22 OKTOBER 1998 477 Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE Dit is een onderwerp waarover de afgelopen periode al vrij veel is gesproken en geschreven. Toch wil ik even teruggaan in de tijd. In 1994 hebben de projectontwikkelaars Amstelland en Heijmans gronden aangekocht ten noorden van de Bredestraat ten behoeve van woningbouw. In 1996 heeft de gemeenteraad een stedenbouwkundig plan vastgesteld, dat onder andere inhield dat er boven de Bredestraat niet zou worden gebouwd. Er ontstond toen een probleem, in de eerste plaats voor Heijmans en Amstelland, in de vorm van een financieel verlies, omdat zij ervan uitwaren gegaan, op grond van hun contacten zoals zij aangeven, dat er wel kon worden gebouwd. De betreffende marktpartijen hebben willens en wetens een risico genomen. Al lijkt het er niet altijd op, de gemeenteraad heeft uiteindelijk met betrekking tot de besluitvorming het laatste woord. De heer BOER Bij interruptie. Ik denk dat het heel duidelijk is dat het niet willens en wetens was. Voordat dergelijke grote bedrijven 17 miljoen gaan investeren, hebben zij dat grondig voorbereid. Ik vind het onzin dat het CDA nu zegt dat zij willens en wetens risico hebben genomen. Zij hebben willens en wetens risico willen vermijden. Zo zit de zaak. De VOORZITTER Laat de CD A-fractie nu haar opvatting hier neerleggen. Iedereen kan een andere mening hebben. Uw mening horen wij straks graag. Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE Met de oplossing die nu is geboden, is de CDA-fractie uitermate tevreden. Het gemeentelijk belang, alsmede dat van de burgers is niet altijd gebaat met procederen. Uit de onderbouwing van het voorstel blijkt, dat het redelijk is en niet in concurrentie met de structuurschets Haagse Beemden Buiten. Inhoudelijk zal over deze structuurschets nog het nodige moeten worden gesproken. Mijn fractie hecht eraan om de commissie en de raad in een vroeg stadium bij de verdere planontwikkelingen te betrekken. Zo wordt er een breed draagvlak gecreëerd, en wij denken dat dat bij dit onderwerp van groot belang is. Met betrekking tot het selectieproces, inclu sief ook de voorkeursposities, vragen wij het college aan te geven hoe de gemeenteraad hierbij kan worden betrokken en hoe dit kan worden verbeterd, zonder dat wij verder in deze selec tieprocedure worden gemengd. De CDA-fractie steunt het voorstel van het college. In de commissie is toegezegd op korte termijn het grondbeleid en het selectieproces nog eens onder de loep te nemen, evenals de rol van de raad en de ambtenaren hierin, en te kijken of er eventueel ook kan worden gewerkt met gedragscodes. Op die manier kan het democratisch en legitieme proces worden doorgesproken en de betrokkenheid worden aangescherpt. De CDA-fractie denkt dat dit een goede zaak is. Wat ons betreft heeft het college met dit voorstel het groene licht. De heer TAKS Deze grondaankopen maken deel uit van een minnelijke regeling met de projectontwikkelaars Heijmans en Amstelland. Deze projectontwikkelaars hebben, als goede ondernemers met oog voor de continuïteit van hun ondernemingen, indertijd gronden aangekocht in de Haagse Beemden, en daarmee geanticipeerd op door hen veronderstelde stedenbouwkundige ontwikkelingen. Zij hebben daarbij gehandeld voor eigen verantwoordelijkheid. Als de ontwikkelingen, waarop zij hadden gehoopt, zich niet voordoen, dan is er, naar onze mening, sprake van een normaal ondernemersrisico. Gedurende de periode waarin de aankopen plaatsvonden was de VVD-fractie niet in het college vertegenwoordigd. Juist daarom hechten wij eraan met nadruk te verklaren dat wij er zonder enig voorbehoud van overtuigd zijn dat alle betrokkenen, bestuurders en ambtenaren, in hun contacten met de projectontwikkelaars correct hebben gehandeld. Wij komen tot deze overtuiging aan de hand van de overgelegde stukken en vooral op grond van onze jarenlange goede ervaring met de wijze waarop deze personen zich voor de Bredase belangen hebben ingezet. Daarom luidt onze conclusie: er is geen sprake van een affaire Heijmans/Amstel land. Bij de verdere beoordeling van dit voorstel is voor ons van groot belang, dat de aan te kopen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 477