23 JULI 1998
401
Wethouder VOSSENAAR-BLOKDIJK
Ik kan hierop zeer kort antwoorden: neen, dit is specifiek onderwijs voor allochtone kinderen.
De heer LEUNISSE
Een stemverklaring. In de commissie heb ik het ook al gezegd: de jeugduitval is eigenlijk
ouderenuitval, ook al zegt men dan dat dit er niets mee te maken heeft. Wij juichen dit
voorstel van harte toe. Wij willen er wel bij opmerken dat ook de ouderen hierbij zouden
moeten worden meegenomen en dat ook aan hen ruime aandacht wordt besteed.
Wethouder VOSSENAAR-BLOKDIJK
Ik wil hierop, zoals ik dat ook in de commissie heb gedaan, even reageren. Het betreft hier
schoolgaande jeugd in de basisschoolleeftijd. Ouderen, die zich willen bekwamen in de eigen
taal, want daar gaat het hier om, zullen dat op andere plekken en onder andere omstandighe
den moeten doen.
TWEEDE TERMIJN
De heer KWISTHOUT
Ik vind dit wel jammer. Het initiatief zelf vind ik een heel goed initiatief, maar ik had het als
een goede aanvulling gezien als ook autochtone kinderen onder dezelfde condities van dit
onderwijs gebruik hadden kunnen maken. Desalniettemin is het een goed voorstel en ik zal
het steunen.
Akkoord.
181. 'LOKAAL ONDERWIJSBELEIDBELEIDSUITGANGSPUNTEN 'ONDERWUSBE-
GELEIDING', VOOR DE SCHOOLJAREN 1998/1999 TOT 2002/2003.
Akkoord.
182. BENOEMING LID BESTUURSCOMMISSIE OPENBAAR VOORTGEZET (SPECI
AAL) ONDERWUS.
Akkoord met benoeming van mevrouw I.P.M. Aué-Beeren tot lid van de Bestuurscommissie
Openbaar Voortgezet (Speciaal) Onderwijs.
183. VOLUME- EN VERDEELBESLUIT 1998.
Mevrouw REUNEN-KREMERS
Wij gaan akkoord met het voorstel. Tijdens de behandeling van dit voorstel in de commissie
heb ik verzuimd een vraag te stellen. In de commissie is gesproken over de voortvarendheid,
dus het tempo waarin de wethouder dit jaar dit voorstel aan ons voorlegt. Vorig jaar hadden
wij kritiek op de late besluitvorming over het volume- en verdeelbesluit 1997. Ik zou graag
van de wethouder willen weten of zij diezelfde voortvarendheid ook in gedachte heeft voor
wat betreft de besteding van de 2 miljoen ten laste van de reserve in het kader van het
Volkshuisvestingsfonds
De heer CRUL
Alle fracties waren ontevreden over deze kwestie, vooral ontevreden omdat er geld beschik
baar is, dat in onvoldoende mate aan de woningbouw wordt besteed in de jaren voorafgaand
aan dit jaar 1998. Over de informatie met betrekking tot de woningproductie in dit stuk en
ook in het andere stuk dat destijds is behandeld het volgende. De cijfers die daarover worden
genoemd kun je niet met elkaar vergelijken. Daarom is het moeilijk om een goed oordeel te
kunnen geven over datgene wat er eigenlijk is gebouwd en hoeveel huizen er zijn bijgekomen.
Wij hebben in ieder geval vastgesteld dat er van 1994 tot 1996 maar 50% van de huizen zijn
gebouwd die wij voornemens waren te bouwen. In het stuk staat dat 1997 een goed jaar is,