29 JANUARI 1998
44
wel was. Hij had toen inhoudelijk andere argumenten om het voorstel te ondersteunen. Dat zou
ook, want ik heb ook niets met de heer Houtepen,
De heer HAARHUIS
Dat is niet juist. Het voorstel lezende heb ik een soort matrix gemaakt, om te kijken welke
argumentaties nu eigenlijk tot de conclusie leiden, en dat zijn uiteindelijke de juridische, en dat
begrijp ik ook van de wethouder zo. Er is nog een andere kant aan deze zaak en die heb ik u ook
gezegd. Namelijk, stel dat er geen juridische beletselen zouden zijn en je zou gewoon medewerking
kunnen verlenen, maar ik denk dat dit niet zo is, dan zijn er natuurlijk nog andere zaken aan de
orde, en die hebben dan te maken met de kwaliteit van je buitengebied. Niet voor niets heb ik
afgelopen week de moeite genomen om me uitvoerig op de hoogte te stellen van de Bosdaldreef,
van de situatie daar en van de Brielsedreef, van wat daar gewenst is en wordt verlangd. Maar als
we die afwegingen zouden moeten maken, maar dat doen wij nu hier niet en dat hebben we ook
in de commissie niet gedaan, dan zouden we een discussie moeten houden over de kwaliteit van
het gebied waarin dit dan zou moeten plaatsvinden.
De VOORZITTER
Kan uw interruptie kort blijven? Het moeten wel interrupties blijven.
De heer SCHRODER
Wat ik probeerde aan te geven is dat ik in dat gesprek in ieder geval de charme vond, dat werd
geprobeerd te kijken om op inhoudelijke basis tot een oplossing of tot een standpunt te komen.
Dat vind ik ook een belangrijk gemis aan dit voorstel.
De heer HAARHUIS
Nu verdraait u mijn woorden, mijnheer Schroder. Dat is niet juist.
Mevrouw HEERKENS
Voorzitter, ik heb de behoefte om in de richting van de heer Schroder te zeggen dat het eigenlijk
niet ter zake doet om zo'n informeel overleg, waarover de heer Haarhuis niets heeft te verbergen,
er hier op een beetje een kinderachtige manier nog eens bij te halen.
De heer SCHRODER
Waarvan akte.
De heer BOER
Ik zit hier een beetje afstandelijk naar te kijken, omdat mijnheer Leunisse dit allemaal heeft
behandeld. Je krijgt in deze raad een hele rare situatie, die bijna nooit voorkomt. GroenLinks,
de SP en De Parel ondersteunen een ondernemer, terwijl de meerderheid van de raad dat niet doet.
Meestal is het andersom, dan probeert u ons datgene wat een ondernemer graag wil door de strot
te duwen, en dan verzetten wij ons heftig daartegen. Nu is de situatie totaal andersom, en dat
verbaast mij ook, zeker als het wordt verdedigd met boterzachte argumenten. Ik kan niet anders
dan tot de volgende conclusie komen: waar een onwil is, is geen weg. Ik vraag mij eigenlijk af,
en ik vraag dat dan toch aan de wethouder, of zij met de hand op het hart kan beweren dat hier
geen persoonlijke zaken een rol spelen.
Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX
Ik heb geen persoonlijke zaken, en daarvoor hoef ik mijn hand niet op mijn hart te leggen, of weet
ik wat. De andere bewering dat Breda geen buitengebied kent, dat er geen bestemmingsplan is,
is een flagrante leugen. Ik denk dat u eens heel goed moet kijken naar welke bestemmingsplannen
we hebben. Als ik zeg dat onze plannen vroeger gelijkluidend waren, en dat wij naar de toekomst
toe gaan samenwerken met en afstemmen op Etten-Leur en Oosterhout, dan denk ik eerder dat
hierbij sprake is van gebrek aan kennis, dan datje het andersom zou kunnen zeggen. Ik vind dat
heel onplezierig, want de discussie is al moeilijk genoeg. U vraagt zich ook af wat we de afgelopen