29 JANUARI 1998
45
driekwart jaar hebben gedaan. Ik heb u er zojuist op gewezen dat we hier te maken hebben met
iemand die iets van plan is. Driekwart jaar geleden was hij nog niet bereid te luisteren in de zin
van: ja, dat zal het zijn. Ik wil erop wijzen dat in deze periode bouwblokken zijn vastgesteld en
boerderijen zijn vrijgekomen, maar ook dat het heel logisch is dat iemand daarvoor toen nog niet
openstond. Ik zeg nu: als de tijder wel rijpvooris, als iemand daarvoor openstaat, dan zijn wethou
der Gielen en ik bereid om aan te geven welke mogelijkheden er zijn.
Akkoord, met de aantekening dat de fracties van GroenLinks, de Parel van het Zuiden en de SP
geacht wensen te worden te hebben tegengestemd.
III. RONDVRAAG.
De VOORZITTER
We gaan eerst de rondvraag doen, waarna ik die afsluit om vervolgens de heer Scheltens het laatste
woord te geven.
De heer BOER
Ik ben weer even gaan rondlopen op de publieke tribune. Ik heb daar een zes- tot zevental burgers
aangetroffen, die in groten getale deze beraadslaging volgen. Ik heb me toch weer geërgerd, of
eigenlijk, ik complimenteer de burgers, omdat ze beneden naar twee televisieschermen moeten
kijken die eigenlijk niet eens voor een dode interessant zijn. Het is echt absoluut niet te volgen.
Het lijkt mij sterk, en we hebben daarop al zo vaak aangedrongen, dat er geen mogelijkheid is
om beneden met de televisies een goede berichtgeving te geven. Er staan daar zo'n zes of zeven
grote stoelen, en men zit daarop, als men erop zit, met elkaar te praten, omdat die televisies echt
niets geven. Als u er niet uitkomt, dan wil ik u vragen mij een gratis opdracht te geven om uit
te zoeken hoe het dan wel kan. Want het moet natuurlijk kunnen. Als we naar de maan zijn geweest,
moet dit helemaal kunnen.
De VOORZITTER
Dat hoeft niet, want ik zoek het zelf wel uit. Ik weet het ook al. Er is vanavond plaats genoeg
op de publieke tribune. Er zitten daar vanavond slechts zes mensen, en we hebben hier meer dan
twaalf plaatsen.
De heer BOER
U weet wat ik bedoel. Haal die televisies dan weg, want zij hebben geen enkel nut.
De VOORZITTER
Als het hier te vol is, dan hebben wij dat als uitloop. Maar dat weet je niet van tevoren. Voor het
overige wilde ik dit punt schriftelijk beantwoorden.
De heer LEUNISSE
Ik heb aan het begin van de vergadering dit punt al gememoreerd, en u zei toen dat het schriftelijk
moest, maar ik wil daarvan nu in de rondvraag gebruikmaken. Wat is namelijk het geval? Ik heb
gevraagd naar een harde toezegging om de verlichtingsplannen die in het boekjaar 1997 stonden
uit te voeren. Er is daarover een toezegging gedaan door de wethouder. We zitten nu in 1998.
Ik moet helaas constateren dat de straten die toen zijn genoemd niet zijn veranderd. Daarop wil
ik graag een antwoord.
De VOORZITTER
Uw vraag wordt schriftelijk beantwoord.
De heer KWISTHOUT
Ik wil graag van het college horen wat de reden is geweest om het vernederende fietsplaatje weer
in te voeren. Niet met een gaatje erin, zoals in de jaren '30, maar in een toch redelijk opvallende