23 JULI 1998 398 De heer HAARHUIS Hoewel de busroutering door de binnenstad niet direct is verbonden aan de invulling van het Van Coothplein, is de discussie over de busroutering wel opnieuw aan de orde gekomen door de inspraak op dit plan. In de commissie heeft de wethouder daar ook op gewezen. De coalitiepartijen hebben elkaar op het punt van besluitvaardigheid in deze periode al vaak gevonden, en dat zal hopelijk ook gebeuren op het gebied van de busroutering. De heer Schoenmakers zegt: daarover moeten we nog eens stevig debatteren. Ook ik denk dat we dat zullen moeten doen. Ik hoop dat men in de coalitie op dat punt uiteindelijk elkaar zal vinden. Het is niet nodig om onze voorkeur op dat punt hier te herhalen, want ik neem aan dat we daarover nog uitgebreid met elkaar komen te spreken. Ten aanzien van het plan zelf hebben wij nog de opmerking dat de afwerking aan de kant van de Vierwindenstraat ons wat sober aandoet. Als we de mensen beluisteren in de Ginnekenstraat, dan zijn zij ook wel een beetje die mening toegedaan. We gaan ervan uit dat de verbinding tussen de stadsdelen Chassé en Van Coothplein pas echt goed tot haar recht komt als het Chassépark gereed is. Wellicht dat bij de uitwerking van de Keizerstraat op termijn nog eens kan worden overwogen of bomen op de kop van dit gebied nog een mooie afronding zouden kunnen vormen. In de uitwerking zal moeten blijken wat voor vorm het kunstwerk op de rotonde krijgt. Mijn fractie is nieuwsgierig naar de uitwerking van dit speerpunt van het plan. De heer DE ROOS Op zichzelf is dit een goed voorstel. Onze fractie is ook helemaal voor, met de aantekening dat de busbaankwestie een open kwestie blijft. De heer Schoenmakers van Breda '97 had het over een plein van rust. Dat er een plein van rust komt, is iets wat onze fractie aanspreekt. GroenLinks ziet de herinrichting van het Van Coothplein als een fase in een verdere structure le verbetering van de situatie aan de zuidzijde van de binnenstad. De doelstelling van het gemeentelijk beleid is, en terecht ook, het terugdringen van de automobiliteit in de stad. Tot op heden is er nog niet zoveel van terechtgekomen. Wij vinden dat er juist in dit gedeelte van de binnenstad grote verkeersproblemen optreden en dat daarvoor eigenlijk voorwaarden zouden moeten worden geschapen om te komen tot het gewenste plein van rust dat de leefbaarheid verbetert. De beste aanpak zou toch zijn, het op termijn volledig autovrij maken van het Van Coothplein en ook van de Nieuwe Ginnekenstraat. Dat klinkt misschien radicaal, maar dat valt nogal mee. Het winkelhart van de stad krijgt dan echt body en wordt groter. Bedacht kan daarbij worden dat bij het autovrij maken van de Grote Markt destijds ontzettend veel weerstand is geweest, maar dat dit uiteindelijk toch een groot succes is geworden. Ik wil daarom ook een motie indienen. Hierin wordt het college gevraagd om een voorstel te ontwikkelen tot het autovrij maken van het Van Coothplein en de Nieuwe Ginnekenstraat, althans dit mede in aanmerking te nemen bij de ontwikkeling van het Verkeerscirculatieplan voor Breda, en dat voor eind 1998 aan de raad voor te leggen. De VOORZITTER Door de heer De Roos is een motie ingediend. Deze voldoet aan de formele vereisten, is voldoende ondertekend en maakt onderdeel uit van de beraadslagingen. De door de heer De Roos, namens de fractie van GroenLinks, ingediende motie luidt als volgt: MOTIE CS) De leden van de raad der gemeente Breda, gelet op artikel 31 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad der gemeente Breda; stellen de raad voor zich uit te spreken als volgt:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 398