23 JULI 1998 406 De heer BOER Wij zijn voor, met uitzondering van de zaken waarop wij tegen waren. De VOORZITTER Dat geldt, denk ik, voor velen. Akkoord, met de aantekening dat de fractie van de Parel van het Zuiden geacht wenst te worden tegen de vaststelling van die begrotingswijzingen te zijn ten aanzien waarvan zij eerder hebben tegengestemd. 185. INTERPELLATIEVERZOEK VAN DE FRACTIE VAN GROENLINKS INZAKE HET WATERSPOOR. De heer SCHRODER Ik ben blij dat wethouder Oomen in deze lange raadsvergadering toch nog aan bod kan komen. In september 1995, toen GroenLinks het initiatiefvoorstel deed tot een onderzoek voor het invoeren van een smal waterspoor ging het inderdaad om een milieudoelstelling. In de raad is daarover uitgebreid gesproken, en met een heel brede steun van de diverse fracties, behalve een paar splinterfracties, werd het voorstel toen uiteindelijk aangenomen. In die raadsvergadering zijn toen ook door het college toezeggingen gedaan, in het bijzonder was dat de wethouder Milieu, die namens het college toezeggingen deed, keiharde toezeggingen ten aanzien van het traject dat dit zou doorlopen. Hij noemde zelfs een hele krappe tijdspanne, die hij meende daarvoor nodig te hebben. Ik heb de gelegenheid te baat genomen om van tevoren de motie uit te delen, omdat in een notendop de motie laat zien welke tijdspanne we inmiddels hebben doorlopen. Het is bijna drie jaar nadien. En wat hebben we tussentijds gekregen? We hebben tussentijds vooral een vrij dik boekwerk gekregen. Volgens de eerste inzichten van het college, althans de studie die toen was verricht, blijkt dat de milieueffecten te krap zouden zijn en daardoor niet interessant. Maar daar was twijfel over en er zou een vervolgstudie komen. Voorts waren er vooral een heleboel financiële bezwaren tegen de invoering van een waterspoor, met name fiscale bezwaren en het ging daarbij om de wijze van heffen. Wij hebben dat toen loyaal ondersteund. Tenslotte was de afspraak dat het college op basis van dit initiatiefvoorstel, dit raadsbesluit naar de raadscommissies en de raad zou terugkomen, om te laten beoordelen of het het overwegen waard was om te komen tot invoering van een smal waterspoor. Sindsdien is het behoorlijk stil geworden. Vandaar dat we niet alleen bij de behandeling van de laatste kadernota, waar dat zeer nadrukkelijk is gedaan, maar ook bij eerdere gelegenheden hierop zijn teruggekomen en het college hebben gevraagd: waar blijft dat verhaal nou? De kern van de zaak is, en daarom meenden wij toch de interpellatie te moeten doorzetten, dat u van ons verwacht dat wij het college serieus nemen. Ik denk dat de hele raad, en wat dat betreft richt de interpellatie zich ook enigszins tot de raad, mag ver wachten dat het college de raadsbesluiten serieus neemt, en dat betekent in ieder geval voortvarend zijn in de uitvoering van de raadsbesluiten. Wat mij betreft zitten daar twee elementen aan. Ik kan daarover hele specifieke vragen stellen. Laat het college er maar eens op losschieten. Allereerst: waarom is de nadruk van de uitvoering van het raadsbesluit van 25 september 1995 bij de sector financiën komen te liggen? Wij begrijpen op zich de beperkin gen die er op financieel gebied zijn. Maar wij vragen naar een welwillende uitvoering. Laat toch zien dat je met name vanuit milieuoptiek zou moeten werken, waarbij de aansturende wethouder primair de wethouder Milieuzaken zou moeten zijn. Dat zou het college eens moeten verklaren. Ik zie in het collegebesluit, maar dat met een schuin oog, want daarover moeten we het vanavond niet hebben, dat ook daarin weer de wethouder Financiën als de eerst verantwoordelijke wethouder wordt genoemd. Kennelijk is er ten behoeve van dit interpellatiedebat een streepje boven gezet, om een andere wethouder naar boven toe te schuiven. Maar ik zie dat de steller van het stuk in ieder geval een financiële man is, en dat lijkt mij een verkeerde invalshoek. Dus dat mag het college verklaren. Het tweede punt dat het college mij mag uitleggen is: waarom moet het in godsnaam bijna drie jaar duren voordat er uitvoering wordt gegeven aan een raadsbesluit? Ik vind dat u dit niet alleen in de richting van de fractie van GroenLinks in het kader van deze interpellatie moet uitleggen, maar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 406