24 SEPTEMBER 1998 449 Wethouder VAN OS Ja, mijnheer Boer, dat zijn er tijdens uw betoog al veel minder geworden. De heer BOER Ja, dat merk ik. Maar ik denk niet dat dit zozeer aan mijn betoog ligt, als wel Wethouder VAN OS Dat vraag ik me af. De VOORZITTER Ik constateer dat de heer Boer is uitgesproken en ik geef het woord aan wethouder Oomen. De heer BOER Neen, ik ben nog niet uitgesproken, voorzitter. Zij zijn de toekomstigeparkeerders en toekomstige kiezers. Ik hoop dat zij goed in hun oren knopen hoe hier in de raad wordt besloten. De heer BAIJINGS Maar, mijnheer Boer, toch hopelijk wel wijzere kiezers. Wethouder OOMEN Op de eerste plaats ben ik blij met de steun die de meerderheid van de raad uitspreekt met betrekking tot dit agendapunt. Ik ben enigszins verbaasd over de discussie naar aanleiding van dit toch vrij eenvoudig agendapunt, waarin ik inga op de met u gemaakte afspraak dat we het parkeervergunningenstelsel zouden evalueren. Het rapport, dat nu voor ons ligt, is tweeledig, enerzijds een tevredenheidsonderzoeken anderzijds een behoefteonderzoek. Uithet behoefteonder zoek is naar voren gekomen dat er enkele zeer dringende knelpunten zijn. Het college heeft de oplossing daarvoor aan uw raad voorgelegd. Aan dat simpel verzoek koppelt u het hele mobiliteitsscenario en alles wat daarmee samenhangt. Dienaangaande wil ik u aan het volgende herinneren: het beleid is nog steeds de nota Navigeren in Parkeren. Dat is het uitgangspunt. Dat is geactualiseerd met de besluiten in december 1997. Voor de uitvoering van dat beleid staat ons de nota Parkeerbeheer ter beschikking. Daarvan heeft het college gezegd dat we met een actualise ring zullen komen en daaraan wordt op dit moment hard gewerkt. Ik heb begrepen dat die nota in concept nagenoeg gereed is en dat die eind oktober, begin november het college zal passeren. Vervolgens zal die aan de commissie en uw raad worden aangeboden. Over de voorgestelde maatregelen hebben we uitvoerig met elkaar gesproken. U heeft gezegd: op dit moment kunnen wij daarmee instemmen. De heer Baijings vroeg naar de kosten. Ik dacht dat die in het raadsvoorstel staan omschreven, en dat het om ongeveer 40.000,-- gaat. De heer BAIJINGS Misschien ter verduidelijking. Het gaat mij vooral ook om de kosten die te maken hebben met het controleren van die vergunningengebieden. Dus niet puur het aanleggen en dat soort zaken, maar de jaarlijkse kosten om daar mensen neer te zetten. Wethouder OOMEN U zult begrijpen dat ik u die kosten nu niet achter de komma kan geven. Als u daarop prijs stelt, kan ik dat laten nagaan, en zal ik u die informatie doen toekomen. Naar aanleiding van datgene wat mevrouw Van Weezei opmerkte het volgende. Ik wil vooraf nog even ingaan op uw vraag in de commissie. U heeft, hoewel dat nog niet uit het rapport is gebleken, nog een knelpunt aangedragen, en ik wil daarmee als volgt omgaan. De mensen die het betreft worden door het Parkeerbedrijf uitgenodigd, er wordt met hen gesproken, en we zullen kijken of we binnen de mogelijkheden die we hebben naar oplossingen kunnen zoeken. Dat is op dit moment mijn antwoord namens het college in uw richting. Met betrekking tot het hele mobiliteitsbeleid, waarnaar u en ook anderen hebben gevraagd, moet ik u erop wijzen dat dit afhankelijk is van een groot aantal zaken. Er wordt gewerkt aan een Verkeersplan en een Vervoersplan. Ik doe

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 449