22 OKTOBER 1998
495
we gaan daarover in de commissie ECG praten. U had dat ook op een ander moment kunnen
doen. Dat is mijn betoog.
De heer SCHRODER
Het betoog is wel duidelijk. Maar datgene wat ik wil zeggen, en ik heb dat ook in de richting
van de heer Verpaalen gezegd, is dat je van fouten uit het verleden, of van zaken die in het
verleden mis zijn gegaan kunt leren. Het is niet alleen zaak dat wij daarvan leren, maar dat ook
het college daarvan leert. U zult de beantwoording op onze 71 vragen toch net zo hebben gelezen,
als wij dat hebben gedaan. Daaruit spreekt een stuk zelfgenoegzaamheid, een stuk ontwijkend
gedrag. Het is terecht als de wethouder zegt dat men daarin erg veel energie heeft gestopt om
zo goed en zo snel mogelijk, overeenkomstig de wens, te antwoorden. Maar uiteindelijk ademt
de beantwoording uit dat in het verleden alles prima is gegaan, dat de raad volledig is ge-
informeerd en dat er niets mis was in het totale proces. Toch hoor ik u zeggen dat er in het
verleden zaken minder lekker liepen. Dan is er toch sprake van een verschil? Daarvan kun je
toch zeggen: hoe komt het dat het college
Mevrouw HEERKENS
Als ik naar aanleiding van de discussie in de commissie ECG al heb geconstateerd dat er een
aantal verbeteringen is aangebracht, voorheen al, want er is heel nadrukkelijk gevraagd naar hoe
het liep en loopt binnen de ambtelijke organisatie, dan heb ik toch geen onderzoek nodig?
De heer SCHRODER
Er is reden genoeg om een onderzoek in te stellen, simpelweg, omdat het college nog steeds
vindt dat het in het verleden bijzonder lekker liep. Want dat is de kern van de beantwoording
op de vragen, die wij hebben gesteld.
De VOORZITTER
Wilt u zich nu verder tot het college richten? Daarvan krijgt u het antwoord.
De heer SCHRODER
U vindt dit vervelend?
De VOORZITTER
Neen.
De heer SCHRODER
Ik zal me eerst tot u richten, voorzitter.
De VOORZITTER
Dat had ik ook weer niet gevraagd.
De heer SCHRODER
U gaf een antwoord op onze vraag naar de notulen van de rondvraag in het college. Daar ligt
nu net de kern. Wat hebben wij aan de besluitvorming in het college op raadsvoorstellen, die
wij twee dagen later zelf in de brievenbus krijgen? We lezen daarin immers zelf wat het college
heeft besloten. In dit geval, Amstelland/Heijmans, gaat het om de besprekingen die het college
voert over bijvoorbeeld de strategische keuzes die worden gemaakt. Kennelijk wordt er een
voorstel gedaan door Amstelland/Heijmans om die gronden aan te kopen. Het college is daarmee
geconfronteerd. Kennelijk is daarover in die rondvraag gesproken. Dat zijn belangrijke strategische
momenten op basis waarvan, kennelijk op een bepaald niveau, een besluit is genomen, en dat
zou dan op 27 september 1994 zijn gebeurd. Wij hebben gevraagd: laat nu eens zien hoe het
college daarmee is omgegaan, hoe de afweging heeft plaatsgevonden en op basis van welke
informatie het college heeft besloten. Wij vragen niet om dat openbaar te maken, want wij kunnen
ons een bepaald karakter zeker van die rondvraag van de collegevergadering voorstellen. Wij