22 OKTOBER 1998 474 gemaakt niet tegenwerken. Wij zullen met deze nota akkoord gaan. Op een ander moment zullen wij terugkomen op de discussie die wij graag willen voeren. De heer BOER Voorzitter, dank u voor het feit dat u de namen van de partijen noemt. Vorige keer hadden wij daarnaar gevraagd en ook, als het heel druk is en als er veel leerlingen van het NHTV of andere scholen zijn, naar een korte inleiding. Ik kan me voorstellen dat dat erg veel is gevraagd. Maar ik ben u al dankbaar voor het feit dat u de namen van de partij noemt, dus in dit geval ook de Parel van het Zuiden. Naar aanleiding van de nota Arbeidsmarktbeleid het volgende. Wij maken ons zorgen over de, naar onze mening, toch een beetje kunstmatige arbeid. In dat kader denk ik aan de Melkert-1, -2 en -3 banen en nog wat zaken. Wij vragen ons af wat daarmee gaat gebeuren als de economie op een gegeven moment minder goed gaat. We zijn ook heel nieuwsgierig naar de uitstroom daarvan. Het tweede project waarover wij zorgen hebben betreft dat van de Marokkaanse jongeren. We hebben al eens eerder gezegd dat dit een heel specifiek moeilijke groep is. We zijn blij dat u daarvoor een behoorlijk bedrag, 300.000,—, vrijmaakt en daarvoor inspanningen levert. Het is ook een groep die, en dat blijkt uit de dagelijkse gang van zaken, behoorlijk uit de hand kan lopen. Wij denken dat dat met voldoende inspanning eventueel kan worden teruggedrongen. In die zin zijn wij hiermee erg blij. Voorts zijn we ook blij met de 70.000,— die u voor de stichting Hergebruik heeft vrijgemaakt. Wij vernemen graag of de stichting Hergebruik daaraan voldoende heeft, want er was een bepaalde voorwaarde in de zin van: als we een bepaald bedrag van de gemeente krijgen, dan kunnen we ook geld van de Provincie en het Rijk krijgen. Was dit het bedrag waarom de stichting vroeg? Kan de stichting met dit bedrag haar zeer belangrijke werk ook de komende jaren voortzetten? Wethouder VAN RAAK In de richting van de heer Coppens het volgende. Ik dacht dat we in de commissie hadden afgesproken om jaarlijks over dit verhaal te rapporteren. Mocht daartoe aanleiding zijn, dan kan er via de Marap's op worden teruggekomen. Wat dat betreft onderschrijf ik uw wens, om het verloop van dit arbeidsmarktbeleid terug te koppelen middels de commissies RME en SAW. In de richting van mevrouw Van Hasselt het volgende. U vraagt prioriteit voor het project Lolkema. Voor 1999 zijn de gelden belegd. Ik begrijp uw voorkeur voor het project Lolkema. Als je kijkt naar datgene wat daar wordt gerealiseerd met betrekking tot de uitstroom, hoe goed dat dat wordt aangepakt en het percentage dat succesrijk is, dan denk je: hier krijg je voor heel weinig geld toch heel veel, in feite meer dan we links en rechts bij de andere uitstroomprojecten kunnen realiseren en kunnen bewerkstelligen als resultaat. Ik neem graag kennis van het respect dat u uitspreekt voor het project Lolkema. Ik zal uw wens meenemen. In het geval er geld over mocht zijn, zullen we de prioriteitstelling straks gezamenlijk moeten bepalen. Ik kan dus op dit moment geen toezegging doen, want deze kwestie zal ik aan u moeten voorleggen. Met betrekking tot de kinderopvang het volgende. Op dit moment is er vanuit de oudercomités van de kinderdagver blijven een actie gaande om zo snel mogelijk te komen tot een respectabele toevoeging van het aantal kindplaatsen in de normale kinderdagverblijven en in de buitenschoolse opvang. Wij zijn bezig met een notitie daarover, teneinde met u in discussie te komen over het gedeeltelijk privatiseren van de COKB. Dat heeft nogal wat consequenties en knelpunten. Wij denken in die richting. Die notitie zal eind november klaar zijn, dan zijn alle zaken op alle aspecten bekeken. Wij hopen in december of januari hiermee in uw richting te kunnen komen. We gaan daarbij uit van een fundamentele en een echte toevoeging van het aantal kindplaatsen, en denken daarbij aan ongeveer 300 plaatsen voor de kinderdagverblijven en 150 plaatsen voor de buitenschoolse opvang. In de richting van mevrouw Heerkens het volgende. De discussie over de zorggesprekken moeten we, denk ik, verplaatsen naar het moment waarop de bezuiniging aan de orde is, en dat is tijdens de begrotingsbehandeling. De toezegging van de evaluatie van het additioneel bestek blijft gewoon overeind. Uw wens om ook stadskantoor Ia daaronder te brengen, beschouw ik als een waardevolle suggestie. Wij zullen hierover uitgebreid nadenken en deze zaak meenemen. U pleitervoor om ten aanzien van het leisurepark afspraken te maken met de projectontwikkelaar. Ik denk dat het interessanter is om in de fase na de bouwfase met de exploitanten van het leisure-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 474