7 SEPTEMBER 1998
430
De heer KWISTHOUT
Ik heb nog een termijn om te reageren op de overkapping van de A 16. Ik denk dat het geen
reële optie is, want als je de A 16 in zijn huidige vorm wilt overkappen, dan zal er toch aan
weerszijden een wal omheen moeten, en wil je hem
De heer BOER
Wij leven allang niet meer in het Stenen Tijdperk. Echt, er zijn andere constructies mogelijk
dan wallen.
De heer KWISTHOUT
Maar als je de wal op het maaiveld wilt hebben, dan denk ik dat
De heer BOER
Neen, als u naar de veiling kijkt, dan ziet u dat de constructie gewoon is opgehangen aan een
paar paaltjes. Dat is heel erg goed mogelijk. Daarvoor heb je echt geen wallen nodig.
De VOORZITTER
Laat de heer Kwisthout nu eens even uitpraten.
De heer BOER
Als hij dat soort dingen gaat zeggen, dan vind ik wel dat hij een beetje bij de tijd moet zijn.
De heer KWISTHOUT
Die opmerking laat ik voor uw rekening. Voor de SP is een overkapping van de A 16 geen reële
optie. Ik heb in eerste termijn het standpunt van de SP duidelijk gemaakt. Ik heb kennis genomen
van het standpunt van het college. Wij zijn het niet eens.
Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX
Er zijn veel opmerkingen gemaakt die in de sfeer van een stemverklaring liggen. Ik wil zelf nog
even terugkomen op een aanmerking van u dat ik niet mag praten over het akoestisch landschap.
Ik doe het toch, want het is over heel Nederland bekend dat er situaties ontstaan die als probleem
worden ervaren, omdat de Wet Geluidhinder ons dwingt deze zaken in de plannen op te nemen.
Aan de andere kant is het ook heel veel mensen gegeven dat, als je wordt geconfronteerd met
iets wat je bij je eerste standpunt absoluut niet uitkomt, en je bent iets verder, er ineens iets
ontstaat in de zin van: we zouden het ook mooi kunnen maken. Dus je hoeft niet alleen maar
akelige schermen langs de weg te zetten, neen, je kunt spelen met die toevoeging in het landschap,
die je best als vreemd element kunt ervaren, maar je maakt er iets van. Ik denk dat het iets men
selijks is om dan niet bij de pakken neer te zitten, maar om te zeggen, hoe ga ik zodanig ermee
om, dat het tóch kwaliteit krijgt? Het punt dat de heer De Werd inbracht over de bus heb ik even
laten zitten. Ik weet echt niet hoeveel ruimte er is, maar ik zal het in elk geval bespreken om
te kijken of die mogelijkheden er zijn. Dus daarover hoort u nog iets. Wat betreft de toezegging
die ik aan de heer Adank heb gedaan, om de klankbordgroep een plekje te laten inruimen voor
Kant noch Wal, het volgende. Dat lijkt mij een goed idee. U weet dat in het kader van de inspraak
niet alleen met de klankbordgroep wordt gesproken, maar dat er heel veel mensen bij worden
betrokken. Misschien is het voor diegenen, die nog steeds denken dat wij een volkomen
dichtgeslagen communicatietraject hebben, een openbaring dat veel meepraten, meedenken en
erbij zijn, een mogelijkheid is. Daarom vind ik het overbodig om een aparte klankbordgroep
in te stellen. In de klankbordgroep van nu zou dus nog een specifieke zetel kunnen worden inge
ruimd. Ik zal dat natuurlijk in overleg doen. Hiernaast zijn er brede inspraakavonden. Dat gaat
overal zo in Breda, want wij zeggen: kom erbij, denk mee, enzovoorts. Ik zal u op de hoogte
houden hoe dat gaat.
De heer BOER
Kom erbij en denk mee.