24 SEPTEMBER 1998 466 De heer CRUL In de commissie hebben we daarover gesproken. In wezen heeft de wethouder toen wel toegege ven, naar aanleiding van onze opmerking dat het een man was, dat het moeilijk was Wethouder VAN OS Dat was niet zo moeilijk. De heer CRUL Jawel, u heeft toen een beetje uw spijt betuigd, maar ook in de richting van de ambtenaren gewezen. U heeft toen in wezen gezegd: het is zo moeilijk om voor dit soort functies vrouwen te vinden. Althans, dat heb ik eruit begrepen. In wezen is het hetzelfde als bij de directeur BSW, en dan nog in versterkte mate. Er zijn vrouwen genoeg die voor deze functies in aanmerking kunnen komen. We hebben toch al vaak naar voren gebracht dat vrouwen steeds in de minderheid zijn en dat daar iets aan moet worden gedaan. Het college heeft dat ook steeds onderschreven. Als zich dit soort zaken, of zaken van gelijke orde in het kader van benoemingen voordoen, blijkt steeds opnieuw dat het college dan niet thuis geeft. Wij vinden dat onjuist. Daarnaast is het zo, en ik zeg dat met enige aarzeling, want met de heer Dosker hebben wij persoonlijk geen problemen, dat de heer Dosker 25 nevenfuncties heeft gehad in de tijd dat hij burgemeester was. Hij heeft er nu nog zes, weer andere. Ik denk dat het voor mensen zoals hij, als zij in een bezwa- rencommissie zitting nemen, moeilijk zal zijn om een onafhankelijke positie in te nemen. Ik denk dat hij de meeste mensen, die daar verschijnen, wel zal kennen. Dat is een extra argument waarom wij zeggen dat u het op deze manier niet moet doen. De heer BOER Ook wij hebben als zodanig niets tegen de heer Dosker. Het gaat er ons alleen om om een signaal af te geven. Misschien dat u, voor de verslaglegging, kunt aangeven hoeveel vrouwen er in die commissie zitten. Wethouder VAN OS Ik denk niet dat het juist is als de heer Crul zegt: het college houdt zich niet aan het beleid. In de vorige raadsvergadering hebben wij daarover ook een debat gehad. Gelukkig hebben wij in de laatste commissievergadering, aan de hand van de cijfers en rapportages over de personeelssa- menstelling en de wijze waarop vrouwen zijn vertegenwoordigd, ook een aantal conclusies getrokken. Het is duidelijk dat de mensen, die dit soort functies ambiëren, vaak veel nevenfuncties hebben. Ik zou ook de nevenfuncties van de andere leden van de commissie voor bezwaar- en beroepschriften voor u kunnen laten opzoeken, en dat zal ook wel een groot aantal zijn. Het gaat erom dat die commissie op de juiste manier is samengesteld, en dat betekent dat we steeds zoeken naar mensen met nadrukkelijk verschillende achtergronden, mensen uit het bedrijfsleven, mensen uit de rechterlijke macht, justitie en bestuurders. Dit is de eerste bestuurder die op dat terrein daaraan wordt toegevoegd. Onder aanvoering van de voorzitster van die commissie heeft dat in goed overleg met de commissie plaatsgevonden. TWEEDE TERMIJN De heer CRUL De wethouder zegt dat wij in de commissie conclusies hebben getrokken uit de zaak van de directeur BSW. Neen, wij hebben daar verder niet over gesproken. Ik heb wel aangekondigd dat wij daarop nog zouden terugkomen. Natuurlijk niet op die directeur, want die is benoemd, maar op het toch wel vrouwonvriendelijke beleid van het college en van de collegepartijen, want zij ondersteunen dat beleid, met uitzondering van twee vrouwen van het CDA, die vorige keer tegen waren. Maar er komen er misschien wel meer. De discussie is in ieder geval nog niet afgerond, en de wethouder gaf de indruk dat dat wel het geval was. Voorzover wij hebben begrepen, en u bent daarmee begonnen, is het altijd de bedoeling van de raad geweest, en zeker ook van het college, om in ongelijke zaken meer gelijkheid te brengen in vrouwen en mannen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 466