22 OKTOBER 1998 507
de schaalgrootte van het bestemmingsplan, want een inventarisatie vergt ontzettend veel tijd, of
heeft dat toch te maken met de diversiteit aan functies in het plangebied? Voorts restte ons nog
de volgende vraag. Een aantal bezwaren betrof met name het verschil van mening of interpretatie
voor wat betreft bouw- en goothoogte. Gelet op de honorering van dat soort bezwaarschriften,
en omdat het toch vaak om onduidelijkheden gaat, kan in de toekomst bij andere bestemmingsplan
nen hiervoor wellicht een duidelijkere omschrijving worden gevonden. Daarmee voorkom je dat
dit leidt tot verwarring. Hoe denkt het college hierover? Naar aanleiding van de laatste
commissievergadering heb ik drie punten mee teruggenomen naar de fractie voor nader overleg.
Het eerste punt betreft het Verlegh-terrein. Tijdens de commissievergadering hebben diverse
mensen gebruikgemaakt van het inspreekrecht. Met name ten aanzien van de tweede ontsluiting,
die een langzaam verkeersontsluiting moest worden en waarvoor u in eerste instantie in uw con
ceptvoorstel aangaf om die te realiseren via een van de doodlopende weggetjes van de
Burgemeester Serrarislaan, doet het mijn fractie deugd dat u inmiddels heeft besloten om ook
in dezen tegemoet te komen aan de bezwaren van de insprekers, door die daar te laten vervallen
en een tweede ontsluiting te zoeken aan de westzijde. Het tweede punt, dat ik mee teruggenomen
heb naar mijn fractie, betreft de kavelsplitsing aan de Valentijnlaan. Wat zijn de gewekte verwach
tingen? Begin 1998 is er vrijstelling verleend op grond van het vigerende bestemmingsplan. Bijna
een jaar eerder vonden de inspraakavonden plaats over het bestemmingsplan. Toen werd al een
visie neergelegd. Later ontleent u daaruit de argumenten om de bezwaarschriften, die zijn
ingediend, gegrond te verklaren. De argumenten die u gebruikt, de stedenbouwkundige en de
architectonische opzet en het feit dat kavelsplitsing zou leiden tot verdichting, waren u al bekend
toen u de vrijstelling verleende. De vraag is dus: in hoeverre zijn er verwachtingen gewekt en
in hoeverre is er nu echt sprake van verstoring en onverantwoorde verdichting aan de Valentijn
laan? U geeft ook aan dat kavelsplitsing zou kunnen leiden tot rechtsongelijkheid. Dat argument
is mijn fractie niet helemaal duidelijk. Wellicht kunt dat nog een keer toelichten. Het laatste punt
betreft de Ginnekenweg 11 -25Ook wij hebben het amendement ondertekend. In de commissiever
gadering, waar de artikel 19-procedure aan de orde werd gesteld, is door mijn fractie duidelijk
de zorg uitgesproken omtrent de leefbaarheid, de verkeersveiligheid en de verkeerssituatie als
zodanig. Om met name die problematiek te voorkomen, hebben wij het amendement van harte
ondertekend.
De heer DE ROOS
De behandeling van ditontwerpbestemmingsplanheeft zeer lange avonden gevuld. Er is uitgebreid
ingesproken. Als gevolg daarvan zijn het ontwerpbestemmingsplan en het raadsvoorstel op een
aantal punten gewijzigd. Een aantal wijzigingen is naar tevredenheid ingevuld. Ik heb het
raadsvoorstel mee teruggenomen naar mijn fractie. Ik heb in de commissievergadering geen defi
nitief standpunt ingenomen. Op een aantal punten hebben wij twijfels. Die twijfels zijn gebleven,
die hebben zich zelfs in zoverre verdiept, dat wij zeggen: het moet anders. Ik heb het dan over
vier punten, namelijk de Burgemeester Serrarislaan, de Heilig Hartkerk, de Ginnekenweg en
de Valentijnlaan. Ten aanzien van de Burgemeester Serrarislaan heeft er inmiddels een wijziging
plaatsgehad. Onze bezwaren golden met name de ontsluiting voor langzaam verkeer richting
Burgemeester Serrarislaan. Nu blijkt dat op dat punt het raadsvoorstel is gewijzigd, dienen wij
het amendement, dat wij klaar hadden liggen met betrekking tot de locatie Burgemeester Serraris
laan, niet in. Er blijven dan nog drie punten over. Met betrekking tot de Valentijnlaan het
volgende. Ook door vorige sprekers is al gezegd dat er vrijstelling is verleend op 14 april 1998
van de voorschriften van het ter plaatse vigerende bestemmingsplan. Het betreft in feite bebouwing
op een zeer groot perceel grond, althans, ik noem dat een zeer groot perceel, namelijk 950
vierkante meter. De bezwaarmakers hebben tijdens de inspraak gezegd dat dat zou leiden tot
verstoring van de stadsrand en inbreuk zou doen op het karakter van de stadsrand, en dat dat
niet in overeenstemming zou zijn met het uitgangspunt van het bestemmingsplan. Wij zijn van
mening dat die inbreiding, voorzover je kunt spreken van inbreiding, dermate minimaal is dat
daartegen moeilijk bezwaar kan worden gemaakt. Ook zijn wij van mening, gelet op de gewekte
verwachtingen door het verlenen van vrijstelling, dat alsnog zou moeten worden toegestaan dat
bebouwing ter plaatse kan plaatsvinden. Onze fractie heeft daarover een amendement, dat wij
IM