23 JULI 1998 393 De heer HAARHUIS Ook wij stellen vast dat, behalve het punt Mgr. Nolensplein, naar aanleiding van de inspraak ook vele andere punten en zienswijzen gegrond zijn verklaard. In weerwil van discussies die soms in de commissie plaatsvinden over het feit dat bewoners niets te vertellen hebben en dat inspraak niets voorstelt, stel ik vast dat vele zo niet alle zienswijzen hier gegrond zijn verklaard. Onze fractie vindt dit een goede illustratie van samenwerking tussen bewoners, belanghebbenden en de overheid. Wij danken alle participanten om aan zo'n goed afgesloten proces deel te nemen. Om de goede samenwerking nog te benadrukken wil ik ook nog even, net als alle anderen, de aandacht vestigen op de wijziging van de bestemming Mgr. Nolen splein. Om tegemoet te komen aan de dringende wensen van de bewoners en de winkeliers is middels een wijzigingsbevoegdheid helder vastgelegd dat het behoud van voldoende winkelf unctie in dit gebied door het stadsbestuur ook serieus wordt ondersteund. De overheid heeft daarentegen zelf geen winkels en de markt zal nu verder haar werk moeten doen. De belanghebbenden zijn sterk van mening dat dit besluit zal leiden tot behoud van de kleinscha lige en gevarieerde detailhandelsfimcties in dit gebied. Wij gaan ervan uit dat zal blijken dat dat ook waar en haalbaar zal zijn. Wanneer in de toekomst blijkt dat het niet handhaafbaar is en er achteruitgang dreigt, hopen wij dat dezelfde bewoners en winkeliers ook de realiteitszin hebben om dat met ons vast te stellen en het gebruik van de wijzigingsbevoegdheid, die we nu vastleggen, ook positief zullen benaderen. Met betrekking tot het Dr. Struyckenplein, en dat is nu niet direct aan de orde, het volgende. Heeft u al een idee over een nadere uitwerking van de problematiek rondom het Dr. Struyckenplein zoals wij die aan u hebben voorgelegd en zoals u ons heeft geantwoord? Tenslotte vraag ik nog even de aandacht voor de Ooster- straat/Verbeetenstraat. De wijzigingsbevoegdheid in de richting van wonen is daar weliswaar vastgelegd, maar u weet dat het handhaven van woon- en werkgelegenheid in dat gebiedsdeel van Breda voor de Partij van de Arbeid de warme voorkeur heeft. Wij gaan ervan uit dat u voor dat gebied de combinatie van wonen en werken als uitgangspunt neemt. De heer DE ROOS Ook wij zijn zeer tevreden met de wijziging van het raadsvoorstel onder punt 4, Mgr. Nolensplein. Ter ondersteuning van de winkeliersvereniging is het goed, dat de standpunten en de zienswijzen van de winkeliersvereniging ook door de buurtvereniging worden onder steund. Wij complimenteren u met de creatieve invulling, de creatieve wijziging. Kortom, wij gaan akkoord met dit raadsvoorstel. De heer BOER Anders dan gebruikelijk willen wij aansluiten bij de complimenten die inmiddels zijn gegeven. Het is zeldzaam dat dat voorkomt. Tot slot, wij nemen aan dat het college begint te leren en wij wensen het het beste toe voor de toekomst. De VOORZITTER De wethouder gaat zich nu verheugen in al deze hallelujageluiden. Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Dat doe ik niet zo snel, want de klap is dan misschien weer bij een ander punt des te groter. Ik neem het gematigd enthousiast op. Ik denk dat je hier moet zeggen dat het college van mening is dat het advies van de commissie een goede waarborg biedt voor de instandhouding van de beide buurtcentra, zolang dat maar enigszins mogelijk is. Wij zijn daar gezamenlijk goed uitgekomen. Ik zeg met nadruk gezamenlijk, en betrek daarbij ook de buurt, want het is heel wat dat een heel plein unaniem voor één oplossing kiest. De heer De Werd vraagt: houd de buurt- en wijkwinkelcentraproblematiek tegen het licht. Die suggestie wil ik graag aan mijn collega Gielen doorgeven. De heer Haarhuis vraagt naar de problematiek van het Dr. Struyckenplein. Dat is een problematiek die niet mis is. Wij zullen daarvoor met elkaar goede randvoorwaarden moeten opstellen. Het comité dat zich met het Dr. Struyckenplein bezig houdt is daarvan op de hoogte. Wij zullen, ik kan het bijna niet anders zeggen, opnieuw een traject moeten ingaan in de zin van: hoe gaan we daarmee verder? De buurt is daarvan op de hoogte en vraagt heel nauw daarbij betrokken te mogen zijn. Daarvan zeg ik: niets liever dan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 393