7 SEPTEMBER 1998
415
stad nadat wij Breda-Noord, Haagse Beemden, Teteringen en IJpelaar-Zuidoost hebben ontwikkeld.
Dat is het verhaal geweest. De discussie in de landelijke pers, u moet dan overigens alle
tijdschriften lezen en niet al te eenzijdig bezig zijn, speelt zich met name af in de Randstad en
in delen van Utrecht en Gelderland, en die gaat volgens de laatste cijfers niet op voor Brabant.
Ook de professoren die daarover stukjes schrijven, zouden eerst eens kennis moeten nemen van
de woningbehoefteonderzoeken die er zijn. Dat betekent dat de woningbouwlocaties die wij hier
ontwikkelen er op dit moment positief voorstaan. Ik ben het met u eens dat we in 2000, 2002,
een discussie moeten voeren over alle locaties die nog in beeld zijn en dan moeten we het beleid
bijstellen. In die zin is er bijvoorbeeld al een uitspraak gedaan over Bavel/Dorst. Dat is al gebeurd.
Ik denk dat we hier in ieder geval onze taakstelling serieus moeten nemen, ook naar de mensen
in Breda en omgeving die daarop rekenen.
De heer DE WERD
Ik kan mij voor een groot gedeelte vinden in datgene wat de heer Adank heeft gezegd. Mijn
politieke carrière is aanmerkelijk korter, maar ik moet u zeggen dat ik nog nooit een onderwerp
heb meegemaakt waarover zo uitgebreid is gesproken als de wal. Niet alleen in de commissie
RO, maar ook daarbuiten in zowel officiële als officieuze bijeenkomsten, waarin iedereen zijn
of haar zegje heeft kunnen doen. Ik zou dan ook de wethouder willen adviseren voor zover er
kritiek komt, ik zou mij kunnen voorstellen dat die komt, namelijk dat de inspraak niet voldoende
zou zijn geweest, om die kritiek verre van haar te werpen. De opmerkingen die daarover zijn
gemaakt zien wij als pogingen om politiek te scoren voor eigen toneel en die hadden niets te
maken met de werkelijkheid. Heel aardig daarbij is dat er vanuit diezelfde hoek in een eerdere
situatie is aangedrongen op een tekstuele wijziging, waarbij het woord 'omstreeks' moest worden
toegevoegd aan '15 meter'. En 'omstreeks' betekent dan ook dat die wal hoger had kunnen
worden. Ik weet dat het heel lastig is om hierover te praten. Ik wil ook niet een discussie aangaan
over hoe we de zaken moeten visualiseren, want zoals een aantal van u, ook de wethouder, weet
heb ik de moeite genomen om eens te gaan kijken wat een hoogte van 15 meter eigenlijk betekent.
Niet zover hier vandaan, bij de A 15, bij het Calandkanaal, ligt een berg, een wal, van 15 meter
hoog. Maar het aardige van die situatie is dat daarnaast om dezelfde redenen een aantal geluidswe
ringen staat, dat een andere uitvoering heeft dan een wal. Als het dan toch moet, en ik weet dat
het moet, dan denk ik: geef mij die wal maar. Wij hebben ons als VVD-ffactie uiterst zorgvuldig
gebogen over de voor- en nadelen van allerlei mogelijke geluidsweringen die zouden kunnen
worden aangebracht. Het enige wat ik u zou willen vragen, wethouder, is: probeer in ieder geval
die wal zo speels en zo natuurlijk mogelijk aan te leggen en betrek daarbij in ieder geval de direct
betrokkenen, want zij kijken tegen die wal aan. Ik herhaal dat het een hele stevige berg is. Ik
zou u voorts willen vragen om datgene wat eigenlijk iedereen wil, in praktijk te brengen. Desnoods
gaan we maar eens met zijn allen per bus, ik heb al zo vaak met de gemeenteraad in een bus
gezeten, naar die wal kijken. Dan weten wij tenminste waarover wij praten. Ik denk dat wij na
een aantal jaren zullen zeggen, misschien niet helemaal van harte, dat dit toch de beste oplossing
was.
De heer VAN YPEREN
Voor ons ligt een verzoek tot het voeren van een artikel 19-procedure voor de aanleg van de
geluidswal in het gebied Nieuw Wolfslaar. Dit is een besluit waarmee vele burgers en politici
om velerlei redenen het moeilijk hebben. Dat is begrijpelijk, het blijkt ook uit de vele reacties.
Vanaf het eerste schetsontwerp Landgoed Steengoed is het duidelijk geweest dat de bouwlocatie
Nieuw Wolfslaar er moest komen, om aan de woningbehoefte van Breda, maar ook van de
randdorpen, tegemoet te komen. Er kan ook geen misverstand over bestaan dat een aarden wal,
die de bouwlocatie mogelijk moet maken, er moet komen. Toen echter na rekenwerk bleek dat
die wal hoogstwaarschijnlijk 15 meter hoog zou moeten worden, braken de protesten los. Het
bleek het voorstellingsvermogen, misschien letterlijk, te boven te gaan. Ook Breda '97 heeft er
sterk op aangedrongen, al vóór dat moment, alternatieven te laten onderzoeken, maar ook in
ieder geval zo veel mogelijk duidelijkheid te verschaffen over de vorm en de aankleding van
de wal. De wethouder is aan die laatste vraag tegemoet gekomen door in de vakantieperiode een
eerste schets te laten produceren, die enigszins visualiseert hoe de grondmassa van een wal zich
verhoudt met het huidige landschap. Daarvoor onze waardering. Maar ieder antwoord of iedere