23 JULI 1998 391 aanleg van Hazeldonk tot een zeer evenwichtig aanbod komt voor de diverse categorieën van bedrijvigheid. De natuurcompensatie, 13 hectaren op 25, kunt u licht vinden. Wij hebben ook gezegd dat wij ons hebben gehouden aan datgene wat bij de HSL gebeurde. Ik denk dat het een zeer goede regeling is. Het is ook niet voor niets dat wij, als wij in een Groene Hoofd structuur zitten, de zaken zo aan u voorstellen zoals wij dat nu hebben gedaan. Aan de andere kant denk ik ook dat het facet compensatie steeds sterker zal gaan spelen in de ruimtelijke planning. Ik ben ook niet vergeten dat de heer Van der Westerlaken van D66 heeft gezegd, en dat is door u ook niet tegengesproken, dat er bijzonder veel aandacht is voor het groen in de bestemmingsplannen, het groen in brede zin. Ik denk dat de opmerking van GroenLinks dan ook absoluut niet terecht is. Verder kan men natuurlijk zeggen: water en spoor zouden op deze plaats heel goed zijn. Maar je moet op een gegeven ogenblik ook reëel zijn in het ontwikkelen van je terrein. Je kunt allerlei wensen hebben, maar soms is het eerlijker om te zeggen: ik ben tegen, in plaats van allerlei zaken aan te dragen die eigenlijk ook niet waar zijn. Een compensatie van 13 hectaren kan men niet gering vinden. Dan hoort men gewoon te zeggen: we zijn er niet voor, we zijn tegen. Maar hier wordt gesuggereerd: als je iets meer had gedaan, dan zouden wij misschien voor zijn geweest. Ik vind dat niet reëel. Over de buurtvereniging en de betrokken agrariër heeft u allemaal gesproken. Gevraagd is: wat is er nu gedaan voor de buurtvereniging en de agrariër? We hebben heel duidelijk toegezegd, en de heer Van der Hulst merkt dat terecht op, dat er een gesprek zal plaatsvinden met het Grondbedrijf, om tot een zo goed mogelijke oplossing te komen. Dit is inmiddels gebeurd en er zal ook nog verder overleg plaatsvinden. Er is gezegd: dat is toch wel wrang. Ik denk dat ook daarvoor compensatieregelingen zijn, om met elkaar tot een beter resultaat te komen. Dat is met elkaar een plan ontwikkelen. Gesproken is over de agrarische bestemming, het bestemmingsverkeer en het vrachtverkeer. Wij hebben reeds gezegd dat bij de gedetailleerde uitwerking grote aandacht aan deze zaken zal worden besteed. Ik denk dat het niemand zijn bedoeling is om het woongenot van de mensen in de directe omgeving te benadelen. We hebben ook gezegd: mochten zich problemen voordoen, dan zullen we in overleg aanpassin gen verrichten als die mogelijk zijn. Maar ik zeg daarbij ook heel duidelijk: alles is niet voorspelbaar. Het belangrijkste is, naar mijn mening, geweest dat in de commissie de intentie is uitgesproken dat we concrete maatregelen zullen treffen als blijkt dat de overlast zodanig is dat daaraan ook wat moet worden gedaan. Daarover gaan ook de gesprekken onderling. Nogmaals, je kunt over het fietspad zeggen: dat moet een beetje zus, dat moet een beetje zo. Dat is maatwerk, dus de detaillering die in het verdere traject plaatsvindt. Daar heb je wel of geen vertrouwen in. Er zal alles aan worden gedaan om met elkaar tot een goed einde te komen. Dit zijn toezeggingen, en als ik u daarmee niet kan overtuigen, dan niet. TWEEDE TERMIJN De heer DE ROOS Nog een paar opmerkingen. De wethouder zegt dat het niemand zijn bedoeling is om het woongenot van de mensen in de buurt te benadelen, de intenties zijn goed, enzovoort. Ik denk toch dat je je bedoelingen en intenties kracht moet bijzetten, door concrete maatregelen of door concrete beleidsvoornemens. Als er door de buurtvereniging Diunt wordt gevraagd om bepaalde concrete maatregelen en daarmee wordt verder niets anders gedaan dan gezegd: wij doen ons best, zonder dat er concrete maatregelen tegenover staan, dan stellen die bedoelingen, mijns inziens, niet veel voor. Daar kun je niet op bouwen. Het tweede punt is meer een praktisch punt. In de eerste termijn was ik dat vergeten te vertellen. Voor wat betreft het raadsvoorstel onder agendapunt 154, de ontwikkeling van het bedrijventerrein Hazeldonk III, merk ik op, maar het spreekt eigenlijk al vanzelf, dat wij ook tegen dat voor stel zijn. De heer BOER De wethouder zegt dat er een heleboel zaken daarna nog worden geregeld. Wij hebben gevraagd: waarom worden die niet vooraf geregeld? In die zin ligt dat ongeveer in het verlengde van datgene wat GroenLinks zegt. De wethouder zegt: het is een kwestie van geloven, u gelooft mij ja of neen. Wij hebben wat slechte ervaringen met dat geloven. Wij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 391