorstel. De heer VERPAALEN Ik kan mij grotendeels aansluiten bij GroenLinks, voorzover ik het heb gehoord. Ook ik vind dat aan de bedenkingen van de buurtvereniging en van de heer De Roover onvoldoende tegemoet is gekomen. Deswege kan ik geen van beide voorstellen steunen, terwijl ik in wezen wel voor uitbreiding van Hazeldonk ben. De heer KWISTHOUT Wij hebben geen onoverkomelijke bezwaren tegen het bedrijventerrein op deze plaats. Wij zouden het wel wat wrang vinden als een agrariër last zou ondervinden van de natuurcom pensatie die voor dit terrein wordt aangelegd. Het moet toch mogelijk zijn dat deze compensa tie zo wordt aangelegd, dat de betrokken persoon, de heer De Roover, zijn bedrijf gewoon kan blijven uitvoeren. Ik wil daarover graag een harde toezegging van de portefeuillehouder. Ten aanzien van het aanleggen van een fietspad voor toeristische doeleinden door het terrein van deze agrariër het volgende. Ik denk dat de persoon in kwestie daarvan ernstig last zal hebben en dat het onacceptabel is om iemand zo te duperen door een fietspad aan te leggen specifiek voor toeristische doeleinden. Ik denk dat die beter op een andere plaats kan worden aangelegd waar hij er minder last van heeft. Het begint er een beetje op te lijken, ook met de natuurcompensatie en het fietspad, dat men deze agrariër hier liever kwijt is dan rijk. De heer VAN DER HULST Ter aanvulling. Ik meen dat de wethouder had toegezegd dat hierover nog een gesprek zou plaatsvinden met de desbetreffende agrariër om tot een acceptabele inpassing te komen. De heer BOER Wij begrijpen niet goed waarom het college niet meer zijn best doet om tot overeenstemming te komen en wat dieper in te gaan op de problemen die in de buurt leven. Volgens ons had best een aantal zaken, die nu nog overeind zijn gebleven, kunnen worden opgelost, buiten het feit dat er een vrij hoge bebouwing gaat plaatsvinden, verlichting, en dat soort zaken die wel hard zijn, maar waarvan de omwonenden last hebben. Wij komen dit elke keer tegen. Wij vragen ons ook af wat de bewoners nog in de bezwarenperiode kunnen doen en of dat eventueel nog tot vertraging kan leiden. Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Een van de sprekers zei het al, het is inderdaad heel uitgebreid aan de orde geweest. Ook is aan de orde geweest wat het verschil is met Moerdijk en met Weststad, en hoe je met de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 390